In de tweeheid leven

Inleiding[download]

Vanochtend viel me opeens te binnen, toen we een beetje luid aan het praten waren aan tafel, dat dat te maken heeft met of je bij jezelf kunt zijn.
Wat betekent dat: ‘bij jezelf zijn’? Bij jezelf zijn betekent dat je niet alleen reageert op de situatie waarin je bent en de mensen om je heen, maar dat je ook opmerkt wat er in jezelf gebeurt. Dat is eigenlijk één van de gegevens, misschien wel het hoofdgegeven, van het kunnen mediteren.
We zijn allemaal iets geworden in dit leven. En wat we geworden zijn, dat zijn we dan… Dat is dus alles wat ingetoetst is bij ons, dat wat we geworden zijn. Maar er is niemand die weet wie we helemáál zijn.

Als ik zo’n opmerking maak, zoals aan tafel, dan is het enige wat gebeurt is dat je jezelf niet meer toestaat je verleden te zijn, je reacties te zijn, en houd je je in.
Ik moet in dat verband denken aan toen mij gevraagd werd een spreekbeurt te houden in een echte ‘zen-omgeving’, dus mensen die niet naar Japan geweest hoefden te zijn, maar in ieder geval alles gedaan hebben volgens de boekjes.
Er was een vrouw uit Amerika bij, een beroemd psychiater, die ik ook had zien zitten in de zendo. Ze zat práchtig rechtop, maar ik dacht: die is doodmoe aan het eind…
Het wilde zo zijn dat wij samen, die vrouw en ik, de tafel mochten afruimen en afwassen. Ik keek hoe ze zich bewoog, hoe ze dingen deed. Ze deed het ontzettend efficiënt, maar ze had geen contact. En op een bepaald moment kon ik er niks aan doen en legde een hand op haar schouder, en zei: “Zo gaat het niet…”
… Ze schrok op.
Ik zei: “Je kunt niet alles op je wil doen, het moet van binnenuit gebeuren.”
“That’s my problem!”
We hebben nog een heel gesprek gehad en naderhand hebben we ook nog een briefwisseling gehad, vanuit Amerika naar mij toe. Maar het is niet gelukt. Het laatste wat ze me schreef is dat ze mijn boekjes, die in het Engels vertaald waren[1], in haar groep zou onderbrengen. En ze had gelijk een nieuwe therapie ontdekt en dat kwam erg mooi samen… Ik heb daar niet meer op geantwoord.

Dus zo sterk is je verleden. En wij vragen ons vandaag dus af: kun je niet alléén je verleden zijn, kun je jezelf opmerken?
Dat is een heel ding: jezelf opmerken. En áls je jezelf opmerkt, kun je dan het nieuwe accepteren, of – dat gebeurt heel vaak, dat gebeurde ook bij die vrouw – ga je vanuit je verleden die nieuwe ‘ik’ opmerken.

Iemand die gewend is grapjes te maken in gezelschap, is niet gelukkig als hij geen grapjes kan maken. Want dat is zijn manier om in contact te zijn met de ander, dat wil zeggen, in contact te zijn met het verleden van de ander.
Wat wij niet beseffen is dat wij eigenlijk dag aan dag aan het verleden toevoegen, en toevoegen, en toevoegen… Het wordt een ongelooflijke last. Dat is niet zomaar weg, dat blijft. Je leest heel veel, je hoort heel veel, er zijn duizenden therapieën, echt duizenden. Maar als je die allemaal wil aflopen in je leven dan lukt dat niet eens meer.
Kun je niet iets heel simpels doen, héél simpels… Gewoon opmerken hoe je doet. Zonder te oordelen, zonder te zeggen: dat is slecht, zonder het gevoel te hebben dat je verleden zó ontzettend sterk is, dat je er nooit meer aan zou kunnen ontsnappen. Kun je niet één keer in je leven accepteren dat je het niet weet, dat je het echt, écht niet weet. En dat dan – meestal moet je van buiten geholpen worden, maar het kan ook van binnenuit gebeuren – al die reacties, die duizenden, miljoenen reacties die in je opgeslagen zijn, even wegvallen.
Dat je dus terugkeert naar voor je geboorte, voordat je nog iets wist in het beperkte brein van een mens. Dat je nog helemaal aan het begin stond en opnieuw begint.
En dat hele verleden is er nog, dat is keurig in tact. Maar je bent er niet meer ondergeschikt aan. Dat hele verleden heb je nodig om te overleven in dit lichaam, want je leeft altijd, óók als je geen lichaam hebt. Maar zolang je een lichaam hebt, ben je ook afhankelijk van het verleden.

