‘Waarheid is een land zonder paden’

Eefde juli 1991 | woensdag

Inleiding
[download]

Ik heb het gisteren gehad over de conceptie. Ik wilde nu een klein stukje vervolg daarvan geven en er daarna vanaf afstappen.
Dat is de tijd dat het kind verwekt is en in de buik van de moeder is. Dan is er een tijd dat het kind zich heel nauw verbonden met de moeder ontwikkelt, tot het moment dat het geboren kan worden.
Maar in die tijd dat het kind zich ontwikkelt, maakt het de moeder van binnenuit mee – ik bedoel dus niet van binnenuit de buik, maar het maakt de moeder innerlijk mee. En de innerlijke moeder is natuurlijk heel wat anders dan de uiterlijke moeder. Dus op een bepaald moment wordt dat kind geboren, het groeit op en leert dan de uiterlijke moeder kennen. En die twee ‘indrukken’, zal ik maar zeggen, kloppen op geen enkele manier, want zoals de moeder eigenlijk is en zoals ze zich in de wereld voordoet, dat zijn twee hele verschillende dingen.

Dat is de eerste grote verwarring van de geest van de mens, dat die twee verhalen eigenlijk niet met elkaar kloppen.
Dat is dus de toestand van de geest van de mens als hij start. En die verwarring blijft. En doordat we verward zijn, hebben we aldoor belangstelling voor wat het duidelijkste verward is. Maar we hebben eigenlijk geen belangstelling voor de geest zelf, voor de toestand waarin de geest is.
Ik heb in mijn hele leven maar twee mensen ontmoet, die werkelijk belangstelling hadden voor hun eigen geest. En toch moet je die belangstelling hebben, wil je kunnen vernemen. Want anders verneem je met een geest die verward is.

Als je kijkt naar wat er in de wereld gebeurt, dan proberen we steeds meer te ontdekken, we proberen steeds meer te weten te komen. En doordat we dat proberen, doordat er die geweldige drang is, kunnen we niet meer vernemen, kan zich niets meer aan ons openbaren. Dat klinkt een beetje hard, als ik dat zo zeg, maar het is gewoon waar.
In de oude hindoe-traditie was het zo, dat een mens op zijn zeventigste belangstelling ging krijgen voor zijn eigen geest. Ik denk dat het een mooie mythe is, want dat is op het ogenblik helemaal niet meer zo.

Wij blijven voortgaan te ontdekken, te ontdekken, te ontdekken… En in dat ontdekken, ontdekken we steeds meer, maar we ontdekken steeds meer afzonderlijke dingen. Dat betekent dus dat het eigenlijke ons ontgaat. Het eigenlijke is er, het eigenlijke hoeft niet ontdekt te worden. Het eigenlijke openbaart zich op het moment dat jij de juiste belangstelling hebt. En het tekent zich in de mens af, doordat hij op een bepaald moment heel dood-, doodmoe wordt van zijn eigen rusteloosheid.

Dit gaat veel verder dan gevestigd zijn en al die dingen waar we altijd over praten met elkaar. Niet dat die niet belangrijk zijn, maar die zijn nog allemaal voor de heenreis, waar de hele wereld inzit – de wereld zit in die heenreis, nog altijd, nog altijd, nog altijd… Niemand weet hoe lang dat duren zal. Maar om geopenbaard te worden heb je een stille geest nodig, een geest die nergens meer op uit is, helemaal nergens meer op uit is.
Ik weet niet of jullie begrijpen wat dat is: een geest die nergens meer op uit is…
Ik kan dat nu wel zeggen tegen jullie, maar je moet daar heel lang bij stil staan, wil je daar iets van begrijpen.

