Lekepraat | Gesprek 8
Het raadsel van het zitten

Nico: Wat ik een van de belangrijkste dingen van het zitten vind is, dat je erachter moet komen dat je zazen niet kan ‘doen’. Terwijl je het natuurlijk wel gaat doen, in de zin van dat je iets gaat ondernemen.

Maarten: Je bedoelt, je doet iets en je beseft tegelijkertijd dat je dat niet met je wil in gang kunt zetten, maar dat je wel bereid kunt zijn om te ervaren wat er plaatsheeft.

Nico: Ja.

Maarten: En misschien ervaar je ook dat de adem, als je daar steeds beter naar leert luisteren, je af en toe onttrekt aan waar je altijd ongewild mee bezig was. Zonder dat je dat direct doet, ontstaat een pauze waarin je je opent.

Nico: Ja, en daardoor komt er ruimte.

Maarten: Wat versta je onder ruimte?

Nico: Dat daar iets uitgestrekts in zit. Er zit iets onschuldigs in, iets wat ik niet in gang gezet heb.

Maarten: Alles mag binnenkomen en is even belangrijk?

Nico: Ja, en ik breng het niet tot stand. Het gebeurt gewoon.

Maarten: In dat simpele ‘gaan zitten’ blijkt een groot mysterie verborgen te zijn. Eerst denk je nog te weten waarom je bent gaan zitten, maar dat vervluchtigt. Toch blijf je het doen.
Het lijkt op een liefdesrelatie: je wilt altijd bij die ander zijn en alles van die ander weten.

Nico: Je bent niet meer op zoek naar een ervaring, je wilt er alleen altijd bij zijn …
En je kunt altijd terugkeren naar de fysieke gegevenheid van de adem en wat daarmee samenhangt, ook al doen zich stoornissen voor of moet je het uitstellen.

Maarten: Vandaar die nadruk in de zentraditie op het fysieke zitten, denk ik.

Nico: Ja, ik moet denken aan een kleine sutra van de Boeddha over het ademhalen – heel mooi – als reactie op de vele vormen van yoga waarbij toch gestreefd wordt naar, vul maar in …
Hij vertelt daarin van de bevrijdende ervaring van het in- en uitademen.

Maarten: Dat de adem zichzelf instelt en gewoon weergeeft hoe jij bent op dat moment. En dat je daar vrede mee hebt. Kortom, het is de kracht van bewustwording die het mogelijk maakt, niet doordat jij iets doet.

Nico: Precies. Mijns inziens ontdekte de Boeddha iets heel simpels dat in de yogacultuur was ondergesneeuwd onder allerlei technische manipulaties.

Maarten: Ja, manipulaties die nog steeds doorwerken. Ik merk dat mijn leerlingen nog steeds denken dat je er iets aan kunt doen. Ze zien niet dat elke bedoeling het onmogelijk maakt.

[stilte]

Nico: Tijdens een hele lange sessie kan het gebeuren dat de uitputting de bedoeling laat verdwijnen. Die bedoeling kan terugkeren, dan moet je je weer uitputten. Maar intussen gebeurt er ook nog iets anders dat je pas in de loop van de tijd ontdekt.

Maarten: Vroeger zou ik gezegd hebben: als je inziet waar het om gaat, dan hoeft dat niet. Maar daar ben ik van teruggekomen. Want dat inzicht werkt pas als je het zitten met een steeds intensere beleving eindeloos herhaalt, altijd maar weer …
Mijn ervaring is dat bijna alle mensen denken dat er toch wel een trucje is waarmee je de confrontatie met je eigen onvermogen kunt ontlopen. En ik denk dat dat onmogelijk is, je moet geconfronteerd worden met je eigen totale onvermogen.

Nico: Ja, dat is het punt. Er is geen truc voor.

Maarten: Het is niet voor niks dat het begrip ‘sterven’ in zen zo geweldig veel aandacht krijgt. Je moet het opgegeven hebben, totaal, en niet denken: “ja, maar misschien kan ik toch nog …”. Want dat betekent een absolute ontkenning van je eigen arrogantie – die natuurlijk levensgroot aanwezig is, vooral als je succes hebt.

Nico: Ja, dat is de verleidelijkheid van succes, dat je denkt toch iets te kunnen.

Maarten: Terwijl je in feite elke keer kunt constateren, dat als er al iets gebeurt waarin jij een rol speelt, dat over en door jou heen is. En dat je daar niet, op wat voor manier ook, toch iets van jezelf in ziet. Want op het moment dat je het gevoel hebt dat het toch iets van jou is, geeft dat een vieze smaak in je mond. Dat is wat we in het recente verleden hebben kunnen constateren bij een aantal meesters die naam hebben gemaakt, dat ze op een bepaald moment het gevoel kregen dat ze echt iets gedaan hadden en dat ze daarom iets waren. Of ze dat nou uitdrukten in het verzamelen van Mercedessen of in het aantal vrouwen wat ze ter beschikking hadden.

