Houd je aan je ervaring

Inleiding
[download]

De spil van onze meditaties – onze verbale meditaties – is die continue aandacht geweest. En we zullen het nu toespitsen op de meest belangrijke kenmerken daarvan.
Het woord ‘continu’ zegt al dat het een soort van aandacht is die uit zichzelf terugkeert, wat er ook gebeurt. En dan moet je denken aan zo’n poppetje waar een stukje lood in zit. Dat kun je in elke stand zetten en dan buitelt het terug naar die positie waar het stukje lood beneden is. Dat is met die continue aandacht ook zo. Er overkomt je natuurlijk in het leven van allerlei, en dan is het even weg tijdens de buiteling. Maar daarna is het terug.

En wat is daarvoor nodig? Twee dingen.
De mogelijkheid in je hele organisme en je bewustzijn – dat is één geheel. Dus je bewustzijn en je organisme moeten in staat zijn tot waarnemen. En dat houdt natuurlijk veel in. Dan moet je de voeding hebben die goed is voor jou; je moet het levensritme hebben wat goed is voor jou; je moet de oefeningen hebben die voor jou belangrijk zijn.
Dat is niet niks, om in een leven voor jezelf uit te vissen wat dat is. Want daar is geen recept voor – er is niet een recept dat zegt: nou dat is díe methode en dat is díe voeding. Dat is niet zo, dat moet je zelf uitvissen. Maar je  moet eerst zien dat dat nodig is. Dat is al een heel ding als je ziet dat dat nodig is, als je niet in één van die takken blijft hangen – je hebt mensen die zeggen: ja, het is de voeding; andere mensen zeggen: ja, het is de oefening; andere mensen zeggen: het is inzicht. Het is allemaal nodig, het is een compleet iets.

Ten tweede is nodig een inzicht in het proces van het leven. En waar hangt dat van af. Dat hangt af van het vermogen om dat wat je ervaart te ervaren.
Dat klinkt heel simpel, wat ik nou zeg: om te ervaren wat je ervaart. Wij denken dat dat eenvoudig is, maar dat is heel moeilijk voor ons. Want wij ervaren altijd wat wij denken dat we ervaren. Wij zijn voorgeprogrammeerd, dus wij kunnen niet ervaren.
Een van de dingen waar het zo heel duidelijk is: je ontmoet iemand waar je heel veel van houdt. En het is wederzijds. En een van de twee die vindt een ander en die gaat weg. Nou komt er een heel proces op gang. Je kunt dan niet zeggen: oh, die is weggegaan, klaar uit. Dat kan niemand. En waarom, waarom kunnen we dat niet? Omdat we niet kunnen ervaren wat we ervaren. Als we inderdaad zouden kunnen ervaren wat we ervaren, dan was daarmee de kous uit. Maar… wij hebben een vooropleiding, we hebben de kerk, we hebben de maatschappij, we hebben de boeken, we hebben de overlevering, we hebben de zogenaamde wijze mensen om ons heen – en die zeggen: ja, eigenlijk was je voorbestemd voor die en die, nou is hij weggegaan, dus nou is er iets fout gegaan… Dat is heel gewoon, dat vindt iedereen heel gewoon, maar het is natuurlijk je reinste kolder.
En dat is nu een heel duidelijk voorbeeld, maar zo gaat het bijna bij alle ervaringen zo, dat we niet waarnemen wat er gebeurt. En dat kunnen we niet omdat ons gezegd is: als dát gebeurt, dan is dat zó.
Dat is dus een van onze grote struikelblokken. 

Reactie uit de zaal: Dat gebeurt dus ook als je naar jou luistert.

– Maarten: Ja, kan gebeuren, jullie kunnen het verdommen, jullie kunnen proberen te luisteren naar wat ik eigenlijk zeg. En niet erbij inbrengen wat je al geleerd hebt. Want dat zit je dwars, dat je erbij inbrengt wat je al geleerd hebt. En dan hoor je wat anders. En dat is dus die kwestie van de autoriteit, Jan. Als ik het maar met voldoende aplomb zeg, dan wordt dat voor jou een hindernis om waar te nemen. Je zou eigenlijk moeten luisteren van ‘nou… ik zal het eens bekijken…’ En dat is voor ons erg moeilijk. We hebben allemaal de neiging om toch aan het handje te willen lopen. En tegelijkertijd hebben we daar ontzettend de pest aan, want we hebben het gevoel: zo is het niet. En daar zitten we tussenin.

