De inzichtelijke reis

Eefde juli 1990 | Maandag

Inleiding
[download]

Gisteren in ons gesprek over de voorstellingen zijn er een paar vragen geweest die zo’n beetje geschampt hebben langs de vraag: als nu het vergankelijke, het ‘ik’, gelukkig vernietigd wordt aan het eind, wat dan, waarvoor is dit leven dan? En hoe is dan de evolutie van het bewustzijn mogelijk?
In de Veda’s wordt daarover gezegd dat met elke reis op aarde het oorzakelijk lichaam verandert. Maar ik vind dat voor ons een beetje ongelukkige uitdrukking in ons taalgebruik. Omdat als je ‘oorzakelijk’ zegt, daar die hele causale rambam omheen komt, dan is er namelijk een causaal verband. Daarom zou ik het ‘inzichtelijk’ willen noemen.

Het inzichtelijk lichaam verandert maar heel weinig, en dat komt omdat wij onaandachtig leven. Dat is ook de reden waarom we eindeloos herhalen. Als we echt aandachtig zouden leven, zouden we niet eindeloos terug hoeven te komen om te gaan beseffen waar het om gaat, namelijk te leven in overeenstemming met het kosmische.
Wat wij doen is onze vergankelijke doelen najagen. En dat is heel vanzelfsprekend, want dat is voor ons de hoofdzaak. Dat wat je nu geworden bent, wat je nu denkt, wat je nu voelt, wat je nu ervaart, is natuurlijk veel dichterbij dan iets wat daaraan voorafgaat, hoewel het wel de aanleiding is van je zijn op aarde. Dat is duidelijk. Daar hoeven we onszelf dus niet lelijk voor aan te kijken. Maar ik heb het nu dus over wat er gebeurt.
Dit gegeven uit de Veda’s geeft tevens aan dat dat inzichtelijke van heel hoog belang is. Maar dat daar uitsluitend aandacht voor is als het vergankelijke, ten eerste niet veroordeeld wordt, maar gewoon in zijn volheid, in zijn schoonheid, in zijn menigvuldigheid, in vreugde aanvaard wordt. Zodat je er minder aan vastzit.

Dat brengt je dus ook op dat andere aspect van de meditatie, dat er op allerlei manieren geprobeerd wordt om de kosmische energie – die dus niet van jou is, maar die je wel gebruiken mag – zó intens te doen zijn, dat je van daaruit, heel vanzelfsprekend eigenlijk, losser komt te staan van je vergankelijke hier-zijn. ‘Losser staan’ betekent niet dat je er onafhankelijk van bent, dat je plotseling onafhankelijk zou zijn van dat vergankelijke dat je bent. Daar ben je natúúrlijk afhankelijk van, daarvoor ben je hier om dit leven te leven. Maar dit leven is geen doel op zichzelf – dit leven nu, hier, is geen doel op zichzelf. Het is een mogelijkheid om dat inzichtelijke verder te laten evolueren.
En dat inzichtelijke is dus niet afhankelijk van je vergankelijke hier-zijn. Dat zijn twee heel belangrijke dingen.

Wat wij nu met deze summiere aanduiding gedaan hebben – en dat hebben we niet alleen in het Westen gedaan, maar dat hebben we ook in het Oosten gedaan –  is ontzettend belangrijk gaan vinden wat er in die vorige levens gebeurd is. En dat is echt, dat is onzin! Dat is fini. Maar wat er in het inzichtelijke gebeurd is naar aanleiding van, dat is heel belangrijk, dat is jouw eigenlijke startpunt voor dit leven. Je eigenlijke startpunt is in hoeverre dat inzichtelijke geëvolueerd is.
Dat vind je een beetje terug in de wijze waarop de energiecentra samenwerken, in de kwaliteit daarvan, maar dat is ook weer een afspiegeling. Dat is dus niet waar het om gaat.
En nou is het zo jammer dat, met alle oefeningen die er zijn en studies over de energiekant van ons lichaam, bijna altijd alleen maar gezien wordt wat je er nu mee kunt doen. Daar wordt niet gezien die naar mijn gevoel veel belangrijker kant: dat je door dat ervaren van de energie losser komt te staan van je vergankelijke leven, minder slachtoffer bent van wat daar plaatsheeft.
Ik zou het ook anders kunnen zeggen: die energie-ervaring geeft je de gelegenheid om tevens te ervaren dat je ook dat inzichtelijke bent, dat oergegeven, dat geen begin heeft.
Dat is heel opmerkelijk dat in de Veda’s daarover gesproken wordt, dat het oergegeven geen begin heeft. En dat klopt dus ook met de laatste inzichten in de kernfysica. Dat de hele theorie over de big bang, die oerknal, een momentopname is uit een voortdurende omzetting, transformatie. En ze neigen er nu toe – ze zijn het er niet over eens, maar ze neigen er nu toe – om te zien dat eigenlijk alles in een voortdurende omzetting, in een voortdurende transformatie is.

