Over de stille geest

Weekend mei 1999 | Vrijdagavond
Inleiding
[download]

I

Spreken over de stille geest is moeilijk, want het betekent over iets spreken wat zich niet in woorden laat vatten.
Wat is de stille geest? Het is datgene in ons wat, zoals wij leven, onbekend voor ons is; wat ons hele leven aanwezig is, wat zelfs de oorzaak is dat je geboren bent en wat straks als we sterven nog is.

Wat het precies is valt niet te zeggen, het is iets wat je zelf moet opmerken – je moet opmerken wat al in je is buiten alles wat je kent: je kent je gedachten, je kent je gevoelens, je kent je gewoonten, je kent de idealen die je hebt, de dingen die je nastreeft, je kent verdriet, plezier, vreugde.

Maar wat daaraan vooraf gaat… elke beweging, elke ademtocht is alleen maar mogelijk omdat dat andere er is; je kunt het leven noemen, je kunt het god noemen je, kunt er allerlei namen aan geven – het is het onbekende, het is het geheim in ieder van ons.

Zolang je dat geheim niet tot je toelaat, het niet kent in zijn hoedanigheid, zolang leef je aan de buitenkant; ook al heb je heel diepzinnige gedachten, ook al lees je prachtige boeken, dat is allemaal over datgene wat je niet kunt aanduiden. Het allerbelangrijkste wat je moet begrijpen is dat je het zelf moet ervaren.

De moeilijkheid is dat je dat niet zomaar kunt. Want ook al wil je dat vreselijk graag, je hebt natuurlijk allang gemerkt dat je niet… stil kunt zijn, er zijn altijd gedachten of gevoelens. De eerste stap is dat je gaat opmerken dat dat zo is.

Want als we met meditatie beginnen hebben we daar altijd een reden voor – er zijn evenveel redenen als er mensen zijn. Maar als je lang genoeg aan jezelf blijft opmerken hoe je doet, hoe je bent, hoe je voelt, ga je merken dat de reden waarom je met mediteren begon het eigenlijk niet is, het is eigenlijk iets heel anders – ook al was het de motor om het te gaan doen, dus daar is niks verkeerd aan.

Maar na enige jaren ga je merken dat er iets heel anders aan de hand is: je merkt dat je maar een héél klein stukje van jezelf kent – echt een minuscuul stukje in verhouding tot wat je eigenlijk bent.We denken meestal dat we nu deze keer pats boem! op de wereld zijn gekomen. Maar dat is helemaal de vraag. Het is meer waarschijnlijk dat je weer een keer op aarde bent om je bewust te worden.

Want bewustworden is de enige diepe zin die het leven heeft, bewustworden van alles, niet alleen van de dingen die je mooi vindt, van alles, van elke wending van je gedachten, van elke intensiteit van je gevoel, van de onrust die er bij iedereen is, ook al lijkt hij een heel gelijkmatig mens. Dat kun je bij jezelf gaan opmerken. En ook hoe je denken en voelen invloed uitoefenen op je adem.


II

Je adem is eigenlijk je beste vriend, alleen je weet dat nog niet. Je adem probeert al de ongedurigheid die door je heen trekt te corrigeren – zodra je wakker wordt en zelfs in je dromen, je bent altijd en altijd maar bezig, wat maakt dat je onrustig bent en ontregeld – maar dat lukt niet, je voert steeds nieuwe onrust in.

Dus als je probeert naar je adem te luisteren en te voelen, te beleven wat die adem is, begin je gelijk minder onrustig te zijn. Dat is heel simpel: als je echt op je adem probeert te letten heb je een onderwerp voor je aandacht en dat is je adem.

In het begin zul je merken – dat kan maanden duren – dat je misschien maar vier ademtochten bij je adem kunt zijn, dan komt er al weer een gedachte binnen… Heel gewoon, maar onopgemerkt. Wees dan niet boos op jezelf, maar ga weer rustig terug naar je adem.

Dat gaat eindeloos door… Als je een half uur zit ben je misschien vijf minuten bij je adem, de rest van de tijd ben je afgeleid door gedachten en gevoelens, die komen en gaan: iets wat je vergeten hebt, iets wat je moet doen, iets wat je verkeerd gedaan hebt, iets wat je juist heel goed gedaan hebt… Wat je bezighoudt gaat eindeloos door – terwijl het eigenlijk volkomen onzin is, want je zit stil en probeert je adem te volgen.

