Mennorode december 2006 | Zondagmorgen
Inleiding [download]
Jullie zullen wel opgemerkt hebben dat je brein, naast het nodige wat het moet doen en organiseren, voortdurend doorloopt. De enige manier waarop het een beetje minder kan worden, is dat je er goed naar luistert.
Het is tegen je natuur in om naar het gewauwel van je brein te luisteren, maar het is toch nodig. Want heel diep verborgen in dat gewauwel, is het wezenlijke. En je kunt het wezenlijke altijd pas vernemen, als je het gewauwel niet als gewauwel beschouwt, maar als iets wat in de loop van de tijd ingesteld is. Het is ook niet bij iedereen even erg, ik heb de indruk dat het bij mij heel erg was. En ik heb natuurlijk vele jaren gedacht dat ik dat gewoon kwijt moest. Ik heb van alles geprobeerd, totdat ik zelf ontdekte dat ik ernaar luisteren moest.
Het is niet zo, dat als je er eindeloos naar geluisterd hebt en gemerkt hebt dat het een boodschap heeft, het dan ook beëindigd is. Zo is het niet, het blijft bestaan, zoals alles vanaf je geboorte blijft bestaan.
Dat is ook iets wat misschien nieuw is, maar het is gewoon zo: alles wat je bij je geboorte meekrijgt, blijft bestaan. Daar ontkom je niet aan. Het enige is: je hoeft er niet helemaal slachtoffer van te zijn, je kunt op een bepaald moment ontdekken dat onder al dat voor jou – terecht – onzinnige, het zinnige verborgen is. Als je dat doet, heb je er minder last van.
Dat betekent ook dat je absoluut geen behoefte meer hebt om iemand te overtuigen, je weet dan voorgoed dat dat niet kan. Je kunt niemand overtuigen, je kunt niemand iets vertellen wat niet al in hem aanwezig is. Dat is ook zoiets wonderbaarlijks, dat je dat moet ontdekken: je kunt nooit iemand iets vertellen wat niet al in hem aanwezig is. En of het in hem aanwezig is of niet, daar heb je helemaal niets over te zeggen.
Wat betekent dit allemaal?
Het betekent dat je de ander met rust laat. Dat je alleen op het moment dat hij je iets vraagt of – wat ongeveer hetzelfde is – je aandacht vraagt, kijkt wat er gebeuren kan.
Dat vraagt tijd, want ieder mens is heel complex; hij kan zogenaamd een eenvoudige ziel zijn, in wezen is hij heel complex. Dus je gaat op een andere manier met die mens om. Je vraagt je alleen maar af: wat is mogelijk te wekken in de ander? Problemen die heeft hij wel, daar hoef je je geen zorgen over te maken, daar komt hij vanzelf mee. Maar wat hem echt beroert zonder dat hij het wéét, dat probeer je te weten te komen.
Waarom eigenlijk dit alles? Omdat je merkt dat het enige waar het op aankomt, is dat je het wezenlijke in de ander een kans geeft doordat hij zich ervan bewust wordt. Dat is een hele stap. De pogingen daartoe zijn oneindig veel. Maar het is de moeite waard.
Als je zo in de huidige maatschappij staat en je ziet wat er gebeurt, merk je dat het juist hélemaal de andere kant uitgaat: de kant van manipulatie, de kant van overtuigen, als het even kan ook de kant van dwingen. Daar sta je in je eentje tegenover. Maar dat is helemaal niet erg, want je bent met iets anders bezig. Ondertussen dendert die trein voort. Maar je kunt daar zelf los van zijn, en je leven leven, en íets proberen.
Daar wou ik het bij laten.
Gesprek (fragment)
A.: Wat mij heel erg aanspreekt is wat je zei over ‘luisteren naar het gewauwel in jezelf’; dat je dat niet maar laat, maar er goed naar luistert, omdat daarachter een boodschap verborgen zit waar het echt om gaat. En ook dat je de verbinding legt met het luisteren naar anderen, dat daar exact hetzelfde speelt: het luisteren naar de boodschap erachter.