En dat is ook ons gegeven, het gegeven van de enkele mens. Dat die dus steeds voortgaat zich verder te ontwikkelen. En ik denk dat het zo is dat, ook als wij er ons helemaal geen idee over verschaffen, als wij er helemaal niet bij stilstaan, als we gewoon ons leven leven met ons natje en ons droogte, ons pleziertje en ons verdriet, die ontwikkeling van dat bewustzijn wel doorgaat. Alleen, de individu heeft de mogelijkheid om heel vrijwillig, maar heel bewust, aan die inzichtelijke reis deel te nemen.
Als we dus niet vrijwillig die inzichtelijke reis willen delen, dan zullen we gewoon door de omstandigheden – dat zien we op het ogenblik al – gedwongen worden ons ermee bezig te houden. En we zullen natuurlijk, dat hebben we altijd gedaan, tijdelijke oplossingen vinden. Dat we zeggen: nou, milieu is verknoeid, minder vuil. En, afijn, hoe zullen we dat in orde brengen. Maar dan hebben we altijd weer één facet aangepakt en we hebben niet begrepen waar het eigenlijk om gaat.

Dat is dus belangrijk, dat je je eigen inspanning op die meditatieweg ook leert zien in zijn betrekkelijkheid. Dus niet denkt: dat is dus het, het, het! Dat je ziet dat het hoort in een hele grote inspanning, een hele grote werkzaamheid, waarvan we deel zijn. Maar het mooie is dat wij daar bewust aan deel kunnen nemen. En dat bewust deelnemen houdt in dat je iets losser komt te staan van je vergankelijke hier-zijn. Zonder dat je – ik kan het niet genoeg zeggen – dat vergankelijke lager waardeert.
Dat is namelijk in bijna alle religies gebeurd, om het vergankelijke onder te waarderen, om daarvan te zeggen: ja maar, het is maar vergankelijk. Dat is echt een ongelooflijke misvatting. Want het is even nodig voor de evolutie dat het in de stof, in de vorm, verwerkelijkt wordt – ook gedachtes zijn vormen, ook voorstellingen zijn vormen, materie – dat het daar getransformeerd wordt.
Ieder van ons is dus een soort van transformatiepunt. En wat hij transformeert is natuurlijk heel belangrijk, de kwaliteit daarvan is heel belangrijk.
Alleen al dit, wat ik nu vertel, kan je gewoon losser maken van dat leven van alledag zoals je het normaal leeft. Dat kan je dus doen beseffen dat alle inspanning eigenlijk alleen maar zegenrijk is als ze vanuit dat inzichtelijke geleefd wordt.

Dat betekent voor ons allemaal in eerste instantie dat we een plek inruimen voor dat inzichtelijke. Dat we niet maar doordazen in dat leven wat zo duidelijk voor je ligt. En een plek inruimen, daartoe ben je alleen maar bereid als je het eenmaal beseft. Dus het is bijna een vicieuze cirkel.
Maar ik denk dat in het leven van ieder mens een moment komt dat hij gaat beseffen dat er nog iets anders is dan waar hij zich tot nu toe mee beziggehouden heeft. En dat is een heel cruciaal moment. Het is namelijk heel cruciaal wat je er dan mee doet. Of je alleen maar opgeschrikt wordt of een extatische toestand krijgt, en dat is dan dat. Of dat er een vervolg op is, dat je dus vanuit die beleving een ander leven gaat leiden. En dat hoeft niet direct te lukken, maar je kunt het elke keer weer proberen.

En dat is waar heel veel verwarring nog altijd is. Er zijn heel vele systemen die ongelooflijk de nadruk leggen op dat binnen bereik krijgen van de energie. En als die energie in je gewekt is, dan geeft dat een gevoel van macht, een gevoel van kunnen beheersen. En dat is iets waar velen inlopen. Want die energie is natuurlijk niet bestemd om een klein mens macht te verschaffen. Dat is niet zo. Dat is alleen maar bestemd om de totale voortgang van de kosmos beter voortgang te laten hebben. Dat is de eigenlijke achtergrond.
Maar het is heel begrijpelijk, en ik neem het niemand kwalijk die de beschikking krijgt over energie, dat hij daar macht mee uitoefent. Dat is gewoon zo. Je merkt dat je een heleboel kunt doen wat je voor die tijd niet kon doen. Al was het alleen maar bij jezelf. En je bent je niet bewust dat je het gekregen hebt, dat het een geschenk is, dat het een verantwoordelijkheid oplegt.
Het is zo, ik zou haast zeggen: vanzelfsprekend, dat als in de centrale van het ‘ik’ opeens een heleboel energie komt, het ‘ik’ denkt: ha, heerlijk, nou kunnen we wat…
En dat is natuurlijk op alle gebieden zo, dat is in de wetenschap, dat is in de vechtkunst, dat is in sex, dat is overal. Maar het is natuurlijk een misvatting. En als mensheid hebben we die misvatting natuurlijk geregeld gepleegd op grovere niveaus. Beschikking over kernenergie, heeft het allereerste geleid tot kernwapens. En zo ga je door. Dus het is heel belangrijk om dit te begrijpen, want dan weet je tenminste wat het betekent.
En het neemt niets weg van het belang van die energie. Maar energie is natuurlijk een kosmisch gegeven, dat is van niemand. Dat heeft ook geen bedoeling, dat is energie… Maar hoe je die energie gebruikt, dat is natuurlijk heel cruciaal.
Nou, ik denk dat dat voldoende is voor vanochtend.

