Het oorzakelijke

Eefde juli 1989 | Donderdagmorgen

Inleiding 
[download]

Ik wilde even terugkeren naar de kwestie van de verschillende lichamen, iemand zei naar aanleiding van mijn verhaal daarover: “Ja, de Zenmeesters zeggen altijd: ‘dat is makyo, dat is illusie.’”
Nu, daar hebben ze helemaal gelijk in. Ik wil proberen om het nog een beetje te verduidelijken.
Wij zijn de laatste tijd in het Westen driftig bezig ons in deze zaken te verdiepen, op allerlei manieren. Als je de Koörddanser[1] doorkijkt, krijg je daar een onnoemelijk scala van mogelijkheden voorgeschoteld. Ik denk dat er weinig mensen zijn die zich ervan bewust zijn dat dat allemaal vergankelijk is, het is allemaal in de tijd. Dat geldt ook voor het gedachtelichaam en het gevoelslichaam. Ondanks het feit dat het sterven daarvan veel langere tijd neemt, is het allemaal tijd, en dus allemaal vergankelijk.
En meditatie probeert zich open te stellen voor dat wat niet van de tijd is. Het is heel belangrijk om dat goed te beseffen.
Iemand als Stephen Hawkins – de fysicus die over de zwarte gaten schrijft – is zich ervan bewust dat al die dingen die voor ons allang behoren tot (bijna) Onze-Lieve- Heer, allemaal vergankelijk zijn. ‘Vergankelijk’ is alles wat vóór de dood en ná de geboorte geldt, maar noch daarvoor noch daarna geldig is. Het eenvoudigste waar je je aan kunt vasthouden is dat het oorzakelijk beginsel niet van de tijd is – het oorzakelijk beginsel kiest zich een mogelijkheid om bewust te worden.
Als je dat nu voor de mens vertaalt, dan komen de man en de vrouw bij elkaar, vindt er bevruchting plaats, enzovoorts. Wat je hierover leest en hoort, is dat mensen daar toch het gevoel bij hebben dat je aan het scheppen bent – als man dan, vrouwen zijn niet zo dom. Terwijl je alleen aan het uitvoeren bent, je bent aan het uitvoeren wat in gang gezet is. En dat in gang zetten is iets waar je nooit bij komt.

Als je dit begrijpt, gaat er een heleboel misplaatste arrogantie uit je weg. Wij zijn zoals we zijn uitsluitend uitvoerenden. Maar het mooie is dat je je in dat uitvoeren bewust kunt worden: het oorzakelijk beginsel kiest verwerkelijking, kiest bewustwording en jij kunt dat uitvoeren. En in dat uitvoeren kun jij – dat is het wonder – het oorzakelijk beginsel beseffen. En daar ging het in de meditatie om.
Dus alles wat gezegd is blijft gelden, maar dat is niet waar het in de meditatie om gaat. In de meditatie gaat het om die totale voortgang van de evolutie, waarin een mens – die zoals hij is alleen maar uitvoerder is en meestal niet weet waaróm hij uitvoert – in staat is om te beseffen wat dat is. Dan wordt ook alleen maar gesproken van een ‘aanwezigheid’, en niet meer over één van de vele woorden die we er wel voor kennen; dus het gevoel dat aanwezig is, zonder een onderverdeling.

Dat neemt helemaal niet weg dat alles wat daarvoor gezegd is niet waar zou zijn. Maar we moeten goed zien dat ook die hele fijne gebieden, zoals van de gedachten, behoren tot het vergankelijke, tot geboorte en dood – en dat is ook de schoonheid ervan. We hebben natuurlijk ook de fout gemaakt dat we meenden dat het vergankelijke ‘maar’ het vergankelijke is. Dat is natuurlijk dwaas. Het oorzakelijke kan niet buiten het vergankelijke, en het vergankelijke kan sowieso niet buiten het oorzakelijke.