Het is een hele deuk voor je zelfbewustzijn als je ontdekt hoe weinig je kunt: je kunt niet eens op je adem letten, het denken loopt maar door, loopt maar door… Maar je moet ergens beginnen.
Als je het zitten maar lang genoeg doorzet…
Daarvoor moet het ook ontspannen zijn. Want als je niet goed zit en je lichaam telkens aandacht vraagt is er nog meer afleiding in jezelf. Het allereerste is: zit zo ontspannen mogelijk. Als dat niet direct lukt, ga je desnoods liggen – en merk je dat je niet eens ontspannen kunt liggen. Als ik dat zo zeg dan denken jullie ‘Die man is gek…’
Maar het is zo, je kunt niet eens ontspannen liggen.

Dat moet je allemaal oefenen, maar het is iets héél eenvoudigs – je kunt niet eenvoudig genoeg beginnen: leren ontspannen te zijn. Ook dat is een kwestie van bewustworden, bewustworden waar de spanningen zitten en hoe je ze los kunt laten; dan komen ze er weer in en je laat ze weer los, ze komen ze er weer in en je laat ze weer los… en zo gaat dat. Het voordeel is dat je weer een onderwerp hebt en zo minder aan ‘t kwetteren bent in je hoofd.

Op den duur ga je merken dat die adem op verschillende plaatsen in je lichaam kan zijn, dat je hem kunt opmerken, je kunt hem helemaal beneden laten zijn, in je bekkenbodem. Voor je gevoel – dat is niet fysiek – gaat je adem omlaag … omhoog … omlaag, uitademend stroomt de adem omlaag rust even … gaat weer omhoog rust even … gaat weer omlaag.

Je gaat opmerken – ik praat over heel eenvoudige dingen – dat de ‘keer’ van de adem, zowel bij de uit- als de inademing, meestal scherp is, na het ‘uit’ komt onmiddellijk het ‘in’. Maar het gaat erom dat het ‘rond’ in elkaar overgaat, de uitademing gaat heel rond over in de inademing – ik gebruik een metafoor hiervoor om je het gevoel te geven. Het is iets vriendelijks, niet het pompen van een blaasbalg, maar: uit … en langzaam komt de inademing … en langzaam komt de uitademing.

Op den duur – wanneer dat is kan voor ieder verschillend zijn –  ga je de behoefte krijgen om die adem zolang mogelijk beneden te laten in je bekkenbodem. Dat is iets wat je opmerkt – ik kan het wel van tevoren zeggen, maar het moet iets zijn wat jij gaat opmerken, wat in jou gebeurt.

De meeste meditatiesystemen schrijven iets voor. Ik zeg alleen: merk op wat er gebeurt, ik geef alleen punten waar je op moet letten om verder bij jezelf te komen. Want daar gaat het om, om bij je totale zelf te komen, niet dat hele kleine stukje wat je kent. Ook al heb je tachtig jaar geleefd, het blijft een heel klein stukje. De werkelijkheid is veel diepgaander, veel subtieler, veel complexer.


III

Hoe beter je leert op te merken wat er allemaal in jezelf gebeurt, hoe rustiger je wordt, vanzelf. Je hoeft jezelf niet tot stilte te manen: als je opmerkt wat er in jezelf gebeurt en je kunt daar bij blijven met je aandacht, dan word je vanzelf stil. Dat is de schoonheid ervan, het is niet iets wat je je voorneemt het gebeurt in het ontdekken, in het ervaren.

Dat is de diepste zin van meditatie: dat het uit zichzelf gebeurt, het is niet iets wat jij je voorneemt of als doel stelt. Als je je iets als doel stelt – wat het ook is, het mag nog zo mooi zijn – is het dood, is het statisch, het kan niet meer veranderen. Wat ik bedoel is dat je in het opmerken wat er gebeurt vanzelf op diepte komt, zodat het iets is van jou – niet omdat ik het zeg, of een boek, maar omdat jij het zelf opmerkt.

Ik kan dat niet genoeg herhalen: het gaat erom dat jij het zélf opmerkt en niet volgens een voorbeeld werkt, dat dood is, niet wat op het moment gebeurt. Je moet steeds zorgen dat je ontdekt. Dat kan alleen maar door te doen en je geen gedachten te maken waar je uitkomt. Dat is voor ons misschien het allermoeilijkst: elke gedachte daarover voorgoed weg te zetten, je weet niet waar je uitkomt; mijn ervaring is niet gelijk aan die van een ander, je hebt uiteindelijk alleen iets aan je eigen ervaring, hoe betrekkelijk die ook is.

