Het moment

Mennorode december 2005 | Zaterdagmorgen
Inleiding [download]

Wat is er overgebleven van gisteravond? Voor mij dat je jezelf moet aanvaarden zoals je op dat moment bent. En dat je dus ook het momént waarin je bent moet aanvaarden zoals het is.
Dat lijkt heel weinig, maar het is heel veel. Daar komt je hele geschiedenis bij kijken en je leven, je idee over hoe het eigenlijk zou moeten zijn – dat heb je allemaal natuurlijk – en dan de toestand waarin je verkeert op dat moment.

De vraag is: kun je dat aanvaarden?
Dat is nogal wat eigenlijk, aanvaarden dat je bent zoals je bent, met al je gebreken, met al je mogelijkheden, met al je geweldigheden, je idealen – die zijn er. En de stemming waarin je bent op het moment dat je hier aanwezig bent, en naar mij luistert.
Er gebeurt natuurlijk van allerlei in jezelf, je denkt: ik zal strakjes dat en dat vragen, of opmerken, of het oneens zijn. Dat haalt je allemaal weg uit het moment waarin je bent. En dat is heel gewoon, dat is niet iets bijzonders.

Je loopt aan tegen je hele leven…
Dat is natuurlijk een geweldige confrontatie, je hele leven. Dan is het eigenlijk heel wonderlijk dat dat hele leven er nog is in jezelf, dat het niet weg is geraakt. Daar staan we eigenlijk nooit bij stil, maar het is eigenlijk een wonder, je hele leven kan op een bepaald moment aanwezig zijn. Soms gaat het zestig jaar terug, soms gaat het tachtig jaar terug, soms dertig jaar. Dat kan dus. Fantastisch!

Een heleboel dingen die ons hinderen zijn eigenlijk een wonder. Toch willen we dat wonder weg hebben, we willen het anders hebben.
Je merkt, het kan niet, het blijft bestaan, soms in brokjes, soms als een geheel.
Waarom zou dat eigenlijk niet aanwezig mogen zijn? Dat is een idee, dat het niet aanwezig mag zijn. De boeken schrijven het voor, de zenmeesters zeggen dat. Maar eigenlijk heb je daar geen ros mee te maken. Nee, echt niet.
Als je de moed hebt om te accepteren bij je zelf dat het er is, scheelt dat al een stuk.

Tijdens het ontbijt werd ik aangesproken door een vrouw, die blijkbaar in het Mozeshuis en in De Kosmos bij me gezeten heeft, en later ook nog in Eefde geweest is. En nu wil ze weer meedoen, want ze heeft het zitten thuis nog altijd gedaan.
Ik zei: “Nou, dat is geweldig!”
“Ja,” zei ze, “ik vind het geweldig dat u er nog bent.”
Ik zei: “Nou, dan zijn we allebei verbaasd en blij.”
“Ja, ik heb het zitten altijd weer gedaan. Daardoor kan ik beter met m’n man omgaan. Dat is toch eigenlijk geweldig!”
Ik zeg: “Ja, dat is ook geweldig!”
“Kan ik me weer opgeven?”
Ik zeg: “Ja, die man in de rolstoel, die kan je helpen.”
Dus Rien, maak je borst maar nat… [lacht]

Maar dat is natuurlijk eigenlijk heel wonderlijk, ik ben nu toevallig in Mennorode, zij is ook toevallig in Mennorode, ze ziet me…
Dat op zichzelf, hoe kan dat eigenlijk?
Geen antwoord.
Er zijn eigenlijk weinig antwoorden in het leven. Want antwoorden zijn iets van je denken, je wilt het graag vastgelegd hebben ‘o, dat is zo en zo gegaan.’
Maar dit geval wat ik nu noem, kun je niet vastleggen. Je zou er een heel boek over moeten schrijven, en dan nog weet je het niet.
Waarmee ik maar zeggen wil, het mysterie, het onbegrijpelijke, is altijd aanwezig. Alleen wij overdekken het met een netwerk van logica en interpretaties. Maar dat is natuurlijk eigenlijk niks, het is net als Baron von Münchhausen, het is gewoon een grap, het is niet de werkelijkheid die plaatsheeft.

Zodra je je daarvan bewust wordt, dat je hett niet kúnt weten, wordt het al een heleboel rustiger in jezelf. Ja, je schrikt daar natuurlijk af en toe uit op, je denkt: ja, waar ben ik nu toch eigenlijk mee bezig, het is niet te verklaren en onzeker.
‘Hoe oud word ik?’ ‘Heb ik nou wel voldoende gedaan?’ – dat zijn allemaal vragen waar iedereen opkomt. Maar het is eigenlijk gebakken lucht. Het enige wat je hebt is het moment waarin je bent.
En hoe is dat moment? Zit dat vol verwijten, aannames, verbeteren, pogingen? Of kun je echt voor jezelf vaststellen dat het niet gáát, dat je dat niet kúnt; dat je dat wel gewend bent, maar dat het iets in het luchtledige is.
Je hele leven, tot aan dit moment waarvan je zo vreselijk veel weet, bevindt zich ook in dat onbegrijpelijke. Dat af en toe, als je denkt dat je in slaap valt – niet in bed, maar gewoon overdag – plotseling verdwenen is.
Hoe zit dat allemaal?

Ik schrijf een beetje op wat me overkomen is in deze dagen, en toen merkte ik dat als ik schrijf, ik de neiging heb omhoog te schrijven, omdat ik nou eenmaal optimistisch ben. En dat de lijntjes me netjes op de plaats houden. Die lijntjes zijn een structuur voor m’n schrijven. Dan hoef ik daar niet op te letten, ik hoef alleen maar te kijken: o ja, niet naar boven, hup!Dus het is allemaal eigenlijk eenvoudig, je moet het alleen maar opmerken.

Nou, als we dat eens proberen vandaag ‘aan te pakken’ met ons allen.


naar boven