Contact hebben

Eefde december 1987 | Maandagmorgen

Inleiding
[download]

We zijn op vrijdagavond begonnen met die kwestie van contact, het hebben van contact. En dat hangt samen met heel zijn. En contact is afhankelijk van jouw eigen heel zijn. En dat ‘heel zijn’ hangt af van de samenwerking van alle organen in jezelf, alle verbindingen, alle systemen, alle energieën en – dat is misschien een nieuw element – of je in de richting van de evolutie werkt of niet.
En dat is een heel vergeten hoofdstuk, zeker in de gebieden, in de kringen, waar geestelijk geoefend wordt. Want als je niet oppast, als je niet wakker bent, als je niet doorhebt waar het om gaat, dan neem je te makkelijk praktijken over die hun zin verloren hebben. Dat is niet alleen in zen, dat is in álle systemen een feit.
En daarvoor moet je inzicht hebben in zoals het tot nu toe gegaan is in de evolutie, waar de accenten zijn komen te liggen. En als je er dan van afziet om te willen begrijpen waarom dat zo is, ik geloof niet dat dat mogelijk is. Wij kunnen wel achteraf altijd zeggen: zo is het gegaan, maar daar kun je wel een richting uit destilleren.
Als je dat niet in de gaten houdt, dan wil je terug naar een stadium waarin wij op dit moment in de evolutie niet meer naartoe terugkeren. Een van die kardinale misvattingen is, dat wij dus terug zouden kunnen naar het bewustzijn van, laten we zeggen, omstreeks het jaar duizend. Waarbij het accent nog in hoofdzaak lag in wat wij dan de ‘basis’ noemen, dat krachtcentrum. En de mens ook een bewustzijn had dat vandaaruit zich oriënteerde in de wereld. Het zelfbewustzijn was er natuurlijk al lang, ik denk niet dat we dat – tot op heden in ieder geval niet – terug zouden kunnen terugvinden, wanneer dat zelfbewustzijn eigenlijk is ontstaan in de mens. Maar men was nog meer in de basis gecentreerd en had zijn verhouding met de wereld vandaaruit.

En wat nou in een heleboel geestelijke systemen getracht wordt, dat is terug te keren daartoe, en vaak met geweld. En dat is natuurlijk een zaak die je verliest. Of je krijgt schijn-terugkeer. Ik denk daarbij aan al die schijn-satori’s die steeds vaker optreden.
De evolutie heeft gekozen voor het ontwikkelen van de hersens, van het bewustzijn. En dat betekent dat, als zoiets ingezet is, dan gaat dat door. Maar een bijverschijnsel is dat dan andere gebieden verwaarloosd worden in het bewustzijn van de mens. Kijk, als jij je niet in die krachtbasis gevestigd voelt, dan verwaarloos je die. En dat gebeurt aldoor, dat zie je telkens.
Dus als je een keer doorhebt dat de evolutie gericht is op het verder ontwikkelen van het bewustzijn, dan is duidelijk dat als je wat wilt heel maken, dan moet je het niet doen dat je zegt: ja kijk, die basis is verwaarloosd, dus terug naar de basis en geen gedonder, die evolutie moet nu maar voor zichzelf zorgen.
Dat verlies je. Dat lukt niet.

Dus dat wat in jou ontwikkeld is aan mogelijkheden van het bewustzijn, die moeten allemaal optimaal gebruikt worden. En tegelijkertijd kun je het contact met en het samenwerken met en het rusten in de basis – je zou kunnen zeggen: de baarmoeder van waaruit ook die evolutie van het bewustzijn heeft kunnen plaatshebben – die moet je herstellen.
En dat is wat we proberen. Daarom ben ik zo ontzettend blij met de medewerking van Epi, die inderdaad – dat heb ik nou in de loop van al die jaren gewoon kunnen constateren – gewoon in de evolutie meewerkt, die daar niet tegenin gaat. Die ook een beroep doet op je intelligentie. Die niet alleen maar een voorbeeld geeft en dan je aan je lot overlaat, maar die probeert begrip te wekken voor hoe het werkt. Want dat is onze enige kans – onze enige kans is om in de richting van de evolutie heel te worden. Dus niet alleen heel te worden sec, maar heel te worden in de richting van de evolutie.