Ik weet natuurlijk heel goed, onze ervaringen zijn geconditioneerd door onze opvoeding, door alles wat je doorloopt als je geboren wordt, opgevoed wordt en leeft. Maar het is de enige basis die je hebt, dus daar werk je mee. Maar als je blijft opletten, als je blijft ervaren wat er aldoor in je gebeurt, dan wordt dat vanzelf weggewassen – helemaal niet ingewikkeld, het gebeurt…

Het enige waar het op aankomt is dat je voortdurend opmerkt wat er gebeurt – zonder daar een gedachte over te hebben. Want wat ik van alle mensen hoor in al die vraaggesprekken die ik gehad heb in de loop van m’n leven, zijn vragen over iets wat ze in gedachten hebben. Ze hebben niet iets opgemerkt, maar erover gedacht. Zodra je denkt over iets wat je ervaren hebt is het verknoeid, je moet bij je ervaring blijven. Die ervaring is nooit hetzelfde – zomin als de ene adem gelijk is aan de andere – er gebeurt voortdurend iets in jezelf, hele kleine verschuivingen die je niet opmerkt maar die je adem wél opmerkt.

In de zen-literatuur zijn veel getuigenissen van meesters die dertig jaar bezig waren alleen hun adem te bestuderen. Dat lijkt voor ons belachelijk… Maar ze waren aan iets heel basaals bezig: ze waren bezig zichzelf te ontdekken – dat totaal wat ze zijn en niet dat kleine stukje wat wij kennen. Wat we kennen is altijd in reactie, op wat in de wereld gebeurt of op wat in onszelf gebeurt.


IV

We leven reactief – we leven niet van onszelf uit, we leven voortdurend in reactie. En we merken dat niet op. Daar zit de eigenlijke angel: we merken het niet op. De vragen die ik krijg zijn altijd reactievragen. En vragen naar hoe het verder gaat: ‘kan ik daar en daar uitkomen?’ Dan moet ik altijd zeggen: ‘nee, je weet niet waar je uitkomt.’

Het is heel moeilijk voor ons om niet iets in de toekomst te hebben waar we naartoe kunnen leven. We merken niet eens op dat we, áls we ergens naartoe leven, iets proberen wat onmogelijk is. Je kunt je geen denkbeeld vormen en daar naartoe proberen te leven. Dan maak je jezelf dood, je maakt dat je niet kunt ontdekken want je wilt dát of dát bereiken. Dat is heel dwaas…

Ook de wetenschappers weten dat inmiddels: je kunt alleen proberen te ontdekken. Wij hebben geen complexe apparaten nodig dat kunnen wij zelf ook: ontdekken hoe ons bewustzijn werkt, wat er in dat bewustzijn allemaal plaatsheeft.

Als je daar echt op in gaat ga je merken hoe mechanisch je leeft: als er dít gebeurt, is er dát antwoord. Daar is nooit iets nieuws bij. Daarom hebben we zo’n behoefte aan een ‘kick’, dat er iets gebeurt… Dat komt omdat we veel te mechanisch leven. We leven in een wereld die we eigenlijk al kennen, die we herkauwen, met een kleine nuance erbij. Maar in wezen doen we aldoor hetzelfde. Dat uit zich in ons lichaam, in de adem, in de energie. Dus als je dat wilt veranderen moet je het eerst heel grondig leren kennen. Je kunt niet zeggen: ‘ik wil daar en daar uitkomen’ of: ‘ik moet zo en zo zijn.’

Je moet eerst leren kennen wie je bent, hoe je doet, hoe je denkt, hoe je voelt – dat is heel veel… En altijd weer zonder een bepaald doel, alleen maar om jezelf te leren kennen. Want als je jezélf niet kent kun je ook een ander niet kennen, kun je zelfs een ander niet helpen. Want je redeneert, je denkt en voelt vanuit jouw speciale manier van zijn. Het gaat erom dat je zo open bent dat die ander tot je doordringt zoals hij is – en niet zoals jij denkt dat hij is.

Dus het heeft met je hele leven te maken: het heeft met je relaties te maken, met je verhouding tot de dingen die je ontmoet in je leven, de voorwerpen die je gebruikt, het bed waarin je slaapt, het huis waarin je leeft, met de manier waarop je je voedsel maakt, de manier waarop je het opeet.


V

Aan dat laatste: hoe je eet, wordt maar weinig aandacht geschonken, we zijn wel bezig met de aard van de voeding. Maar hoe we het voedsel tot ons nemen, hoe we dan zijn … Voeren we intussen een diepzinnig gesprek, lezen we een krant of een boek terwijl we eten?

Let er eens op: hoeveel ervaar je echt en hoeveel ervaar je eigenlijk nauwelijks. Want als je met een ander praat terwijl je eet kun je niet echt proeven. We beseffen niet dat het voor ons lichaam niet goed is als we zo gedachteloos, zonder echte aandacht, ons voedsel tot ons nemen.

Dat is véél belangrijker dan de hoeveelheid calorieën: proef je echt, leef je echt, kun je echt genieten – niet omdat in een tijdschrift staat dat iets lekker is, maar kun je echt genieten van dat wat je eet? En als je merkt dat je er niet van kunt genieten, kun je daar op ingaan: ligt dat eraan hoe ik het voor mezelf bereidde, was ik toen met m’n gedachte ergens anders?