Als je dat begrijpt, komt er een heleboel lucht. Dan houd je je niet bezig met dingen die iets proberen te doen wat niet kan en stop je er geen verwachtingen in die niet kunnen. Dan word je veel rustiger, dan is het net zoiets als dat je weet hoe een computer in elkaar zit. En dat is dat. Je denkt niet meer dat die computer ooit schepper kan worden of zoiets. Dat doen we echt als we, door met allerlei cursussen of met allerlei systemen in aanraking te komen,  menen daarmee – mmm… – ergens te komen.
Het zit veel dieper verborgen, alleen een heel leven wat gewijd is aan deze zaak brengt het voor jou iets dichterbij. En hoe dichter het bij komt, hoe verder het weggaat – dat is in één beweging: je besef van de immensiteit wordt zó groot, dat je er met je al te gretige vingers af blijft. Dat is ook heel belangrijk, maar het is allemaal één beweging: hoe meer je beseft, hoe voorzichtiger je ermee bent.

Dan wilde ik nog terugkomen op een kant van de meditatie die wel eens vergeten wordt: dat je contact nodig hebt, uitwisseling nodig hebt, samen doen nodig hebt, horen over en horen van … maar dat je niet moet vergeten om jezelf te laten bezinken.
Zoals ik het zo om me heen zie gebeuren – niet alleen in deze groep, maar in het algemeen – dan wordt dat aspect grandioos vergeten. En het is een must, zoals oefenen een must is. Dit hoort bij de oefening.
En zeer waarschijnlijk – ik heb er zelf nooit last van gehad, maar dat concludeer ik uit wat ik zo om me heen zie gebeuren – zul je dat jezelf eerst een beetje moeten opleggen. Gewoon tegen jezelf zeggen: een uur per dag (hoelang precies moet je zelf uitzoeken) moet ik alleen zijn, echt alleen – niks aan, alleen maar je bewustzijn aan. En geduldig leren beseffen wat dat is.
Want er komt een moment dat je er niet meer buiten kunt om een bepaalde gedeelte van de dag (van het etmaal, liever gezegd, want het mag ook best in de nacht zijn) bewust – wakker dus – alleen te zijn. Dan ga je er echt naar verlangen, ook al ben je dol op je man of je vrouw of je vriend of vriendin. Maar zodra dát aangetast wordt, voel je dat er iets misgaat. Dat móet je hebben – ik kan daar geen maat voor geven, want dat is voor verschillende mensen verschillend.
Je moet dat natuurlijke gevoel voor alleenzijn ontwikkelen, dat is iets wat je je moet verwerven. Want in het samenzijn en in het samendoen en in het horen van en informatie krijgen, gaat on-ge-loof-lijk veel verloren, héél erg veel. Daar moet je zuinig mee zijn, want alle informatie die niet zijn plek kan vinden, wordt ballast die je meesleept, die energie kost. Alleen informatie die bij je binnenkomt en daar betekenis heeft, is van belang.
Als je het huidige onderwijssysteem ziet, word je bijna wanhopig om wat daar gebeurt. Het is gewoon een afschuwelijke slijtageslag. Nog steeds denkt iedereen: hoe meer informatie, hoe beter. En dat is niet waar.
Je zult voor jezelf moeten uitvinden wat jouw maat is. En daar moet je je aan houden. Pas als het verwerkingscircuit optimaal functioneert, zul je iets meer informatie kunnen krijgen. Maar dan word je ook heel kieskeurig wat je informatie betreft. Je ontwikkelt het vermogen om mensen aan te horen die je eigenlijk niets te vertellen hebben, en toch zó naar ze te luisteren dat ze begrijpen dat je wat voor ze voelt.
Maar je moet hier heel nauwkeurig in zijn … en onverbiddelijk, echt onverbiddelijk. Want anders haal je het niet voor het eind van je leven en blijf je steken in de veelheid, in de ballast, in de onzin. Het is namelijk zin-loos, het heeft geen zin, het is on-zin.
Daar ligt een mogelijkheid van evolutie, dat je daarin kieskeurig bent, merkt wanneer jouw belangstelling afneemt. En dat niet alleen registreert, maar ernaar handelt. Dan moet je natuurlijk wel leren om iets niet onvriendelijk af te breken. Maar voor jezelf moet je wat dat betreft onverbiddelijk zijn, want anders ga je voor de bijl. Dat betekent helemaal niet dat je je uit het leven terug moet trekken. Maar je moet gewoon weten: nu zet ik het knopje op oneindig. Want anders gaat je vermogen om op te nemen, om contact te maken, verloren.

