Ontmoeting

Eefde december 1990 | Zondagmiddag

Inleiding 
[download]

Er was vanochtend een opmerking over de verschrikkingen van de laatste oorlog. Het is natuurlijk een gebied dat we zelf nauwelijks kennen, maar er zijn schrijvers geweest die hier uit eigen ervaring over geschreven hebben, en de laatste tijd een aantal heel indrukwekkend, zodat het heel dichtbij komt.

Maar dat raakt eigenlijk een veel algemener iets aan en dat is de vraag: wat is de betekenis van een ontmoeting?
Wij doen net alsof we in staat zijn om wel of niet te ontmoeten. Maar het is eigenlijk veel dringender, alles wat je tegenkomt heeft met jou te maken. Ook al komt het via de beeldbuis, het raakt iets in je, het herinnert je eraan dat het er is.

We zijn geneigd om de verschrikkingen van ons te schuiven. Ik denk dat we daarmee onszelf en de wereld iets ontnemen wat heel kostbaar is: ons medeleven.
Dat is ook de zin ervan dat mensen, die in die verschrikkingen geleefd hebben, proberen daaraan uiting te geven. Dat is heel belangrijk werk. Want daarmee stellen ze meerdere mensen in staat te beseffen wat er omgaat in de wereld. En nog in diepere zin, te beseffen hoe die verschrikking eigenlijk gegroeid is, hoe het een kans gekregen heeft.
Dat verbindt zich met je eigen leven, waar op veel onschuldiger schaal dezelfde processen plaatshebben.

Dus elke ontmoeting, alles wat zich aan je voordoet, heeft een betekenis. En zodra je het gaat verdelen in ‘dit is belangrijk’ en ‘dit is onbelangrijk’, zit je eigenlijk al in de verdediging, zit je alweer in het verweer. Dan denk je te weten wat voor jou belangrijk is. Meestal is dat wat de status quo dient – dat vind je meestal belangrijk: dat wat de status quo dient, wat jouw wereld in tact laat, hoe illusoir die ook mag zijn. Als wij zeggen ‘Dit of dat is belangrijk voor me’, betekent dat meestal dat we al datgene wat ons wereldbeeld, ons wereldje kan aantasten, erbuiten houden.
Tenminste, we denken dat dat kan. Maar dat kan niet, alles wat je ontmoet hoort bij je.
Dus eigenlijk is het een oproep om er iets mee te doen. Maar zeker niet om het buiten te sluiten. Buiten het feit dat dat eigenlijk niet kan, is het ook niet wijs. Alles wat je tegenkomt heeft een betekenis.
Het is het begin van het buitensluiten van de wereld. Je sluit meestal buiten wat het allerbelangrijkste voor jezelf is. Maar je wilt niet in de war gebracht worden, daarom sluit je het buiten. Terwijl het eigenlijk een boodschapper is van ‘Wacht eens even, dat is maar een stukje waarin je leeft, dit is er ook!’

Wat doe je ermee, als je merkt ‘Dat is er ook’? Vaak zijn het dingen waar jij zo direct, lijfelijk, niet iets aan doen kunt. Maar daarom hoef je het nog niet buiten je te sluiten. Je kunt het toch toelaten.
Want het is heel belangrijk dat je je wereld openhoudt. Dat alles erin toegelaten mag worden, van jouzelf. Het gebeurt toch, maar langs een omweg. Als je het buitensluit, komt het via een omweg toch binnen en dan is het onherkenbaar. Dus je kunt het beter toelaten zó als het zich aan je voordoet. En zien: wat heb jij ermee te maken, bewust mee te maken. Je hebt ermee te maken doordat je het tegenkomt, maar wat heb je er bewust mee te maken?

Dat is een punt wat we heel vaak vergeten. En als we dat vaak genoeg vergeten, kunnen we gelukzalig doorleven in ons kleine wereldje. Dat zie je in de politiek, een procentje eraf, een half procentje erbij, een half procentje eraf, terwijl de wereld vergaat. Dat is echt heel afschuwelijk. Maar we doen het zelf natuurlijk ook. Als je het wel toelaat,  kan er iets gebeuren in jezelf. Dan kun je je bewust worden hoe, wat daar in het groot gebeurt en wat daar heel schrijnend is, heel zorgwekkend, in jezelf ook aanwezig is.