En nou zeg ik altijd: houd je aan wat je ervaart, ook al is die ervaring vertekent doordat je een voorprogramma hebt, maar houd je aan wat je ervaart. Want je kunt niet zonder je ervaring. Anders loop je je hele leven aan een leiband die eigenlijk niet bestaat, die echt een illusie is – het is een draad die je voor jezelf denkbeeldig getrokken hebt, die misschien door een kerk verkondigd is, of weet ik wat. Maar hij is er niet. Maar het is je met zoveel overtuiging overgedragen, dat jij nu aan die niet bestaande draad loopt, en ook ervaart, en eigenlijk in opstand bent – en dan dat slecht van jezelf vindt, want er is toch gezegd: zo en zo. En nou voldoe je daar niet aan. En daar brengen we ons leven aan door. Mensen, als je dat nou toch eens een keer snapte, daar brengen we ons leven aan door. We zijn allemaal veel te braaf. Wat je ervaart, ervaar je, hoe dan ook. Ook al is dat een ervaring die vervormd is, maar dát is je ervaring. 

En probeer voor die ervaring geen verklaring te vinden. Want wat wij eigenlijk proberen te doen, door er verklaringen voor te geven, dat is het onverbiddelijke karakter van de ervaring – om in de termen van Francisco te spreken – een beetje te weken, een beetje zachter maken. Maar ervaringen zijn onverbiddelijk, ervaringen gaan door de hele programmering van jezelf heen.
Houd je aan die ervaring. Dan kom je pas in de positie om te merken dat alles in ons leven wat wij met onze zintuigen kunnen ervaren, relatief is, dat het voorbij gaat. Dat kun je nooit ervaren als je alleen maar hoort wat ik zeg, want dan maak je er een verhaaltje van – meestal een mooi verhaaltje. Maar dat is het niet, je moet het ervaren. Je moet ervaren dat je in de steek gelaten kunt worden. Je moet ervaren dat je een ander in de steek laat, zonder er een hele kermis omheen te bouwen. Dat dóe je. En dan zitten de meeste mensen hun leven lang vast aan schuldgevoelens, want ze hebben een ander in de steek gelaten. Maar ze hebben het gedáán.
Houd je daaraan. En zoek geen verklaring waarom je het gedaan hebt, want dan zit je in een ander dolhuis. Daar kom je niet uit. Blíjf bij je ervaring. Dan zul je zien, dan zul je gewoon merken, dat voorspel ik je, dat garandeer ik je: als je je aan je ervaring houdt, dan ga je merken dat het leven inderdaad vergankelijk is, dat het leven voorbijgaat. En dat het er niet om gaat het leven te verlengen, dat het er niet om gaat om het vast te houden, dat het er niet om gaat om relaties in een of andere gevangenis te houden – die dan onder een hele mooie naam gaat. Maar dat het er om gaat te ervaren wat je ervaart, zó intens, dat je voelt dat het om iets heel anders gaat: en dat is namelijk dat elk moment dat je leeft, volledig geleefd is. Dat is de continuïteit! Die zit niet in de stof.
Waar wij het altijd in zoeken, is in de materie, in de gebeurtenis, in de verbintenis, in de relatie. Maar het zit in het moment van de volledige ervaring, dát is continu, en dat kan continu worden. En dat is dan tegelijkertijd zo dat je voelt dat het leven inderdaad voorbijgaat.
Dus je bent niet meer bezig om voor volgend jaar te werken of voor morgen te werken, maar je bent nú bezig. En wat er nu gebeurt komt er op aan. En wat er morgen gebeurt, dat zul je wel zien.

Dat zet je hele maatschappij op z’n kop. Maar het is de enige mogelijkheid om er uit te komen. Want we zijn duizenden jaren bezig met ons zeker te stellen. En je ziet wat is – ik had het er gisteren nog met Leendert en Henk T. over – wat is het gevolg? De grootste onzekerheid – er hangt een oorlog boven ons hoofd, om zo te zeggen, er zijn miljarden mensen die geen voedsel hebben, er zijn miljarden mensen die tekort hebben aan het allernoodzakelijkste, aan ontwikkeling, aan ontplooiing, dat hebben we voor elkaar gekregen. Door altijd vast te houden, te bedenken wat  er gebeuren moet. Niet te ervaren en gewoon de moed te hebben – want daar is moed voor nodig – om te zeggen: ik zal wel zien wat ik doen ga als het moment daar is. 