Dit instinct is in de maatschappij waarin we leven geleidelijk aan bijna afwezig. Dus dat moeten we voor onszelf weer opkweken. Want het is er natuurlijk wel, we zijn zo gebouwd dat we de evolutie kunnen verwerkelijken. Maar we zijn langzamerhand een beetje groggy geworden van alle aanslagen erop. Iedereen wil ons doen geloven dat samenleven, samendoen, alles is, eindeloos… En eigenlijk vermoord je elkaar daarmee – letterlijk: je vermoordt de mogelijkheid tot voortgang.
Dus daar moet je attent op zijn, dat bespaart je ontzettend veel ballast.
Je moet ook kijken waar instructie destructie wordt. Want we worden in de wereld van alle kanten geïnstrueerd. Maar als het nét teveel is wordt het destructie in jou. Dus dan moet je zeggen: very sorry, dank je wel, maar op het ogenblijk niet.


naar boven

Gesprek (fragment)

– Vraag: Je zei in het begin dat het oorzakelijk beginsel het vergankelijke nodig heeft. Is er een metafoor of een beeld of uitleg waarom dat zo is? Want ik zou zeggen dat het oorzakelijke genoeg in zichzelf heeft…

Maarten: Bewustwording…

– Vraag: Dus het oorzakelijke was niet genoeg in zichzelf voor de bewustwording.

Maarten: Nee. In een oude Joodse overlevering wordt gezegd dat de schepping het gevolg is van het feit dat Jahweh zich bewust wilde worden van zichzelf.

– Vraag: Ja, dat weet ik, maar dat is zo wonderlijk.

Maarten: Dat is niet zo wonderlijk. Iets zijn en je bewustzijn van het zijn, is iets anders.

– Vraag: Wil je daarmee zeggen dat vóór de schepping het oorzakelijke niet in die zin volmaakt was, dat er iets aan ontbrak?

Maarten: Nee, er ontbreekt niets, het is compleet, het is alles, maar het wordt zich bewust van…

Vraag: Dat is toch meer dan daarvoor?

Maarten: Nee, dat is ons idee dat het ene meer is dan het andere. Maar bewustwording is eigenlijk altijd minder worden. Als je je van iets bewust wordt, kan het weg uit je aandacht. Als zodanig is totale bewustwording niet meer de moeizame arbeid. Dan is ‘dat wat is’ zich helemaal bewust. En dan is pas het einde van de reis.

Vraag: Dus het was een reis. En ik vraag naar het begin…

Maarten: Weet ik niet. Dit is een werking die je kunt constateren.

Vraag: Jij vertelt altijd over de reis, maar mijn vraag ligt daarvoor…

Maarten: Dan ben je in goed gezelschap van meneer Hawkins – de man van de zwarte gaten en het ontstaan van de wereld – die daarover mijmerend tot de conclusie komt dat hij het niet weet.

Vraag: Je hebt gezegd: als je altijd samen bent en alles samen doet, vermoord je elkaar. Wil je dat nog eens uitleggen?

Maarten: Ja, het is natuurlijk niet de bedoeling dat als je met elkaar bent, je elkaar aan het vermoorden bent. Maar het kan wel eens gebeuren. Dat is namelijk als je meer informatie binnenkrijgt dan jij eigenlijk aankunt.

Vraag: Maar je kunt je er toch niet altijd aan onttrekken.

Maarten: Als jij hier in de kring bent en het gebeurt zo dat je denkt: nu wil ik naar mijn kamer want het is wel genoeg geweest, dan kan dat hier. Dat kan niet altijd in je leven. Maar je kunt wel van binnen iets even dicht doen, zodat je weer bij jezelf kunt zijn. De gemiddelde burger die in de maatschappij staat wordt natuurlijk ook verre overvoerd. En als hij daar niet bewust een houding tegenover vindt, gaat hij voor de bijl.