Nico: Ja, de verleiding om te denken dat je iets tot stand gebracht hebt …

Maarten: Het gekke is dat je geen genoegen neemt met het feit dat je een uitdrukking hebt mogen zijn – met de nadruk op mogen. Dat het een geschenk is, en niet iets wat het opgeleverd heeft. Het geschenk is er op het moment zelf, het is niet iets achteraf. Het is daar en God zij dank verwaait het in de wind.
Als je dat ervaart besef je je nietigheid en tegelijk het belang van je leven.

Nico: Er is een zenmeester die gezegd heeft: “Kijk, als je zenmeester bent en je hebt leerlingen, dan bof je; heb je geen leerlingen, dan heb je pech gehad.” Zo is het, niet anders.

Maarten: En geen gezeur erover. Ik moet in dit verband denken aan Krishnamurti: hij werd in Californië opgezocht door Rom Landau, een religieuze journalist die voor zijn boek God heb ik gezocht de toenmalige meesters van over de hele wereld bezocht. Krishnamurti was toen vierentwintig.
Rom Landau zei tijdens dat gesprek: “Uit je boeken wordt duidelijk dat je geen volgelingen wilt hebben omdat ze dan nooit zouden kunnen ontdekken waar het om gaat en je alleen maar zouden navolgen, zoals in de godsdiensten. Je hebt daarom ook de Orde van de Ster die jou tot wereldleraar verklaarde opgeheven, maar intussen blijf je de wereld afreizen om mensen toe te spreken … Waarom doe je dat?”
Krishnamurti antwoordde: “Ik weet het niet; ik heb het altijd gedaan, maar ik weet niet waarom.”
Het is vertederend dat hij zegt: “Tja, ik weet het niet, ik doe het…”

Nico: Hij zal het ook wel leuk gevonden hebben, denk ik.

Maarten: Ik heb ook meegemaakt dat hij gewoon boos was over de hardleersheid van de mensen voor wie hij sprak. Waaruit blijkt dat iemand het op een bepaald moment niet meer aankan dat het is zoals het is. En ik denk dat iedereen van ons dat heeft, dat hij zich op een bepaald moment echt in wanhoop afvraagt: waarom is het in de wereld zo? En dat je ermee in het reine moet komen dat er geen antwoord is.
Zoals ik heb meegemaakt dat mensen zich na de capitulatie van Japan letterlijk dood aten aan het voedsel dat werd uitgedeeld, zo enorm groot was de gretigheid na de twee à drie jaar dat ze bijna niets hadden gehad. En je ziet voor je ogen gebeuren wat dat voor gevolgen heeft.

Nico: Ja, en je staat machteloos.

Maarten: Je staat machteloos. Je zag alleen wat er gebeurde. En dat er wetmatigheden zijn die zich voltrekken en dat als je niet beseft wat die wetmatigheid inhoudt, ga je voor de bijl.
Dat is nou heel extreem, maar in het gewone leven is het precies zo. Wees maar ergens aan verslaafd en je ziet dat het werkt. Het stompt je af, het maakt je minder. Maar wanneer besef je het, zodat je het kunt laten? Ook in dat laten staan gaat een hele wereld schuil. Hoe laat je het staan?

Nico: Iets dergelijks zegt Dogen over het zitten, namelijk: je gaat zo zitten dat er geen gedachte meer opkomt. Dat is een paradox. Hoe is dat: ‘je gaat zo zitten…’? Daaraan gaat immers een uitputtend proces vooraf waarbij alle pogingen geen gedachten te hebben falen, tot er opeens, onverwacht, niets meer is. En je weet nooit hoe dat kwam. Je weet achteraf hooguit de omstandigheden die op dat moment speelden.

Maarten: Het is het wegvallen van de poging iets te bereiken. Dat doe je niet, het overkomt je. Je zult nooit weten waarom en hoe het gebeurde.

Nico: Ja, het gekke is dat het je onverwacht overkomt, je bent op geen enkele wijze voorbereid.
Een paar weken terug fietste ik naar de zendo en fietste pardoes tegen iemand aan die van achter een auto de straat wilde oversteken. Dat had ik kunnen zien, maar ik was met mijn gedachten bij wat me in de zendo te wachten stond. Het liep goed af, en ik had geen schuld vond ik, maar het was duidelijk dat ik niet in het moment van het fietsen was. Ik was ergens anders terwijl mijn lichaam daar in de straat op de fiets was.

Maarten: Een kwestie van onbewustheid dus …

Nico: Ja, en niet prettig om te bekennen.

Maarten: Zeker als je meditatieleraar bent.

Nico: Je realiseert je plotseling hoe onbewust je leeft, terwijl het je hoofddoel is om er steeds bij te zijn.

Maarten: Er zijn een heleboel handelingen die je eindeloos verricht, waar je juist onbewust in bent, terwijl het anderzijds zo is dat herhalingen voor het lichaamsbewustzijn nodig zijn om ze vanzelf zonder gedachten te kunnen doen.

Nico: Waardoor je aandacht vrij is voor het opmerken wat er plaats heeft … Een paradox dus waarmee we dit gesprek zullen eindigen, als je het er mee eens bent.

Maarten: Helemaal.


naar boven