Je ervaart iets. En dat betekent dus dat er iets tot je doordringt. Láát je dat zijn gang gaan of niet.
Dat hebben we eindeloos bij de tai chi oefeningen. Laat je het tot je doordringen wat er in je lichaam gebeurt, of bedenk je wat het volgende moet zijn. Dan is het moment van ervaring is verknoeid. Maar dat is voor ons zo moeilijk, want ons hele bewustzijn is gebouwd op die andere manier, die wij dagelijks toepassen en waar we helemaal in omkomen. Van altijd maar het volgende, het volgende, het volgende… We hebben een geweldige constipatie. En we merken niet dat we die constipatie hebben. Ja, bij sommige mensen is het dan eindelijk in het lichaam geslagen, dan gaan ze het merken. En als je dan maar fatalistisch genoeg bent dan zeg je: ja, dat heb ik altijd gehad, dus ik zal wel geconstipeerd moeten blijven. Maar geestelijk doen we het wel, allemaal, zonder uitzondering. Anders zaten jullie hier niet, dan waren jullie vrij.

Dus kun je dat aan. Maar dat is geen kinderspel: ervaren wat je ervaart en daarnaar handelen, zonder plannetje vooraf. Dat eist een geweldige alertheid. En waakzaamheid. En dan niet die waakzaamheid die wij kennen – dat is eigenlijk er zó geconcentreerd naar kijken, van: wat zal er nou gebeuren… Want dat is versmald. Maar die waakzaamheid die open is, waar ieder een kans krijgt.

En in relaties is dat helemaal zo. Je hebt de pest aan iemand. Dat komt natuurlijk wel eens voor. Kun je dan toch die mens nog blijven zien zoals hij is… Erg moeilijk. En het is het allermoeilijkste als die mens niet aanwezig is, om hem dan nog in zijn waarde te laten. Want jullie weten allemaal, het is het makkelijkste als iemand niet in de omgeving is, als hij een paar kilometer van je af zit, om hem dan goed te verwensen. Dat is het eenvoudigst. Dan kun je nog beter in je illusie leven. En daarom kun je iemand verwensen. Die mens die heeft iets gedaan op een bepaald moment wat voor jou heel pijnlijk was. En dat is een moment dat heeft hele diepe indruk gemaakt. En omdat we nou eenmaal dat afschuwelijke mechanisme hebben om vast te houden, houden we natuurlijk het makkelijkste dat vast, wat diepe indruk op ons maakt. Dus dat houden we heel goed vast. Dus op dat moment heeft die andere mens geen enkele kans meer. Want het heeft natuurlijk wel invloed, als jij van iemand een bepaald idee hebt, dan projecteer je dat ook op die mens, en dat voelt die mens. 

Begrijp je nou wat er aldoor in de wereld plaatsheeft… Het is echt een wonder dat we niet de hele dag oorlog hebben, want dat gebeurt aldoor. En dat zit dus in dat vasthouden. En dat kan heel mooi zijn, je kunt er allerlei mooie woorden aan besteden, maar je houdt vast. Je bent niet in staat de volgende beweging te maken. En dat gaat door in alles. Er zijn mensen die er hun hele leven aan doorbrengen om te bewijzen dat iets zus en zo is. Terwijl ze er geen moer van weten, ze hebben het niet ervaren namelijk. Als ze dan een beetje ongeluk hebben, dan lukt het ze ook nog om het te bewijzen. Dan hebben ze helemaal een harde dobber. En dan zullen ze nooit ontdekken dat het niet kan, dat je niet voorspellen kunt. Je hebt alleen het moment waarin je bent, en van daaruit komt het volgende moment en het volgende moment.
En wat van jou gevraagd wordt is ieder moment in beweging te blijven, het volgende moment dus een kans te geven om bij je binnen te komen. En niet te zitten zeuren aan dit moment, zodat het volgende moment voorbij gaat totdat je uitgezeurd bent. Maar al die momenten daartussen die heb je gemist. En dat betekent dat je eigenlijk een heleboel levenservaring gemist hebt. En dat betekent dat je eigenlijk een heel arm leven hebt, werkelijk arm. En dat je nooit ontdekken zult dat het leven inderdaad voorbij gaat. Dat je er hele jeremiades over houdt, je vindt theorieën uit dat je persoonlijk zult voortbestaan, en weet ik wat allemaal voor onzin. En we hebben nu al cursussen dat je je vorige levens kunt herinneren, God help ons over de brug…