Vraag: Je raakt geïrriteerd.

Maarten: Ja, en dat betekent eigenlijk dat je de luikjes niet vroeg genoeg hebt dichtgedaan. Nu is het moeilijk om het luikje te sluiten op een manier dat die ander het niet in de gaten heeft, of in ieder geval dat hij zich niet gekwetst voelt. Maar dat leer je wel, het luikje sluiten en op een vriendelijke manier afscheid nemen. Voor zakenmensen is dat natuurlijk altijd gemakkelijk, die kunnen zeggen: ik moet naar mijn zaak toe. Maar dat je op een elegante manier het luikje sluit en toch de ander gewoon in zijn waarde laat. Dat is de kunst van het leven. Maar het wordt te weinig gezien dat je grenzen hebt van informatie. De sfeer is ontstaan dat informatie iets wezenlijks is, terwijl het pas wezenlijk wordt in jou. Dat is namelijk het punt: het wordt in jou wezenlijk, of niet.

Vraag: Dat luikje sluiten kun je toch eigenlijk alleen maar bij kennissen waar je zo nu en dan mee in aanraking komt. Maar in een vriendenrelatie werkt het toch niet?

Maarten: Jawel, als je je er toe zet kan die relatie met die vrienden ophouden, of hij kan heel belangrijk worden.

Vraag: Maar het is toch niet eerlijk naar de ander toe om jezelf af te sluiten.

Maarten: Maar wel om aan die ander kenbaar te maken dat jouw gevoel van bij elkaar horen, is opgehouden. Omdat er aldoor maar dezelfde informatie wordt gegeven. Dat is meestal het geval. En dan krijg je, als je daarin inderdaad een beetje onverbiddelijk bent, dat mensen uit elkaar gaan. Maar het kan ook zijn dat die ander gaat merken: we zijn eigenlijk aan iets zinloos bezig, laat ik nou eens echt zijn. Dus dan kan het heel belangrijk worden. Het is eigenlijk een scheiding van kaf en koren wat dan plaats heeft. Daarmee kan jouw gevoel voor die ander best blijven, maar je weigert om verder een asbak te zijn.

Vraag: Dat moet je bespreekbaar maken.

Maarten: Dat doe je dan wel… Die ander heeft recht op de echte ‘jij’, niet op de gene die zij of hij denkt dat je bent. Dat is dus kleur bekennen, en daar zitten natuurlijk risico’s in, dat is duidelijk.

Vraag: Ja, ‘t is wat je zegt, je kan er een relatie mee verliezen, maar het kan ook ….

Maarten: …het kan het ook heel erg belangrijk maken, heel erg waardevol.

Vraag: In welk opzicht dan waardevoller?

Maarten: Omdat dan de echte belangstelling van jou en de echte belangstelling van de ander communiceren, met niet meer de prietpraat er omheen waar je zo in de loop van de tijd aan gewend bent geraakt.

[ … ]

Vraag:ik ben er nog niet uit, er is altijd wel iets wat de ander biedt ….

Maarten: Maar, hoort dat bij je belangstelling?

Vraag: Ja, daar zit het.

Maarten: Ja precies, daar moet je helderheid in krijgen.

Vraag: Ik heb die helderheid van: ik houd er niet van, ik wil dit zo niet ….

Maarten: Nou, en dan denk ik dat het heel gezond is om ermee te kappen, want dan krijgt die ander ook helderheid. Dat moet je ook eens zien.

Vraag: Mijn ervaring is dat als ik het dan wel eens gewoon bespreekbaar maak, dan blijkt die ander veel meer in zijn eigen waarde te komen.

Vraag: Die kon wel eens opgelucht zijn.

Maarten: Ja, het kan heel vaak een opluchting zijn.

Vraag: Omdat je toch samen zo bezig bent.

Maarten: Gewoon omdat je de zaken helder stelt en geen messias meer bent. Want dit is ook een beetje messiascomplex.


naar boven