En dit heeft niet te maken met leeftijd – eigenlijk heeft dit niet te maken met leeftijd, het heeft te maken met een instelling in jezelf. Een instelling die maakt dat je de dag die komt, kunt laten komen; dat je niet harder wilt dan de dag die komt. Ook de dag die in jou komt, niet alleen in de natuur. Maar dat de dag die in jou komt, ongehinderd kan komen. Dat er niet aan gesjord en gerukt wordt, dat er geen doelen zijn. Dat je niet ergens naartoe hoeft in de geest. Dat er niet meer iets is wat je niet begrijpt, omdat je ingezien hebt dat dat onmogelijk is. Dus dat laat je los.

Zonder dat we het beseffen, zijn we nog altijd in de greep van de vooruitgang. We zijn nog altijd in de greep van de volgende dag, het volgende moment, … dan…
Mensen, het is niet waar, het is helemaal niet waar. In feite wordt er nooit iets nieuws ontdekt, er wordt alleen meer ontdekt van onderdelen.

Ik herinner me nog dat in juli 1938, in het Sterkamp[1], dat midden in het gesprek Krishnamurti de tent uitliep, en alleen maar zei: ‘Jullie kunnen het niet begrijpen…’
En dat was dit: dat je stil kunt staan bij de manier waarop je geest werkt; dat je op kunt merken hoe die geest altijd maar uitgaat naar het volgende, naar het volgende; dat hij wil weten.
Toen hij de tent uitliep – ik zat vooraan – heeft dat ontzettende diepe indruk op me gemaakt. Ik wist toen niet waarom, ik begrijp het nu heel goed. Hij had daar toen drie à vier duizend mensen tegenover zich – dat was natuurlijk een muur van ‘willen weten’ wat op hem afkwam. Hij had gewoon een onmachtig gevoel: ‘daar kan ik niets tegen doen, dat zet zich door.’
En ik denk dat dat ook zo is, dat zet zich ook inderdaad door. Ik weet nog niet hoelang, maar het zet zich door.

En toch is het zó duidelijk dat dat een weg is die nooit tot een ‘zien’, tot een alleen maar ‘er zijn’ leidt. Alleen maar er zijn, waarin alles wat gebeuren moet, gebeurt. Waar niet meer gesjord, getrokken, gestoten, geduwd, bereikt, of voleindigd moet worden

Daarom vertelde ik jullie nog eventjes wat een nieuwe mens die geboren wordt, in die tijd dat hij in de moeder is verneemt van de moeder. Dan heeft het kind nog geen enkele bedoeling. En naderhand maakt het die moeder mee zoals ze is in de wereld. En die twee dingen kloppen niet.
Dat is de eerste verwarring, en dat neemt alleen maar toe. Maar als je dat echt begrijpt, echt helemaal begrijpt wat het is als een verwarde geest op zoek gaat, als een verwarde geest probeert te ontdekken, dan houd je daarmee op, denk ik. Maar misschien heb ik ongelijk, misschien gaat het toch altijd maar door.

Als dit je duidelijk is, dan kun je daar een poosje mee proberen te leven, eens kijken of dat verandering brengt in je wijze van leven. Dat betekent niet dat je niet genieten zult – natuurlijk, waarom zou je niet genieten. Maar je haakt er niet meer naar, je geniet als het zo is. En als het er niet is, dan is het ook goed, je maakt geen plannen meer. Je hoeft niet iets op te lossen, want je weet – dat kun je toch zien, hè mensen, je kunt toch zien dat een verwarde geest nooit iets op kan lossen…
Hij kan wel veel te weten komen, maar hij kan het nooit verbinden. Daarvoor moet hij stil zijn. En juist dan, als hij niet meer iets wil en ook omdat hij niet meer iets verwacht, wordt het geopenbaard. Net zo zeker als de stenen naar beneden vallen.

naar boven

Gesprek (fragment)

– A.: Ik dacht dat je ermee geëindigd was dat als je niet meer iets wilt, het zich kan openbaren. Maar het grootste gedeelte van je leven merk je dat je wél iets wilt. Maar dat willen kan heel verschillend zijn.

– Maarten: Ja, eindeloos.