Zo kom je stapje voor stapje bij de mens die je bent. Die blijkt heel mechanisch te zijn en kan heel makkelijk gemanipuleerd worden. We vragen ons vaak af: waarom kan een regering ons manipuleren? Dat komt omdat we niet weten wat we willen, niet écht weten wie we zijn. Dan kun je gemakkelijk gemanipuleerd worden, van dát moet je doen, en dát is goed voor je. En eigenlijk geloof je dat je gaat het lekker vinden of goed of behaaglijk…

Maar wat is echt in je leven? Dat is waar meditatie om draait.

Iedereen heeft van allerlei vragen. Door die vragen kun je weer niet opmerken wat er gebeurt op het moment dat je vráágt.
… het is écht zo dat je niets in je leven kunt aanwijzen waar je echt induikt wat je echt helemaal probeert te ervaren te voelen, te beleven. Je leeft eigenlijk heel theoretisch. De een zegt dat dit goed is, de ander dat, de ene therapie belooft je dit, de ander dat… maar wat gebeurt er nu eigenlijk?

Als je daarop gaat letten (daar hoef je niets aan te doen je hoeft je niets voor te nemen geen afspraken te maken met je relatie)…

… dan ga je vanzelf eenvoudiger leven, je merkt dat je veel te veel dingen tot je getrokken hebt, waardoor je nooit rustig kunt ervaren wat er is wie je bent.

… dan ga je ook behoefte krijgen om telkens als het even kan niks te doen, bij je adem te komen die komt en gaat. Als je dat lang genoeg doet ga je ook de energie opmerken, die is er altijd, maar je merkt het niet op, je bent zó druk met andere dingen… Als je je energie gaat ervaren wordt die sterker, alles waar je echte aandacht aan geeft gaat bloeien. Dat is een ontwikkeling in jezelf die jij alleen maar kunt volgen – een ander kan dat niet.

… en je gaat opmerken dat je minder gaat vragen, je ontdekt dat vragen buitenom is. Dat helpt niet écht, dat helpt eventjes, je krijgt een antwoord, dat is dan bevredigend. Maar het enige antwoord waar je wat aan hebt is wat jou wijst op nog dieper op jezelf ingaan. Daar gaat het aldoor om.


VI

Ik heb nu een heleboel overhoop gehaald. Je moet dit doen, dag aan dag. Je merkt dat je jezelf niet hoeft te dwingen om dat onderzoek te vervolgen – dat is ook een rare gedachte: dat je jezelf zou moeten dwingen om te doen wat zo vitaal is, zo heel direct, wat echt nieuw is, nog nooit geweest – wat jij ontdekt is echt nieuw, een ander kan dat op zíjn manier ontdekt hebben, maar dat is zijn ontdekking, niet de jouwe.
Dat je dat ziet.

Heel veel waar je tegenop kijkt wordt dan van niet zoveel belang, je leert een van de meest geweldige dingen: dat je niet door navolging iets kunt bereiken, maar dat het door jezelf ontdekt moet worden. Onze maatschappij hangt aan elkaar van navolging – we gebruiken het woord ‘creatief’ heel veel, maar dat is altijd een wending in het bekende. Dit gaat veel dieper, dit kan niemand je vertellen, dit moet je zelf doen.


VII

Wat ik genoemd heb is maar een héél klein stukje van die ontdekkingsreis in je leven die nooit eindigt, maar die je vanzelf steeds stiller maakt – wat niet wil niet zeggen dat je je terugtrekt uit de wereld of dat je eenzaam wordt.

Maar er is zóveel te ontdekken, in jezelf, in de meeste kleine dingen: hoe je een kopje neerzet hoe je een kopje thee drinkt hoe je loopt hoe je een deur opent en sluit hoeveel kracht je aanwendt om iets te doen; of je voldoende let op de behoeften van je lichaam – dat zijn er heel veel, maar we komen er niet aan toe, we hebben zo vreselijk veel buiten onszelf te doen…

Dan zijn we verbaasd dat we ziek worden en dat we, zoals dat nu heet, gestrest zijn – allemaal omdat we onszelf niet kennen, voortdurend ergens naar op weg zijn met een onbekende mens.

Meditatie betekent eigenlijk: jezelf helemaal leren kennen, niet alleen dat kleine reactieve stukje, dat is zó minuscuul…
Je bent zóveel groter, zoveel ruimer, zoveel intelligenter ook, je hoeft niet in nabootsing te blijven steken, je kunt helemaal jezelf zijn en dat is heel veel …


naar boven