Zachte adem, zachte meester

Eefde juli 1991 | donderdag

Inleiding
[download]

Ik heb het gisteren vrij uitvoerig gehad over dat stille gewaarzijn, waarin de aandacht niet meer in hink-stap-sprong van het één naar het ander gaat, maar als een oliestraal heel constant en onafgebroken aanwezig is.
Ik wil proberen vanochtend een beetje aan te geven hoe je in de oefening gebruik kunt maken van dat inzicht. Want ik denk dat het jullie allemaal wel duidelijk is dat oefeningen op zich niet zo belangrijk zijn, maar wel hoe je de oefening doet. De beste oefening verkeert in zijn tegendeel, als je hem niet met het juiste inzicht doet.

Ik kan het anders zeggen: een oefening is eigenlijk niets; een oefening is een mogelijkheid om je bewustheid op te voeren. Maar dan moet je weten dat het daarom gaat. Dat het er niet om gaat wat de toestand is nadat je die oefening op de juiste wijze gedaan hebt.
Cobi zei vanochtend, net voordat ik hier zat, nog tegen me: ik begrijp nu pas wat je al jaren tegen ons zegt, dat de verlichting een hindernis is om de doorbraak te beleven.
En dat geldt voor iedere oefening, zodra je hem inperkt in een bedoeling, werkt hij niet meer zoals hij zou kunnen werken.

Hoe kun je nou dat inzicht gebruiken in dat hele simpele zitten? Dan moet je dus je afvragen welke elementen een rol spelen in dat zitten. Dat is de houding, dat is de adem en dat is de energie.
De laatste twee zijn heel duidelijk een vloeiend en levend proces. De houding zou dat ook kunnen zijn, als we niet zo geremd waren. Dus je kunt het allerbeste beginnen bij de levende processen. En dan is de adem voor ons nog het dichtste bij, daar hebben we nog het meeste contact mee. 

Dan gaat het er dus eigenlijk om – dat klinkt heel simpel, maar het blijkt voor ons moeilijk te zijn – voortdurend contact te hebben met die adem: zijn kwaliteit, zijn lengte, zijn diepte, zijn spanning, zijn zachtheid; om daar ononderbroken mee bezig te zijn.
En jullie zullen allemaal merken dat je daar niet toe in staat bent, dat er gedachten tussendoor komen.

Wat je dan niet moet doen, is een gevecht aangaan. Dat moet je écht niet doen, dat is verloren tijd. En het versterkt alleen maar de tendens die toch al zo in je leven aanwezig is, namelijk van de dingen overwinnen, de dingen beheersen, de dingen in de klauw krijgen. Als je het al lukt – wat ik geen van jullie toewens – dan is dat een pyrrusoverwinning. Want het stelt de volgende uitdaging in zicht, die je ook weer moet overwinnen.

Je bewust zijn van je adem.
Als je dat doet, zul je merken dat er in de uitademing andere dingen gebeuren dan in de inademing. En je zult merken dat je, ondanks het feit dat je misschien al lang aan het mediteren bent en al lang met de adem bezig bent, een voorkeur hebt om meer in te ademen dan uit te ademen.
Dat geeft aan hoe je leven is – je leven is innemen van informatie: gevoelsinformatie, mentale informatie. En dat geeft ons een gevoel van leven, van levend zijn; dat geeft ons een gevoel van in beweging zijn; dat geeft ons een gevoel van verder komen. Daardoor worden we verleid om dat in de adem ook te doen: innemen, innemen… steeds meer hebben, steeds meer beheersen, steeds meer kennen, steeds meer weten.

En zoals ik al een paar keer geleden gezegd heb: wat je weet is verdeeld, is deelkennis; alle kennis die in boeken beschreven staat is deelkennis.
Verbonden kennis kan niet neergeschreven worden; verbonden kennis kan alleen ervaren worden; verbonden kennis kan alleen maar op het moment er zijn. Ze kan niet opgeslagen worden, geconserveerd en als zodanig doorgegeven. Ze moet zich op het moment in jezelf voltrekken.
Dat is de echte, diepe kennis, de diepe kennis van vóór dit leven; die kennis die met je meegaat als je in de grote pauze komt en de reis daarna weer aanvaardt. 