Dat tilt je heen over alle gemillimeter, wat je natuurlijk ook heel vaak doet. Je merkt opeens ‘Ik zit in een heel groot proces en daar ben ik ook verantwoordelijk voor, voor de invloed die van míj uitgaat.’
Dat is een gevoel wat voor heel veel mensen moeilijk is. Ze denken altijd ‘Dan moet  je daar naartoe gaan’ of zoiets. Nee, het er kennis van nemen kan een heleboel op gang brengen in jezelf.
Dat geeft een andere dimensie aan je leven. Zodat je, zonder opzet eigenlijk, zonder moeite, zonder bedoeling, vanzelf uit die kleine wereld, waar je in leeft, gelicht wordt.

Dat overkomt iedereen die in een ziekenhuis is, zomaar, omdat je iemand die daar ligt bezoekt. Als je daar een beetje gevoelig voor bent, realiseer je je dat dat een plek is van leven en dood. En dat is niet iets om te mijden. Dat is iets wat een heleboel in je wakker roept. Waardoor je plotseling weer dat gemillimeter vergeet, plotseling merkt ‘Ja, waar ben ik eigenlijk mee bezig, dit is er ook.’

Dus je kunt in je leven elke ontmoeting, elke situatie die je tegenkomt, laten werken door hem niet te beoordelen, door het alleen maar te laten komen. En dan te merken dat in jezelf dingen gebeuren.
Wij denken altijd – en dat maakt ook dat we het dan weer op een of andere manier teniet doen – dat we er onmiddellijk wat mee moeten doen. Maar laat het nou eens werken. Vlucht niet in de beslissing of in de conclusie. Laat het bestaan, laat het zijn werk doen in jezelf.

Als je ziet dat dat nodig is, hoef je een heleboel minder opzettelijk te doen. Dan komt het vanzelf bij je. En het werkt in je, het richt en helpt je, óók al is het zo op het eerste gezicht iets afschuwelijks. Het maakt verhoudingen duidelijk. Het maakt dimensies duidelijk. En bovenal: het erin meegaan, erin meeleven, verbindt je met het totaal. Want die oorlogen, martelingen, horen er óók bij.
Het is niet alleen iets wat uitgeroeid moet worden – zo denken wij altijd. Ze zijn er en ze hebben een betekenis. Niet alleen voor de mensen die het ondergaan, maar voor alle mensen op de wereld. Zeker als ze er kennis van nemen.
We leven nu in de eeuw dat we van alles kennis nemen en dat is niet voor niks. Het is niet uit de blauwe hemel komen vallen dat we nu die geweldige communicatiemiddelen hebben, die dat allemaal mogelijk maken. Dat is een kans. En die kans krijgen we. Dus dan is het eigenlijk ondankbaar om dat af te wijzen.

naar boven

Gesprek (fragment)

– A: Als ik zie wat er bijvoorbeeld allemaal op de TV op me afkomt, dan heb ik het gevoel dat dat daar zo verschrikkelijk veel mededogen nodig is , dat ik dat niet aan kan.

– Maarten: Maar er zijn altijd plekken in dat totaal die jou heel erg aanspreken en daardoor gebeurt er toch iets in je. Medeleven is van ontzettend grote betekenis, ook al besef je dat je er eigenlijk niets aan kan doen. Maar dat wordt in feite ingegeven door onze ratio. Wij hebben pas het gevoel dat we iets doen als we daar naartoe gaan en de nood lenigen. Maar in je gevoel ermee omgaan heeft zin. Dat verandert iets aan het totale weefsel. Want jij bent van dat weefsel en ik ook, dus als wij daar een bereidwillige, open verhouding mee hebben, dan ontspant het weefsel, net als een spier.

– B: Is er verschil tussen medelijden en medeleven?

Maarten: Ja, als gegeven wel, maar de zuivere grond van medelijden is letterlijk mede-lijden. Maar wij hebben meestal het gevoel dat medelijden het object waar het leed gevoeld wordt op een lager plan plaatst. Dat is natuurlijk niet waar. Nee, je bent getuige, je voelt mee. En dat is een heel kostbaar iets. Want daardoor komt er meer ruimte. Letterlijk. Dan heeft de ander het gevoel ‘Ik sta niet meer alleen’. En dat is heel belangrijk.
Zoals mensen die sterven altijd het gevoel hebben dat iedereen aardig voor ze geweest is, maar dat ze op het moment van sterven alleen zijn. Op het moment dat iemand sterft laten we hem eigenlijk in de steek, terwijl dan juist het moment is dat hij het gevoel behoeft dat die mens met hem meegaat, dat hij niet alleen gaat, dat die ander meehelpt.


naar boven