Lekepraat | Gesprek 10
Wie ben ik?

Nico: Voor mij is de hele kwestie van de traditie en de voortzetting van de traditie, nauw verbonden met de waarde die toegekend wordt aan de autorisatie van de leerling door de leraar. Ervan uitgaande dat je eigen zelfbevestiging daarbij een cruciale rol speelt, blijft de vraag wanneer die zelfaffirmatie rijp genoeg is. Kun je dat zelf bepalen of bepaalt de leraar dat? En wat doe je als je vindt dat je ‘je eigen weg’ kunt gaan en de leraar vindt van niet? Moet je dan zoveel vertrouwen in jezelf hebben dat je het risico van zijn ‘nee’ volledig neemt?

Maarten: Hoe belangrijk is traditie voor jou? Je zult beter dan ik weten hoe traditie ontstaat. Het is een gegeven dat we overal terugvinden, of het nu een van de grote religies of een meditatiesysteem is: eerst is er de directe verhouding van de eerste volgelingen tot de profeet, ziener of wijze. Als die zoveel indruk gemaakt heeft dat er na zijn dood een geschreven leer uit is ontstaan, komt er een traditie, met de hiërarchie en machtsuitoefening die daarmee gepaard gaat, die voorschrijft hoe je het moet lezen, hoe je het moet doen en hoe je erin moet komen. En vanaf dat moment gaat die kwestie spelen op welk moment je je eigen weg kunt gaan, met de hele problematiek van de autorisatie die daarmee samenhangt.
Maar de kernvraag blijft: kun je bij de bron komen waar de heilige uit putte?

Nico: Dat is alles ineen. Toch vraag ik me ook af wat je kunt doen ten aanzien van de ontwikkeling van anderen.

Maarten: Als ik mijn eigen leven naga, komt het belang van de anderen pas in zicht als je zelf niet meer aan het worstelen bent. Je bent jaren bezig met wat er in jezelf gebeurt, vlak om je heen en in de wereld, en al die tijd kun je geen onverdeelde aandacht voor een ander hebben. Dat kan pas op het moment dat je je ‘ik’ en zijn beperkingen aanvaardt en de belangstelling voor alles om je heen en de wereld groot genoeg is … Dan ervaar je jezelf als een voorbijgaand verschijnsel zoals alles in de wereld en laat wat eruit voortkomt aan zichzelf over.

Nico: Ja … onder andere dat je zelf nooit zult weten waarom je het doet en ook dat je vaak zonder dat je dat merkt van rol wisselt: de man die bepaalde zaken doorzien heeft en de kruk die in het zogenaamde gewone leven telkens struikelt. Je zou er graag één geheel van maken en dat lukt niet.

Maarten: Die tweespalt is er gewoon. Misschien is verlichting dat die tweespalt er niet meer is.

Nico: Misschien maak je je dan geen zorgen meer om die tweespalt.

Maarten: Je maakt je überhaupt geen zorgen meer. Je bent er content mee dat ieder moment is zoals het is. En er is geen traditie, geen vorm, die jou geregeld aan de oren trekt en zegt: “Ja, hoor eens, wat je gisteren zei…” Waarmee je ook zou kunnen zeggen dat de traditie op een bepaald moment je innerlijk besef kan zijn – want ik denk dat de traditie, als ze goed is, een uiting is van je innerlijke besef.

Nico: Ja, in de mate dat er nog een discrepantie is tussen je innerlijk besef en de traditie, is er nog wat te doen.

[stilte]

Maarten: Ik merk nu iets anders, waar ik al een hele tijd mee bezig ben, dat zelfs in zo’n gesprek als dit iets een bepaalde richting neemt. Ik merk steeds meer dat het belangrijk is om het op een bepaald moment los te laten, om niks te doen. Dan kun je gewoon het verkeer horen of de vogels horen fluiten en verder niks. Omdat anders het gesprek – dat ook een stuk traditie is – gewoon zijn eigen koers neemt en jij er eigenlijk uit bent.

Nico: Waarom zeg je dit?

Maarten: Omdat de loop van het gesprek zijn eigen leven gaat leiden. En dat is natuurlijk niet alleen de loop van het gesprek, dat is de manier waarop je over het leven denkt, de manier waarop je ervaart. Dat heeft er allemaal mee te maken. In hoeverre is het actueel op dat moment zoals jij bent en er tegenover staat, en in hoeverre is het autonoom geworden en loop je er eigenlijk in mee?

Nico: Hoe zou je dit toepassen op de traditie?