Die diepe kennis kun je verwerven door op de juiste wijze te oefenen. Dat betekent dat je in jezelf opmerkt, in zo’n simpel proces als de adem, hoe jij leeft, hoe jouw levensinstelling is.
Die neiging om – zelfs al onderdruk je hem – in te nemen, om in te nemen, in te nemen… En je hebt het gevoel: als ik inneem, dan zetten mijn longen uit, dat is toch goed … veel zuurstof naar binnen, kan ik veel.
Het is niet zo. Want wat je vergeet is dat je, in verhouding tot alles wat je inneemt, maar een minimale hoeveelheid verwerkt. Een minimale hoeveelheid van al datgene wat je inneemt, beseft, bewust hebt. Je bent altijd maar bezig in de toekomst, de volgende uitdaging, de volgende beheersing, het volgende kunnen. En intussen stapelt zich in je geest al dat onverwerkte op. En barricadeer je met vaste hand de mogelijkheid om tot werkelijke verheldering te komen – daar mag je voor mij best ‘verlichting’ voor zeggen, dat is maar een woord. Maar dat doe je dagelijks, dagelijks barricadeer je meer.

Dus als je op je adem let, als je ziet, voelt en ervaart hoe die adem is, kun je geleidelijk aan zo dicht bij die adem komen in je beleving, dat die adem zich als het ware ontspant. Dat is het beste wat ik ervan zeggen kan. En dan zul je merken dat die adem steeds meer uitademing is, dat er steeds minder druk op komt te staan. Dat hij als het ware leegloopt, dat je echt leeg wordt.
En je zult tot je verbazing merken dat in dat leeglopen je longen uitzetten. Dat had je helemaal niet verwacht, je longen worden groter. Je krijgt ook meer contact met je longen. Je krijgt bovendien meer contact met alles wat er in je buik gebeurt in de ademhaling. Je hoeft je aandacht alleen maar te geven aan wat er gebeurt, en je merkt dat die adem bepaalde organen meer bereikt dan de andere. En als je daar nou maar niets aan doet, zul je merken, over een maand bijvoorbeeld, dat er verschuiving is van het gaan naar de organen. De adem gaat naar andere organen. 

En je merkt ook dat je steeds verder in die uitademing blijft. Dat de inademing eigenlijk nauwelijks opgemerkt wordt – soms moet je je afvragen: adem ik in of adem ik uit?
En als je nog verder bewust wordt, merk je dat je eigenlijk altijd net aan het eind van de uitademing bent. Ook als je inademt, heb je nog dat gevoel van dat je het loslaat, dat je het tot zichzelf laat komen. Dat is heel letterlijk zo: in jou komt van alles tot zichzelf; in jou wordt het geordend, daar doe jij niets aan, daar blijf je met je vingers af. Dat gaat vanzelf. 

Ik moet denken aan mijn oude leermeester Okada, die zegt: je moet altijd aan het eind van de uitademing zijn, ook als je inademt.
Meer dan vijfendertig jaar geleden heb ik dat eens gelezen, hij heeft maar een heel klein dun boekje uitgegeven. Een uitzonderlijke meester. Een ongelooflijk vriendelijke man, die voor iedereen de tijd had. Die, als je bij hem kwam, zoals ik het van Dürckheim gehoord heb, zei: wat wil je bereiken?
Nou, iedereen wilde wat anders bereiken. Dan zei hij: ja, sorry, dat kan niet bij mij.
– Wat kan ik dan wel bij u?
– Je kunt bij mij de vogels leren begrijpen en je kunt de wind echt horen.
Daar zijn een heleboel mensen op afgeknapt, die zijn weggewandeld. Tja, vogels en wind, wat is dat nou…

Maar het is een hele diepe wijsheid. Hij stelde ze dus iets in het vooruitzicht wat helemaal niet begeerlijk is. Iets wat wij een beetje soft vinden, wat geen enkel wapenfeit is, wat beslist de krantenkoppen niet haalt.
Dat was toen al in 1907, toen hij overleed. Maar ik merk nu dat het exact is wat hij zegt.[1]

Dat kan alleen maar tot stand komen als je tijdens het zitten onafgebroken de adem volgt. En als er gedachten tussendoor komen, vind dat niet erg, laat die gedachte maar rustig waar hij is. Maar probeer intussen ook die adem te volgen.
Dat is weliswaar een verdeelde aandacht, maar het is de enige mogelijkheid dat je én die gedachte én die adem binnen je aandacht hebt.

En daarmee los je een fundamenteel probleem op, daar los je echt een wereldprobleem mee op. Dat is de oplossing. Daarmee komt die mens, die in miljoenen jaren geworden is tot wat hij nu is – de zelfbewuste, maar afgesloten mens – in die tijd dat je zo bewust ademt, eigenlijk in quarantaine. Hij is er wel, maar hij heeft geen macht meer over je.
Dat betekent dus eigenlijk dat die hele ontwikkeling van miljoenen jaren op dat moment even buiten werking is gesteld. En jou de gelegenheid geeft om de innerlijke ontwikkeling – die niet de uiterlijke ontwikkeling is, maar daaraan voorafgaat – te volgen. Je bent dus op dat moment heel dicht bij waar het om gaat: dat jij dus de weg vervolgt. 