En ik hoorde nu net van Nico [Tydeman] – Nico is een aantal maanden in Japan geweest – dat hij daar een hoogleraar aan een universiteit in Japan ontdekt heeft die dan ook aan zen doet, maar die dit aan het uitzoeken is. Dat is erg leuk, je ziet eigenlijk overal op de wereld worden de mensen wakker op dit punt.
Ik ben er al héél lang mee bezig. Ik heb altijd het gevoel gehad van, nou ja, Eppie gek doet dat. Maar enfin, het blijkt niet zo te zijn. Het blijkt zo te zijn dat dat langzaam doordringt, dat wij in de evolutie staan…
We hebben natuurlijk ontzettend lang stilgestaan bij de resultaten van de evolutie. We hebben wetenschap en we hebben ruimtevaart en we hebben ook milieurampen, dat hangt allemaal samen. En waar we nu voor staan met z’n allen is dat we heel worden, dat wil zeggen, dat we al die dingen bij elkaar brengen en dat we ze in de richting van de evolutie voort laten gaan. En dat is onze enige mogelijkheid om ook weer in contact te komen, in contact met wat er gebeurt. Als we in onszelf achtergebleven gebieden hebben – dat is voor jullie allemaal nou wel duidelijk – dan kunnen we die niet in de wereld buiten ons ervaren. Dat is onmogelijk, dan hebben we daar geen orgaan voor. 

Dus we moeten niet terug naar het jaar duizend, we moeten verder. Maar we kunnen zien wat we intussen verloren hebben, door te weinig besef van waar het om gaat. En als je dát beseft, dan wordt je oefening ook totaal anders. Want dan zie je dat je voor een heel fundamentele uitdaging staat. Dat is niet de uitdaging van ieder van ons afzonderlijk, het is DE uitdaging, de grote uitdaging.
Dat je heel wordt, jouw wereld heel wordt, dat heeft dus totaal niet te maken met al je problemen, helemaal niet. Tenminste, zoals jij ze beleeft. Die problemen komen inderdáád voort uit het onvermogen om in de richting van de evolutie mee heel te worden. Maar de manier waarop je ermee bezig bent, de vragen die ik van jullie krijg, die zijn vanuit het afgesnedene. Jullie zijn bezig met de pijn van het afgesneden zijn. En alle antwoorden die ik daarop geef, dat besef ik heel goed, die zijn voorlopig, die gelden eigenlijk niet.

Het gaat om dit fundamentele probleem: kun je heel worden, en kun je heel worden in de richting van de evolutie.

Dus als je contact wilt hebben met de wereld – zoals we dat een beetje vaag uitdrukken, maar laten we dat nou maar pakken, want dat is duidelijk voor jullie – als je contact wilt hebben met de wereld, moet je eerst zorgen dat jouw eigen instrumentarium, je eigen organisme, je eigen bewústzijn van je organisme, je eigen bewústzijn van jezelf, heel is. Dat niet een van de onderdelen, een van de accenten, een óveraccent heeft. Want dan loop je vast.

Waar ik het nu over heb, dat is dus geen psychologie en geen van al die dingen, want die zijn altijd nog bezig met ‘au, au’. Ik zeg niet dat ze onnodig zijn, maar ze zijn bezig met ‘au, au’. En waar we het nu over hebben is hoe het werkt.
En ik denk dat als je dat beseft, dat je toch anders in je eigen leven staat, dat je minder sentimenteel in je eigen leven staat. Want daar hebben we allemaal ontzéttende last van, we kunnen een kerel zijn van twee meter lang en twee honderd pond, maar we zijn sentimenteel. Heel erg. We hebben erg met onszelf te doen, maar jammer genoeg op een verkeerde manier. We hebben niet in de gaten wat er eigenlijk schort. En het is echt bevrijdend als je voor jezelf ontdekt waar het schort, waar het zit. Want dan zie je dat het noodzakelijkerwijs zo is, dat het eigenlijk niet jouw probleem is. Het is een probleem wat in eindeloze variaties voorkomt, en in elk van die problemen zit een zaadje van het universele probleem. En dat is dat onvermogen om te beseffen wie je bent, te beseffen hoe je bezig bent, en te merken waar dat afwijkt van het heel worden in de richting van de evolutie.