En kun je je in die tweeheid – die tweeheid die eigenlijk één is, maar zolang je een lichaam hebt twee – kun je daarin leven?
Die ene kant, die nooit geboren wordt en sterft, die de hele schepping en alle werelden is, en die jou heeft laten geboren worden, heeft geen kritiek, die eist niets van je. Die is er alleen maar. Zoals een moeder er kan zijn, heel soms, als een aanwezigheid waar een kind vanzelf bij kan zijn, zijn verdriet vergeten en weten dat hij tot de een behoort. Dat is de eigenlijke toestand.
Maar wij met het verleden, als we alleen maar het verleden zijn, dan is een kind iets wat je beschermen moet, enzovoorts, enzovoorts, maar ook vergeten… En dan, op zo’n moment dat we ons eigen kind, die we zijn, niet beschermen, dat op allerlei manieren dwingen. En dat is ons leven…

Het leven is eindeloos groot, maar voordat we het ontdekken wie we zijn … dat duurt zo eindeloos lang …
Gisteren heb ik een uur op de tv gevolgd wat er in de wereld zo gedacht werd over het zogenaamde vangen van Sadam Hoessein. En er was op BBC World maar één commentator, maar dan ook maar eentje, die de mensen eraan herinnerde dat de Islam is ontstaan in de woestijn en dat in de woestijn – ook vóór de Islam – de clans de heerschappij hadden. Soms was het de ene clan, soms de andere. En zo is de toestand nu nog. En de Baht partij, met meneer Sadam aan het hoofd, was nu de laatste clan die de macht had, met behulp van Amerika, met behulp van Frankrijk, met behulp van Duitsland. Dus daar verandert niets, helemaal niets.
Dat zou ons wakker kunnen maken. Hoe zit dat nou echt in elkaar… Duizenden jaren die in ons – niet alleen in Sadam – samengekomen zijn. En wie is de echte? En, lieve mensen, de échte kun je alleen maar zelf ontdekken. Niemand kan dat voor je doen, niemand op de hele wereld.

Dus elk moment dat je leeft is heel kostbaar. Want dat betekent, met dat gemanifesteerde lichaam dat je hebt en dat bewustzijn daarin, dat je de hele geschiedenis, het hele wereldprobleem, kunt ontdekken. Want je bént daarvan, je bént van dat wereldprobleem. Alleen binnen jouw situatie. Dat er ellende is, dat er leed is, dat de dood er is, dat er einde is, dat is altijd al aanwezig geweest, en dat is nog aanwezig. Maar de vorm waarin het zich voordoet, dáár is iets aan te doen – in jezelf.
Het leed kunnen we niet oplossen. We kunnen er alleen zo’n verhouding toe hebben dat we er niet aan toevoegen. Dat is ongelooflijk belangrijk. En zelfs al zie je dat héél diep in, dan nog ontsnapt het je, door het verleden. Dus het is ongelooflijk belangrijk dat je alert bent, zonder waakzaam te zijn – waakzaam is dat je probeert om iets te redden. Alert zijn is dat je helemaal bij die situatie bent. Dat is iets anders. En dat is je eigenlijke opgave in dit leven. Voor ieder van ons.

Dat betekent dus dat je alles wat gebeurt moet kunnen laten gebeuren. Alleen, jij bent erbij met een grote compassie. Want je weet dat je er, omdat het in een ander is, in een ander levend wezen, niet helemaal bij kunt. Maar je kunt er wel helemaal bij zijn. En dat helpt.
Dat is het enige wat je doen kunt. Maar dat moet je ook doen ten aanzien van jezelf. Je kunt zien, heel vaak, dat je iets doet, vanuit je verleden, wat voor een ander niet zo fijn is. En dat je dat opmerkt – dat je het opmérkt … voldoende, stop. Want anders wordt het verleden nog maar sterker.
Dat is eigenlijk de manier waarop het ‘niks’ – datgene wat alleen maar is, wat nog geen richting heeft, alleen een mogelijkheid heeft, dat is het niks, niks is de volle mogelijkheid, de volledige energie, de ongekleurde oerenergie: niks – dat dat dus in je werkt. En daar ben je bij, je bent erbij. En je leeft. En natuurlijk, terwijl je erbij bent en ervaart, wordt dat opgeslagen. Dat moet je goed zien, dat gebeurt, daar kun je niks aan doen. Maar kun je tegelijkertijd verder gaan, zodat die ervaring, die opgeslagen is, erbij komt zonder jou te hinderen. Dat is waar het om gaat.
Niemand in de hele wereld kan zien of je dat doet. Jij alleen kunt het zien, jij alleen kunt het merken, jij alleen kunt erin blijven of er weer van weggaan.

Gisteren luisterde ik op de walkman naar de Goldbergvariaties van Johan Sebastiaan Bach, uitgevoerd door Glenn Gould. Er was een moment, plotseling, dat ik vreselijk moest lachen en dacht: zo eenvoudig, zo eenvoudig! En ik kan het jullie niet vertellen. Maar het heeft te maken met wat ik gezegd heb.
Laten we het daarbij houden.


naar boven