Als je zo bij je adem bent, merk je ook dat het je echt absoluut geen zier meer interesseert waar je terecht komt. Dat interesseert je absoluut helemaal geen ene moer. Het enige wat je interesseert is daar te zijn, steeds te ervaren, steeds te ervaren, steeds te ervaren…
Als je dan opstaat ben je nieuw. En natuurlijk is die oude mens er. Die oude mens keert terug en die zegt je allerlei geweldige dingen. Geloof hem niet. Hij kan niet anders dan oude wijn verkopen, want hij is van het verleden. Hij is van al die miljoenen jaren, en van dit leven – eigenlijk zijn we ons alleen maar bewust van dit leven. 

Maar als je zo ademt zoals ik nu heb aangeduid, zul je merken dat je contact krijgt met die miljoenen jaren. Dat je ook contact krijgt met hoe je geboren werd en hoe de conceptie was. Je krijgt dus meer beeld van je leven als geheel. 

En dan ga je ook gewoon voelen dat al die problemen die je normaal hebt, futiliteiten zijn. Dat zijn echte ego-problemen, dat wil zeggen, dat zijn problemen die optreden in een mens die denkt dat hij alleen maar dat is wat hij nu geworden is. Die geen contact heeft met zijn oorsprong. En die oorsprong is beeldloos. Dat is niet een beeld, dat is een aanwezigheid.
Als je de grote mystici hoort, dan zeggen die ook allemaal: het wezenlijke is de grote aanwezigheid.
Sommige mystici hebben daarvoor een heel leven lang vruchteloos van allerlei moeten nastreven, om aan het eind van hun tocht – en daarom zijn ze dan heilig geworden, bekend geworden – te ontdekken dat het beeldloos is, dat het een aanwezigheid is.

En jij bent van die aanwezigheid. Maar daarvoor moet je inderdaad dat leven wat je leeft tussen haakjes kunnen zetten. Niet dat dat leven niet belangrijk is. Maar dat leven dat wordt pas belangrijk, als je het vanuit die constante aandacht kunt leven.
En dat is natuurlijk niet direct mogelijk. Je zult altijd weer uitglijden. Er zal altijd weer een geroep worden gedaan op je arrogantie en op je ijdelheid en op je veroveringsdrang en op je prestatiedrang. Daar zal altijd weer een beroep op gedaan worden. Dat is onvermijdelijk, zo zit de wereld in elkaar. En zo zit jij in elkaar. 

Maar je kunt dat beëindigen. En je kunt dat beëindigen door zoiets simpels als ik nu zei. Door helemaal die adem te leren kennen. Steeds verder, steeds verder…
En ik verzeker jullie, het is ongelooflijk avontuurlijk steeds diepere mogelijkheden te leren kennen door zo’n simpel proces als de adem – waar jij steeds aan het uiterste eind van de uitademing, ontdekt dat er niets is wat je in de weg zit.

Daarom zei Okada ook: de mens die in het uiteinde van zijn uitademing leeft, die kan de grote sprong doen.
Daarom begrijp ik ook waarom Okada, van al die zenmeesters die er geweest zijn, de meest vriendelijke is. Degene die ook zijn vrouw heel erg hoog achtte en een heleboel over zijn vrouw geschreven heeft.
Dat is heel opmerkelijk. Dat wordt meestal afgedaan met: een vrouw, nou ja, dat is … Dat is voor mij heel belangrijk. Een van de meesters die dus de zachte weg is gegaan, de weg van bewustwording.
Ik kan jullie niet anders aanraden dan: probeer het, probeer het voor jezelf. Het is niet moeilijk, het vraagt alleen maar inzicht. Als je een keer inziet dat alleen maar een schone mens – dat wil zeggen een opgeruimde mens, een mens die dus alles wat hij ooit beleefd heeft, heeft verwerkt, toegelaten, in zich heeft laten rusten, heel bewust, geen oordeel over gehad heeft, het heeft kunnen laten rusten, het heeft kunnen laten uitgroeien, tot wasdom komen – dat alleen die schone mens in alle bescheidenheid en in alle eerbiedigheid kan meewerken aan het grote gebeuren, de wereld die voortgaat zich te ontwikkelen, met of zonder de mens.
Aan ons is eigenlijk de beslissing gegeven of het mét de mens zal zijn.


[1] Zie ook het artikel Okada, ‘Meester van de adem’ (en het seiza-bankje) op het ‘Zen als Leefwijze’ blog.

naar boven