Maarten: En dat je ook helemaal niet weet of jouw poging aankomt. Je weet gewoon niet in welk stadium iemand is, dat moet je aftasten. Soms heeft die persoon daar helemaal geen boodschap aan. Nou, dan gaat hij verder. Dat je dat ook gewoon accepteert.
Want als je je daar voor inspant, is het natuurlijk heel menselijk om te denken dat er iets uit voortkomt, dat is héél menselijk. Toch moet je daar overheen komen, wil je die mens in feite niet héél subtiel dwingen. En dat is heel moeilijk.
A.: In dwingen zit een veroordeling.
Maarten: Ja. En het idee dat jij het weet. Maar je weet het helemaal niet. Het is dus een heel erg arbeidzaam en voorzichtig proces wat je ingaat. En daar merk je natuurlijk bij op dat je zelf eindeloos uitglijdt. En dan heb je weer te maken met hoe je daarmee omgaat.
B.: Maarten, je hebt het gehad over overtuigen. En een verdere vorm van overtuigen is dwingen. En als het nog verder gaat is het macht.
Maarten: Het is al direct macht, maar dat wordt pas op den duur duidelijk aan je.
B.: Hoe kun je die macht loslaten zonder je machteloos te voelen en zonder conflict?
Maarten: Dat kan niet. Je moet door alles heen, je moet het helemaal zelf ontdekken. Ik kan je wel een advies geven, maar dat advies heeft pas zin als je het zelf ontdekt hebt. Dus je hebt mij eigenlijk niet nodig.
Weet je, waar jij mee zit is een heel gewone menselijke reactie. Je merkt iets in jezelf op dat niet zo prettig is. Je merkt ook dat je, met dat wat je zo in de greep heeft, anderen een beetje kwaad doet. Dan word je onrustig en je wilt het graag weghebben. Maar het enige wat kan is dat je heel aandachtig naar jezelf luistert, in alles wat je doet, ook in het zogenaamde gewone leven – er bestaat eigenlijk geen ‘gewoon leven’, er is alleen maar leven; wij zeggen ‘het gewone leven’, als we een stukje van dat leven bedoelen.
Het gaat erom dat je jezelf niet veroordeelt om wat je doet en niet goed vindt, maar dat je gewoon tegen jezelf zegt: “Ah, dit is blijkbaar iets waar ik nog iets mee te verhapstukken heb, daar heb ik nog iets mee te doen.”
Als je dat kunt zeggen, verandert de zaak. Want dan is het niet meer iets kwaads, maar het is iets wat zich aan jou voltrekt. En kun je dat zich helemaal laten voltrekken?
Dan denk je bij jezelf: maar dan doe ik anderen kwaad …
Dat is iets wat het ego altijd heel listig verzint, het ego denkt dat jij vlekkeloos zou kunnen leven. En dat is niet zo. Als dat zo was, dan was je gewoon niet op aarde gekomen. Je bent op aarde om dat allemaal te ontdekken.
Dus je moet gewoon ontdekken. En daar heb je mij niet bij nodig. Doordat we nu samenzijn, komen er vragen op die normaal niet opkomen, dus dat is erg fijn. Nu hebben we dit samen ontdekt, en nu zeg ik tegen jou: ga maar! We hebben vertrouwen in je, ga maar! Dat betekent niet dat het nu plezierig is, misschien moet je er wel eens heel erg van huilen. Maar het hoort erbij, alles hoort erbij!
Dat is misschien nog een van de meest merkwaardige dingen, dat je niks kunt overslaan, dat je alles moet doormaken. Daarvoor ben je op aarde, om je bewust te worden van alles wat er in jou speelt. Want je bent natuurlijk een heel belangrijk iemand, ieder mens is heel belangrijk, jij ook. En wat je hier hoort van ons is: ga maar, we hebben vertrouwen in je! Dat is het enige wat we je mee kunnen geven.
Dus je kunt het niet van buiten verwachten, je kunt het alleen van binnen verwachten, van jezelf.