Maarten: Dat het belangrijk is dat je je op elk moment bewust bent waar die traditie voor staat. In termen van een mens gesproken: is hij in tijd en ruimte gewoon zo geworden als hij is, of is hij zo geworden maar beseft hij tevens dat hij een uitdrukking is van iets wat nog geen vorm aangenomen heeft, iets wat is?
Traditie is heel waardevol, maar verkeert in haar tegendeel als zij het roer in handen neemt. De vraag is: kun je gebruik maken van de traditie zonder er ondergeschikt aan te zijn? Want het is natuurlijk onjuist om te zeggen dat traditie de dode huls is, dat is alleen waar als je er verkeerd mee omgaat en je er ondergeschikt aan maakt.
Dan kom je dus bij jouw autorisatiepunt terecht. Wanneer voel je dat je een drager en geen volger bent van de traditie?

Nico: Ja, dat is het, ja. Maar dan blijf ik toch met de vraag zitten: wanneer bepaal je voor jezelf of je een drager bent? Zijn daar criteria voor?

Maarten: Ik denk het niet, omdat zulke criteria toch altijd grootste gemene delers zijn. Je kunt er heel veel van leren, maar jouw criteria zijn jouw criteria. Die hangen samen met de manier waarop je geleefd hebt, hoe je ervaringen zijn geweest, hoe helder jij daarin bent geweest, etc. Maar niemand anders dan jij kan dat bepalen.
Je kunt je wel scherpen aan de criteria van de traditie. Omdat er zoveel mensen aan deelgenomen hebben, hoop je dat ze zo verfijnd zijn dat ze heel dicht in de buurt komen van je eigen criteria. Maar het moment van de zelfautorisatie, zoals jij dat noemt, is een gevoel, een zó onomstotelijk gevoel dat je er niet aan kunt twijfelen. Al kun je naderhand jezelf afvragen: is het nou wel helemaal zo…? Maar toch … aan dat gevoel kun je niet voorbij gaan. Die twijfels komen er, denk ik, omdat je steeds duidelijker gaat ervaren dat er nog wel een heleboel op valt af te dingen.

Nico: De Boeddha die gedurende zijn leven zo veel vermogens ontwikkelde, zei toch telkens weer ‘so what’, totdat hij het grote inzicht kreeg.

Maarten: Besefte de Boeddha dat er toch nog een ‘ik’ bleef?

Nico: Er is een overlevering die zegt dat hij altijd weer last van Mara had.
Dat zegt natuurlijk iets, dat Mara hem bleef pesten, bleef uitdagen, bleef bekoren ook al won hij natuurlijk altijd … Zelfs vlak voor zijn dood, zoals in de canon te lezen staat, verscheen Mara aan de Boeddha met haar verleidingskunsten. 

Maarten: Bedoel je dat ik me de betoverende macht van Mara moet blijven realiseren? Wat overigens iets anders is dan er willoos aan overgeleverd zijn. Maar Mara is niet alleen een hinderpaal, zij is ook het ultieme … Dat mis ik in bijna alle tradities, dat Mara ook een poort is om doorheen te gaan. In het liefdesspel kan de lust z’n eigenlijke plaats krijgen, dat is iets anders dan haar te ontkennen of te willen uitroeien. Vroeg of laat word je immers gepakt door hetgeen je probeert te negeren. Denk maar aan dat treffende verhaal van die twee monniken die dat mooie meisje over de rivier dragen …

Nico: Kun je alles laten gebeuren en er toch bijblijven?

Maarten: Dat is een vraag waar je uiteindelijk niet aan ontkomt. Je zou ook kunnen zeggen: het moet midden op de markt gebeuren, dan kom je tenminste niet in een isolement of hovaardij terecht.
Krishnamurti zegt: meditatie kan geen systeem zijn. Want op het moment dat het een systeem is, mis je de subtiliteit en de flexibiliteit om direct in te zien.

Nico: Wat Krishnamurti zegt is een hele sprong. Je moet er lang bij stilstaan om alle implicaties daarvan te kunnen doorgronden en eigenlijk ontkent zijn uitspraak de waarde van de traditie.

Maarten: En ziet hij over het hoofd dat hij als Hindoe al een bepaalde traditie had meegekregen, vanzelf, zonder er bij na te denken.

Nico: Blijft de vraag: waarom ga je mediteren als je na een zekere tijd ontdekt hebt dat het ‘waarom’ van het begin het niet is?

Maarten: Ik denk dat als je zover gekomen bent, al de schijnredenen die je tegengekomen bent, je niet meer interesseren. Dat onbestemde verlangen neemt je mee en laat je alleen zijn te midden van de mensen en je werk, zonder dat je het contact met alles om je heen verliest.
Tegelijk weet je dan dat je een bepaald soort leven moet leiden, dat het mogelijk maakt dat je tijden voor jezelf hebt, met niemand om je heen, waarin de adem van het grote Ene je doortrekt, zomaar vanuit het Niets dat je vergeten was.

Nico: Zo ongeveer is het wel, al merk je dan dat er altijd weer woorden gebruikt worden die een dichterlijke vaagheid hebben. Het kan ook niet anders, het komt vanuit een andere dimensie in jezelf die zich niet laat verwoorden, wel leven, soms …


naar boven