Nee maar, snap je, we zijn zo slim. We zijn zo slim, we willen gewoon de status quo waar we ons zo gezellig in thuis voelen, die willen we vasthouden. En daarom zijn we ook bang voor als dat lichaam ophoudt, want dat is onze enige zekerheid. Wij voelen niet dat we méér zijn dan dat lichaam, we voelen niet dat we meer zijn dan dat bewustzijn dat we op het ogenblik tot onze beschikking hebben. Dat voelen we niet. En dat voelen we niet, omdat we daar zo aan vast zitten – het is een vicieuze cirkel, ik word er wel eens wanhopig van, hoe maak je dat nou duidelijk? We zitten er aan vast, omdat dat de enige werkelijkheid voor ons is. En omdat het de enige werkelijkheid voor ons is, proberen we het op allerlei manieren voort te zetten. En als het leven daar dan tussendoor komt en iets uit onze handen slaat, dan zijn we helemaal niet dankbaar. Ja, er zijn mensen die dankbaar zijn, dat is waar. Maar de meeste mensen niet. Dan zijn we verdrietig en we gaan heel gauw het kaartenhuis weer opbouwen. Dat is wat we doen. En dat is eigenlijk jammer, dan is het voorbij, dan is het voor niks eigenlijk, voor niks. 

Dus als je het moeilijk hebt, besef dan dat dat een indicatie is dat er iets in jou kan bewegen. Meestal zijn we bezig met de pijn. Maar je kunt zelfs beseffen dat het iets is wat boven die pijn uitgaat. Het is een kans voor je, het is een kans om los te raken.
En als je dat beseft. dan ga je anders door de pijn heen. Je hebt natuurlijk nog pijn, allicht. Dat is je erfenis, maar daar hebben we ook mee te maken.
Áls je al losraakt, dan loop je tegen de volgende fase aan, dat is dat je merkt dat je een erfenis hebt. Dat is zoals je je hele leven hebt opgebouwd. Dat is niet zomaar weg. Dat is onzin. Dan begint eigenlijk het oefenen. Dan moet je oefenen om in beweging te blijven. Om te blijven zien dat het voorbijgaat. Dat niets bestendig is, helemaal niets. Dat jij godzijdank ook voorbij gaat. Maar dat het er om gaat dat die tijd dat je hier bent, dat je beschikt over dat lichaam – wat een geweldig geschenk is, ondanks alle kwalen die dat lichaam heeft – dat je die tijd ten volle leeft, dat je alles wat daar aan ervaring tot je komt, ook ervaart. Dat je niet zegt: wacht effe, volgend jaar, volgend jaar zal ik wel leven. Dat is eigenlijk wat we doen Maar dat je er volledig op ingaat. En mensen, houd je aan je ervaring – ook al vind je dat je de slechtste mens van de wereld bent, houd je aan je ervaring. En dan kom je vanzelf erop om je af te vragen waarom je dan de slechtste mens bent. En dan gaat er wat gebeuren. Maar houd je aan je ervaring. Je zit wel in een hele krankzinnige positie, dat je zo voorgeprogrammeerd bent dat je nauwelijks meer kunt ervaren – maar wat je dan ervaart, houd je eraan. En laat ze allemaal de pot op gaan, al die wijze mensen en die boeken en die leerstellingen, allemaal weg, weg, we. Hou je aan je ervaring. 

Dan gaan er iets gebeuren, (…) En dan gaat het ook naar alle kanten toe, dan merk je dat je niet helemaal afhankelijk bent van je voornemen, dat je niet helemaal afhankelijk bent van je oefening, dat je niet helemaal afhankelijk bent van je levenskameraad. En dat het helemaal niet gezegd is dat die levenskameraad bij je zal blijven. Misschien is het beter dat hij verdwijnt. Dat weet je allemaal niet. Dan merk je dat je eigenlijk maar van één ding afhankelijk bent, en dat is dat je bij jezelf blijft. Dat je jezelf niet verloochent. Je blijft steeds opnieuw ervaren. En daar kunnen oefeningen een heleboel bij helpen. Je kunt jezelf in je lichaam ervaren, ervaren dat je een basis hebt, dat je vanuit die basis kunt bewegen. En niet alleen bewegen – bij tai chi kunnen we zo goed voelen dat we vanuit een basis bewegen en dat het dan goed is om te bewegen. Maar dat gaat veel verder. Als jij in je basis bent, kun je ook in heel moeilijke omstandigheden in het leven, die basis ervaren. En van daaruit je eigenlijk niet van de wijs laten brengen, maar je wakker houden. Want wat ons meestal overkomt dat is als we iets ergs ervaren, dan sluiten we ons, dan zijn we niet in onze basis. Dan sluiten we ons alleen af. Dan doen we zo… En dan kunnen we niet meer ervaren. Dus alles wat er achteraan komt is verknoeid… 

