Mennorode december 2006 | Zondagmiddag
Inleiding [download]
De evolutie van de mensheid – en dus ook van ieder van ons – is een heel, heel lang proces. Het meest beslissende daarin is het moment dat de mens zelfbewustzijn kreeg.
Het zelfbewustzijn gaf ons de mogelijkheid om ons bewust te worden van wat er eigenlijk van geboorte tot dood met ons gebeurt. Maar we gaan ermee om alsof we het nog niet hadden. Dat wil zeggen, we laten ons nog aldoor bepalen door de levenswil: het altijd willen blijven leven. En je kunt ook zien dat wetenschap en techniek wel kans hebben gezien ons fysieke lichaam langer te laten leven, maar dat ze niet het inzicht bevorderd hebben. Dat moeten we zelf doen.
Eigenlijk zitten wij met z’n allen met de gebakken peren. We krijgen namelijk een lichaam dat steeds ouder wordt, terwijl we een inzicht hebben dat op de plaats rust gebleven is. Voordat je dat bij jezelf ontdekt hebt, kost het je een heleboel verdriet en een heleboel gedachten die er eigenlijk niet mee te maken hebben.
We planten ons op de oude voet voort. Het is zelfs zo dat in een land als Nederland, zodra bekend is dat het geboortecijfer daalt, onmiddellijk stemmen opgaan om de kinderbijslag te verhogen. Want dat mag niet. Net zomin als een bedrijf pas op de plaats kan maken, maar altijd moet groeien. Dat hangt allebei samen met de drang in onszelf om dat te doen wat we altijd gedaan hebben, vóórdat het zelfbewustzijn in ons ontwikkeld was.
Dus wat eigenlijk gebeuren moet in je leven, is dat je er alles aan doet om het inzicht in de werkelijke gang van zaken te bevorderen. Dat is moeilijk, omdat de hele maatschappij om je heen rustig doorgaat op de oude manier. Eigenlijk moet je in de maatschappij, zoals die is, een eigen plaats veroveren. Dat betekent dat je inziet dat het erom gaat dat je een geest ontwikkelt die op een totaal andere manier tegen het leven aankijkt dan wij nu doen.
Toen dat bij me begon te dagen, vele, vele jaren geleden, had ik het gevoel dat het bijna onmogelijk was. Maar het leven heeft me de kans gegeven te ontdekken dat het mogelijk is – als je er niet tegelijkertijd een tijdslimiet voor stelt. Dat is de volgende valkuil, want dat doen we wél. Dat heb ik ook gedaan – natuurlijk, ik ben een gewoon mens – en toen heb ik gemerkt dat het stellen van een tijdslimiet je gewoon belet om rustig door te gaan.
Dat moet je dus allemaal ontdekken.
Dan komt de vraag natuurlijk bij je op: zal ik het in dit leven nog ontdekken? En er wordt opnieuw een beroep gedaan op je intelligentie – je échte intelligentie, niet je verstandelijk intelligentie, want die kan je niet helpen. Dat betekent dat je inziet dat geen enkel boek, geen enkel systeem, geen enkel wat ook maar, je kan helpen. Dat moet je leren inzien. Niet dat die systemen allemaal onzin zijn. Maar ze hebben pas betekenis als je zelf ontdekt hebt waar je voor staat; als je zelf ontdekt hebt hoe je jezelf voor de gek houdt; als je zelf ontdekt hebt dat alle problemen die in je leven komen, er zo uitzien omdat jij nog niet echt veranderd bent.
Als je dat inziet, begrijp je dat het weinig zin heeft om wie dan ook te vragen: “Wat moet ik met mijn moeilijkheden?” Want die moeilijkheden blijven die moeilijkheden. Jij kunt alleen jouw houding ten opzichte van die moeilijkheden veranderen.
Als ik dat tegen mensen zeg, hebben ze het gevoel dat ze voor de gek gehouden worden. Dat is niet zo, het is letterlijk waar. De moeilijkheid ontleent zijn kracht aan het feit dat jij verstard bent in de blik op je eigen moeilijkheden.
Voordat je dat ingezien hebt, maak je een eindeloze reis, zonder dat er iets verandert. Maar er kan een moment komen je dat inziet. Dat komt meestal doordat je iemand ontmoet die het hierover heeft, en die erbij zegt: ik kan je alleen maar iets adviseren, ik kan je alleen maar raad geven. Maar jij moet die raad opvolgen, jij moet het zelf verwerkelijken in je leven. Dat schijnt ongelofelijk moeilijk te zijn, we zitten meestal vast in een gefixeerde houding. Het kan een religieuze verstarring zijn, het kan een psychologische verstarring zijn.
De grote tocht, die over een heleboel levens kan lopen, gaat dáárom.
Natuurlijk word je in die ontdekkingsreis gefascineerd door de mogelijkheden van je eigen geest. Als je geest een klein beetje vrijkomt, doemen er opeens ongelofelijk veel onvermoede vergezichten op. En daar kun je ook weer in blijven steken.
Zo komen we op het meest essentiële punt: dat je niet alleen maar die zich ontwikkelende mens bent, maar dat je ook iets anders bent. En dat ‘iets anders’ is vanuit je eigen perspectief niet alleen verborgen, maar ook onbetrouwbaar. Het doet zich wel eens voor, en dan weer een hele tijd niet. Het kost veel tijd en veel liefde voor jezelf, voordat je begrepen hebt dat dat totaal andere al die tijd dat je in een lichaam leeft, in je aanwezig is – alleen je hebt het niet gemerkt.