– A.: Maar dat willen is toch ook nodig om het zich te laten openbaren…

– Maarten: Nee.

– A.: Maar je kan toch niet zeggen: ik wil helemaal niks.

– Maarten: Nee, dat kun je niet.
Kijk, de moeilijkheid is dat je eigenlijk geen andere toestand kent dan dat er iets is wat je graag wilt. En dat betekent dat je jezelf dus op een onderdeel richt. En dan kan het geheel niet tot je doordringen. De grote moeilijkheid is – dat is waar Krishnamurti zo ontzettend moeilijk mee had – dat de mensen graag willen ontdekken, maar ze willen niet de toestand van hun eigen geest kennen. En zolang je iets wilt ontdekken, interesseert de toestand van je geest je eigenlijk geen ene moer.

– B.: … de geest is verward en dat weet ik nu ook. Maar ik denk dat het iets is wat je helemaal niet wilt aannemen, je denkt dat je niet verward bent en dus gaat het weer gewoon door. 

– Maarten: Nou kijk, door wat ik jullie vertel, kun je gaan beseffen dat het misschien zo zit. Dat maakt je geest al iets rustiger. En dan komt er een moment dat alles wat je wilt ontdekken volslagen oninteressant voor je wordt, echt volslagen oninteressant. Dat is een moment dat je stil wordt. Meestal wordt je dan ook heel moe. Dan besef je plotseling dat je al miljoenen jaren leeft en dat je nu hier bent. Daarom vertel ik het jullie.
Je beseft plotseling
dat je miljoenen jaren oud bent en dat je nu nog bezig bent aan hetzelfde. Weliswaar in een ander decor, dat decor verandert natuurlijk steeds. Maar als je er niet doorheen zakt, dan zul je nog heel veel keren telkens in een ander decor voor hetzelfde komen te staan, hoop ik.
Maar het is dus heel goed als je je dat realiseert. En dat op zichzelf maakt de geest als stil, zonder dat jij het doet – het is iets heel vreemds voor ons, dat juist dán dat je geopenbaard kan worden, dat al die faculteiten die je hebt opgebouwd op dat moment stil zijn. Ze zijn wel aanwezig. 

– C.: Vandaag kregen we een oefening bij Epi om sneller tot een bepaalde rust in jezelf te komen. En dat intrigeerde me, want ik zit altijd met het probleem dat je voelt dat je geest verward is, het holt maar, zeker als je gaat zitten.

– Maarten: Ja, die ontspanningstechniek, dat is ook weer iets wat een stukje is. Je moet het doen, hoor, maar het is een stukje.
Ik kan het nog simpeler zeggen: hier kun je niet voor oefenen. Dit is een inzicht. En dat inzicht werkt. En dan kunnen oefeningen helpen om als het ware dat inzicht te helpen om sneller helemaal tot jou door te dringen. Dus zitten, tai chi, oefeningen die jullie van Epi krijgen, die hebben alleen maar zin, als ze het inzicht in de toestand van je geest versterken. Maar als ze afzonderlijk gehouden worden, dus het bereiken van een bepaald soort golven in je hoofd of wat ook maar, dan is het een gedeelte.
Het enige wat nodig is, is accepteren dat je verward bent. Dat is het enige, niets meer. Als je dat écht accepteert, dan is de geest stil. Op dat moment is hij stil.

– C.: Maar wat is écht accepteren.

– Maarten: Dat weet ik niet, dat zul je wel ontdekken.


[1] Van 1924 tot 1938 werden op het landgoed Eerde in Ommen de ‘Sterkampen’ georganiseerd, aanvankelijk door de ‘Orde van de Ster van het Oosten’, als voorbereiding op de komst van de nieuwe Wereldleraar Krishnamurti. In 1929 nam Krishnamurti afstand van die verwachting, met zijn beroemde rede: Waarheid is een land zonder paden. Hij bleef de Sterkampen daarna leiden als onafhankelijk spreker. 

naar boven