Hoe kunnen we in de oefening blijven. Hoe kunnen we bij onszelf blijven en van daaruit eigenlijk het op laten komen. We weten niet wat er opkomt. We voelen alleen dat we dáár zijn en dat het van daaruit kan gebeuren. Verder weten we niet. We weten niet wát er gaat gebeuren. Dat is moeilijk voor ons, hè, dat is akelig. Dat is met risico leven, dat je niet weet wat er gaat gebeuren. En toch is dat de enige mogelijkheid. Want alle andere mogelijkheden zijn bedacht. En je weet, alles wat bedacht is, is niet waar, dat is gewoon niet waar. Dat is een bedenksel…

En je zult ontzettend veel moeten oefenen om die basis te behouden. Niet uit angst, maar uit inzicht. Kijk, hier komt dus inzicht bij, dat je inziet dat het nodig is. Ik hoor zo veel mensen jengelen over, ja, ik had vandaag geen zin, enzovoorts. Dat komt voort uit tekort aan inzicht. Als je een keer ingezien hebt, ja, ik moet oefenen, dat is nodig, dat is nodig voor het aller kostbaarste, namelijk in de ervaring kunnen blijven. Dan heb je er geen moeite mee. Dat wil niet zeggen – ga nou niet extrapoleren en denk dan: als je een keer dat inzicht hebt, dan zul je elke dag drie uur oefenen… Dat is niet wáár. Maar je zult oefenen als het kan. En dan heb je ook geen moeite ermee. Dan hoef je niet te willen, dan hoef je geen programma te zetten, dan hoeft er niks, dan doe je gewoon. Net zo goed als dat er eten staat en je hebt honger, dan ga je eten. Daar ga je ook geen theorie over houden. Dan ga je ook niet zeggen: ik ben verplicht om nu te eten. Nee, je gaat eten.

Als je dit inziet, dan is oefenen is een hele natuurlijke zaak. Dat is een dimensie die zijn we verloren in dit leven. We hebben ons zó vastgeklampt aan de uiterlijkheid, aan dat wat er gebeurt, aan dat wat je ziet, wat je met je ogen kunt zien, wat je kunt voelen. En we vergeten altijd, en altijd en altijd maar wat de reden is dát het gebeurt, vanwaaruit het gebeurt. Want dat zien we niet, dat ervaren we niet. We ervaren pas als het zover is. En daar zitten we vast.

Dus probeer altijd weer in de ervaring te blijven. En dat beduidt natuurlijk dat je ook ervaren moet hebben dat het leven vergankelijk is. Want dan pas is het mogelijk om in elke ervaring waar je in bent, daar helemaal in te zijn zonder je zelf te verliezen. Als we al een geweldige ervaring hebben, dan verliezen we ons ook tegelijk er in. Of het nou een onaangename of een aangename ervaring is, maar als wij niet bij onszelf blijven in de ervaring, verliezen we ons daarin. Als die ervaring dan voorbij is, dan zijn wij er ook niet meer. Zo gaat het. En daarom moet je oefenen. Daarom moet je oefenen om altijd weer de basis in jezelf te ervaren. En op den duur gaat dat zonder dat je dat … zonder eraan te denken. Als het moeilijk is voel je, ha, ik ga daarin terug.
En dan merk je dat het anders is. De moeilijkheid is hetzelfde gebleven, maar jouw verhouding daartoe is veranderd.

En dat is het geheim. Je kunt je verhouding tot wat wij we ‘werkelijkheid’ noemen, die kan veranderen. Niet dat  wat daar in de stof plaatsheeft, dat blijft zoals het is. Maar jouw verhouding daartoe, die verandert. En op dat moment is het voor jou anders natuurlijk.  Als jouw verhouding verandert tot iets, dan verandert dat voor jou de werkelijkheid – jouw werkelijkheid is jouw verhouding tot die werkelijkheid, dat is je werkelijkheid. Er bestaat geen objectieve werkelijkheid. Ieder van ons heeft de werkelijkheid van zijn beleving. En je kunt in die beleving, in die verhouding daartoe, daar kun je verandering in brengen. En dat is iets geweldigs, dat dat kan. Anders waren we namelijk inderdaad waren voor de haaien, als dat niet kon. Dan zou alles, net als een mechanische klok aflopen. Dan zouden we inderdaad waarschijnlijk naar een wereldcatastrofe toegaan. Maar we kunnen veranderen. Als wij onze verhouding tot dat wat we ervaren veranderen, dan verandert daarmee onze werkelijkheid. 

Werkelijkheid is een subjectief iets. Werkelijkheid is wat jij ervaart. En dat hangt af van hoe jij bent. En aan dat hoe jij bent, kun je veranderen. En daarmee verandert je werkelijkheid.

Nou…

naar boven