Dat is een nieuwe hobbel, dat je gaat inzien dat het geen onbetrouwbaarheid is, maar een onmogelijkheid. En die hobbel wordt iets minder, als je het vertrouwen hebt dat er iets in gang is gezet in jou – niet in het grote bestel, dat is onveranderlijk wat het is – wat jou in staat stelt om tot dieper inzicht te komen.
Op dat punt gekomen is het opnieuw belangrijk dat je iemand ontmoet die je hierover vertelt en die daar helemaal niet dramatisch over doet. Dat de zon elke dag opkomt en elke avond ondergaat, daar hebben we geen discussies over. Het is van dezelfde aard. Voor ons idee is het iets anders, maar dat is niet zo, het is precies hetzelfde.
Het gaat er eigenlijk om dat we een aandacht ontwikkelen in onszelf die daar rustig bijblijft. En die direct het gevoel heeft dat hij niet weten kan in welke richting het zal gaan. Dat is het volgende waar je mee te maken krijgt.
Dan kom je vanzelf bij dat begrip van het lot. Het ‘lot’ is dat je in je leven geconfronteerd wordt met situaties die bij jou passen. Eigenlijk is dat een afschuwelijke gedachte, want dat zou betekenen dat je vast zit aan het lot wat je hebt. Maar dat is niet zo, daar doet zich hetzelfde voor: jouw antwoord is onbekend. En jouw antwoord is hetgene wat jouw vrijheid is, je antwoord op de gebeurtenissen om je heen, mensen die je ontmoet, situaties waar je in terecht komt, de meerdere of mindere welvaart die je ontmoet. Het gaat er eigenlijk om dat je echt het gevoel hebt dat jouw antwoord op die situatie of gebeurtenis of omgeving, jou losmaakt van je patroon. Je bent dus niet gedetermineerd, je bent eigenlijk niet bepaald. Ja, je bent een man of een vrouw, je bent mooi of lelijk – en dat allemaal binnen de algemene begrippen – en daar ontleen je een houding aan. Díe houding bedoel ik niet. Wat ik bedoel is de wezenlijke houding, dat wat je overkomt jou slechts bepaalt in zoverre je niet beseft dat de vrijheid ligt in je antwoord erop.
Het is daarom ook van belang te zorgen dat het instrument wat je bent – met een naam en bezittingen, in meerdere of mindere mate – goed blijft, en niet opgeofferd wordt aan een of ander ideaal. Als het instrument dat je gekregen hebt zo volledig mogelijk intact blijft, verschuift dat ook je aandacht.
Zoals je hier merkt bij het eten. De eerste paar keren dat je hier eet, eet je teveel, alles is vreselijk lekker. Totdat je gaat merken dat je lichaam daar niet goed op reageert. Dan kun je dat bijstellen. Dat is nogal eenvoudig, tenminste dat lijkt me.
Maar zo duidelijk is het niet in je leven. Dus dat vraagt steeds opnieuw aandacht, hele kalme, rustige, constaterende aandacht. En echte aandacht is pas echt als die vriendelijk is, als die niet – zoals dat bij onze gewone aandacht het geval is – resultaat op het oog heeft. Het vraagt dat je kunt volhouden om het niet te weten, dat je er alleen aandacht aan geeft. En niet, bijvoorbeeld als je gedroomd hebt, in de vertaling het spoor bijster te raken.
Dat geldt eigenlijk voor ons hele leven, dat we zien dat we in diepste essentie vrij zijn. En vrij zijn betekent dat je geen verwachtingen hebt. Dat is moeilijk, wie is er zonder verwachtingen …
En toch is het zo.
Gesprek (fragment)
Vraag: Ik blijf moeite hebben met het ‘lot’. Ik weet natuurlijk wel dat het gaat om mijn proces, maar ik blijf toch de wereld om mij heen zien. Je zei: we krijgen wat we nodig hebben, de situaties die bij ons passen. Maar dat kan ik niet rijmen met mensen die geboren worden in landen waar ontzettend veel oorlog is. Dan denk ik: dat doen mensen elkaar aan, dus wat lot …
Als ik zie hoe moeilijk het voor mij is om er in vrijheid mee om te gaan, hoe moeilijk is het dan niet voor mensen daar om ermee om te gaan.
Maarten: Zeker! Dat is allemaal waar. Maar, weet je, dat roept natuurlijk de vraag op: waarom ben ik hier geboren en waarom is die ander daar geboren. En daar krijg je geen antwoord op.
Het enige antwoord dat van belang is, is dat je inziet dat je je eigen lot zo helder mogelijk gaat beleven. Dat is wezenlijk. Dan komt er een kracht vrij die in het wereldbewustzijn werkt. Dat wil niet zeggen dat jij voor het heil van de wereld zit te mediteren. Maar als iemand kans ziet goed om te gaan met zijn eigen lot, komt er een kracht vrij die in het wereldbewustzijn werkt. Hoe – dat weet je niet, daar kun je ook geen vraag over stellen. Maar überhaupt die vraag: waarom ik hier, en die ander daar? – die wordt niet beantwoord, dat ontgaat je, dat is veel te groot.
Dat wil niet zeggen dat je je niet om het lot van anderen bekommert. Het geeft alleen aan dat je die vraag niet kunt beantwoorden. Die is te groot, te onbeschrijfelijk.
<< Terug | Einde