Gesprek (fragment)

– A.: Het is dus mogelijk dat je met energie werkt en tegelijkertijd blind bent voor je blinde vlekken?

Maarten: Je bent blind voor het feit dat je het gebruikt. Want, ik bedoel, als het misbruikt wordt is dat niet opzettelijk. Het is gewoon niet opmerken wat je eigenlijk aan het doen bent. En ook: niet beseffen dat je het gekregen hebt.
Energie opwekken geeft het gevoel dat jij dat doet. Als je zo en zo gaat staan en zo gaat bewegen, dan komt de energie. Het is maar een stap van niks om het gevoel te hebben: dat heb ik gedaan. En als je het dan ook weer gaat gebruiken om gevoelens om te buigen of om blokkades op te heffen, dan zit je in een gebied waar het eigenlijk niet thuishoort. Of je moet heel goed weten wat je doet en daar niet een gevoel uit putten van: kijk eens, dat heb ik gedaan. Dat je het in zijn kwaliteit laat namelijk. Het is niet menselijk, het is kosmisch.
Misbruik is dat je het dus in je eigen machientje, laten we maar zeggen: in je eigen bewustzijn, in je eigen lichaam, gaat gebruiken voor een doel wat uitsluitend het ‘ik’ dient. Kosmische energie kan op allerlei manieren gebruikt worden en dan is die anders van kwaliteit. Dus eigenlijk is het een ongelooflijk verantwoordelijke zaak.

– B.: Je had het over het dagelijks leven en de kosmische energie. In mijn dagelijks leven herken of interpreteer ik soms iets als kosmische energie. Kun je dat in je dagelijks leven ervaren?

– Maarten: Ja natuurlijk, je hebt er deel aan. Maar jouw verantwoordelijkheid is hoe je, met jouw gegevens, in overeenstemming met die kosmische energie kunt leven.

– B.: Maar daarvoor moet ik het herkennen in de dagelijkse dingen.

– Maarten: Inderdaad. Er is niets normaals waar het niet in is. Wij kwalificeren het op een bepaalde manier, maar het is in alle dingen. Daarom heb ik er zo de nadruk op gelegd dat wij niet de fout begaan, die veel gemaakt is, dat we het gewone, vergankelijke leven met alles wat dat inhoudt, niet onderwaarderen, dat we dat minder vinden. Daar is het ook in. Alleen, wij ervaren het er niet in zoals we normaal leven. Maar iemand die op een bepaald moment ontroerd wordt door een gestorven bloem, die ervaart dus zelfs in die afgestorven bloem de eeuwigheid.
Dat is iets wat dagelijks kan gebeuren. Wij hebben altijd behoefte om te onderscheiden en te zeggen van: nou kijk, dat, kosmische energie, dat is daar. Maar het is natuurlijk ook hier. Het zit in een sok, alleen ik ervaar het er niet in. Maar dat is mijn tekortkoming.

– C.: Zijn energie en bewustwording precies dezelfde dingen?

– Maarten: Precies. Wat jij nu zegt is een van de dingen die alle grote wijze mensen hebben gezegd, en zij hebben het dan anders gezegd. Zij hebben gezegd: als het gevoel niet gelijkelijk ontwikkeld wordt met het verstand, dan gaat het mis. Maar ook als het gevoel alleen ontwikkeld wordt en het verstand niet, dan gaat het ook mis. Dus die voortdurende voeling is nodig.

– C.: Maar kun je dan energie en inzicht koppelen aan verstand en gevoel?

– Maarten: Je zou het kunnen doen. Maar in ieder geval, wat ik duidelijk wil maken is dat ze alleen maar zegenrijk zijn zolang ze verbonden zijn. Zodra energie gekoppeld is aan inzicht, dan zal het geen schade berokkenen. Zodra energie eigenlijk in afgescheidenheid voor ‘ik’ gebruikt wordt, ja, dan zal het ongelukken maken. En het grote ‘ik’ van de mensheid, nou, dat is daar hard mee bezig.


naar boven