En het is natuurlijk zo, als je dat doet, als je afwijkt van het heel worden in de richting van de evolutie, ja, dan komen er dingen. Maar als je dit nu in jezelf – ik bedoel, ik vertel het nu, maar hou het gewoon bij je en kijk eens of je in je leven er iets mee kunt. Mijn ervaring is dat je véél minder sentimenteel wordt. Je wordt niet flinker, maar je wordt minder sentimenteel. Je krijgt het gevoel dat je bezig bent aan iets universeels. Dat is in jou aanwezig, dat universele. En jij bent daar een hele speciale uitdrukking van – dat is onze eigenlijke uniekheid, dat wij een hele speciale uitdrukking zijn van iets universeels. En in die zin is er voor ons iets weggelegd. Maar niet met ons gesnotter er omheen, dat heeft er niet mee te maken. Dat is gewoon oponthoud.

Ja, zullen jullie zeggen, maar als je nou maar in dat snotteren zit, dan zit je wel goed vast. Dat is zo. Maar als je nou gehoord hebt wat er eigenlijk mogelijk is, dan krijg je een beetje afstand ertoe. Dan, ja…, dan weet je: kijk, zo loopt dat, hoe kan ik nou in dat geweldige gebeuren míjn partijtje meeblazen.
Dat is dan veel en veel belangrijker dan dat je een relatie houdt, of dat je een carrière maakt, of dat je een geweldige meester wordt, nou ja, wat ook maar. Of dat je vrede vindt of dat je stil wordt of dat je geen gedachten meer hebt. Je ziet, dat heeft allemaal ermee te maken, natuurlijk, allicht. Maar dat is van dezelfde orde van grootte als wij godzijdank nog altijd lucht hebben die ons voldoende zuurstof geeft en andere dingen die we nodig hebben. En dat we nog altijd kunnen beschikken over voedsel wat we tot ons kunnen nemen en waar we van in leven kunnen blijven. Natuurlijk, maar dat is van dezelfde orde van grootte. Da is niks bijzonders. Maar je ziet dat het allemaal in elkaar past, het hoort allemaal bij elkaar. En jij kunt daar iets in doen.

Nou, als je dat echt doorhebt, dan laat je al die schijnproblemen in je leven los. Daar hoef je geen moeite voor te doen. Als je goed geworteld bent bij tai chi, dan hoef je bijna helemaal geen kracht meer te gebruiken. Dat is dus eigenlijk een inzicht in de praktijk, dat is een inzicht in beweging.
En dat is hiermee ook, dit is een ander soort van tai chi – misschien is dat voor jullie het makkelijkste, het is een ander soort van tai chi. Beseffen wat de principes zijn, hoe het werkt, en dan je invoelen daarin. Dan vallen plotseling al die dingen waar we dan wel moeite mee hebben, van zal ik er tijd voor inruimen in mijn leven moet ik dat wel doen, en welke leraar moet ik vinden en afijn, dat valt weg. Dan zeg je: nou, natuurlijk doe ik dat, allicht. Want je bent een mens, je hoort erin. En je hebt een … opdracht. Die weten we nog wel niet, maar dit ligt erin en jij hebt een bijdrage daarin. En ik ben echt van overtuigd, niemand kan gemist worden…

Want ik vrees namelijk dat als wij niet een paar stapjes omhoog doen bij het oplossen van onze problemen, dat we er dik in blijven zitten en dat we altijd weer naar schijnoplossingen toegaan.  Dus maak er gebruik van.
Wat ik vertel is niet ingewikkeld, is simpel. Het wordt ingewikkeld als je ermee aan de gang gaat, dan ga je merken dat het zeer complex is, dat het zijn uitlopers heeft in de meest ondenkbare gebieden. Maar dat is niet erg. Dat is heerlijk, als je ontdekt dat het zóver reikt; dat, om zo te zeggen, elke beweging die je maakt fundamentele betekenis heeft; de wijze waarop je je opgave oppakt fundamenteel van betekenis is.
En, nou ja, dan ga je natuurlijk ook nooit meer verbeelden dat je dat allemaal vlekkeloos doet. Als je beseft waar je voor staat, nou, dan hoef je niet nederig te worden, dat hoeft niet. Nou ja, kom nou zeg, ik zou wel ongelooflijk arrogant moeten zijn om te denken dat ik dat eventjes vlekkeloos kan klaren, die klus. Alleen maar mijn eigen klus – dat niet eens, heel complex, heel ingewikkeld, naar alle kanten. Maar je wordt er wel vrolijk van, want je denkt: ja, nou weet ik hoe ik werken moet… Dat is heerlijk.

Oké, mensen, dat was over contact hebben.

naar boven