Dit ligt aan de wortel van alles…

Eefde april 1988 | Vrijdagavond

Inleiding
[download]

We zijn ooit met een bepaalde verwachting begonnen met de meditatie. En als we naar een langere sessie gaan, dan gaan we daar óók met een verwachting naartoe, behalve dat je een stel oude bekenden terugziet.
Ik vraag me af of wij voldoende beseffen dat meditatie een hele lange weg is. Lang, omdat wij in die meditatie, als het goed gaat, kunnen leren ervaren.
Het klinkt een beetje vreemd, ik zeg: ‘leren ervaren’, want we doen niets anders de hele dag door dan ervaren.
Maar het ervaren wat ik op het oog heb, is een ander ervaren. Het is het ervaren wat een kans krijgt als je de tijd neemt om te ervaren. Ik wilde proberen om deze vijf dagen daarbij stil te staan: geef je jezelf de tijd om te ervaren. 

Ik weet niet of één van jullie daar wel eens bij stil heeft gestaan, dat om écht te ervaren, dat wil zeggen, niet alleen te ervaren wat voorbijgaat, maar ook te ervaren dat wat vóór het voorbijgaande is en wat er ook is ná het voorbijgaande.
Er zijn natuurlijk in de loop van de ontwikkeling van het menselijk bewustzijn, uit het ontstaan van de taal als neerslag van ervaringen, aan dit wat ik nu bedoel vele, vele namen gegeven. Er is gezegd: ‘het wezenlijke en het vergankelijke ineen’, of: ‘God in alle dingen’, of: ‘Atman overgaande in Brahman’ ; ‘de hemel die de aarde bevrucht, de aarde die de hemel opneemt’.
Als je daar gevoelig voor bent, zijn dat hele ontroerende uitdrukkingen. Ze komen ergens vandaan, wat vandaag de dag nog even jong, nieuw en onaangetast is als toen die woorden voor het eerst uitgesproken werden. 

De vraag is dus, kun je werkelijk ervaren. Wat wij doen, de hele dag door, is herhalen wat we ooit ervaren hebben. Want de meeste dingen die je in je leven tegenkomt, ben je al eens tegengekomen. En na de eerste keer doe je dus niet anders dan herhalen.
Het klinkt een beetje triest, maar het is wel de werkelijkheid.
Jullie weten allemaal, we doen oefeningen: houding, adem, beweging, energie-oefeningen. En ieder van die oefeningen heeft zijn eigen specifieke karakter, heeft zijn eigen specifieke mogelijkheden. Maar de wortel waar ze allemaal uit voortkomen, is je een mogelijkheid te geven om iets heel simpels volledig te ervaren, zó te ervaren, dat niet tegelijkertijd allerlei door je heen speelt dat je afleidt.
We weten, niet alleen uit de zentraditie, maar uit de traditie van bijna alle meditatiesystemen, dat het einddoel is dat je gevestigd bent. En ook dat gevestigd zijn heeft heel veel uitleggingen gekregen. Maar de kern is dat je daar kunt oefenen om te ervaren.

We weten allemaal – zolang hebben we wel al gezeten – dat zelfs die eenvoudige opstelling, dat je alleen bent met jezelf, dat je op je kussen zit, dat zelfs die laboratoriumopstelling ons niet in staat stelt om ongestoord te ervaren. We worden besprongen door gedachten, door gevoelens, door alles wat er gebeurd is en we zijn afgeleid. Die beweging kunnen we nog het makkelijkste ervaren. Maar we weten ook dat wij zelfs daar in het algemeen afgeleid zijn. We willen het net zo goed kunnen als een ander, we willen de opmerking van de leraar zó volgen dat we weer weg zijn van ons eigen ervaren. Dus zelfs die eenvoudige oefeningen stellen ons nog niet in staat om te ervaren.

Het komt maar heel zelden voor dat een mens echt ervaart, dat hij alles in één ervaart: zichzelf, zijn gedachten, dat wat hij waarneemt, dat wat hij hoort. En dat er geen scheidingswanden meer tussen zijn, dat het allemaal bij elkaar hoort. Vooral dat je geen haast hebt om de volgende indruk binnen te halen. 

Want zoals wij ervaren, zijn we altijd op jacht. En eigenlijk is meditatie simpelweg leren dat je zo, op jacht zijnde, je hele leven kunt doorbrengen zonder ooit te ervaren – alles in één, zonder bedoeling.
We hebben in de loop van duizenden jaren allerlei manieren ontwikkeld waardoor we dat op jacht zijn kunnen continueren. Meestal als we met elkaar praten, luisteren we niet. We horen de anderen, het wekt iets in onszelf. En we zijn eigenlijk alleen maar bij dat wat het in ons wekt. We horen dus de ander eigenlijk niet – een andere manier van niet-ervaren. En als we kijken, kijken we naar datgene wat onze belangstelling heeft, maar niet naar het geheel. Dat is ook een voorbeeld van niet-ervaren. 

We zijn daar hele grote meesters in geworden, om voortdurend in die theoretische laag te blijven van het al-geweest-zijnde. Wat een beetje lijkt op wat we nu ervaren – althans wat nu door onze zintuigen tot ons komt, moet ik eigenlijk zeggen. De stimulans van onze zintuigen wekt de herinnering van iets wat er erg veel op lijkt. En dat is wat we ervaren.
En in het praten zetten we dat voort. Je merkt ook dat het gewone praten wat we doen, dat kun je eigenlijk niet eindeloos, dan ga je je vervelen. Als we echt zouden praten, zouden we ons nooit vervelen, onmogelijk, want dan doe je voortdurend ontdekkingen. Echt praten is echt uitwisselen, is luisteren, tot je laten komen, de tijd nemen dat er een antwoord in jezelf komt, dat is dus niet iets wat jij bedenkt, dat is ook niet iets wat jij je herinnert, maar dat is een antwoord wat in je groeit. En dat kan alleen maar in je groeien, als je de tijd daarvoor neemt. Als je het erop waagt om, wanneer iemand iets zegt, de tijd daarvoor te nemen. Op het gevaar af dat die ander denkt dat je gek bent, dat je niet direct antwoordt.

Als je zo probeert voor jezelf te weten te komen wat er nu eigenlijk gebeuren moet in de meditatie, dan merk je onmiddellijk dat dat je hele leven beslaat, vanaf dat je wakker wordt totdat je slapen gaat. En dat daar eigenlijk – ik zie het tenminste niet anders – geen regels voor te geven zijn. Ik doe het beetje. Als we langer bij elkaar zijn dan vraag ik van jullie – en dat kost al moeite – om voor het eten even stil te staan in je basis. En na het eten weer even bij jezelf te zijn.
Ik heb vroeger wel eens gevraagd om tijdens het eten niet te praten. Maar ik heb gemerkt dat dat averechts werkt, want iedereen houdt dan stijf zijn mond op elkaar. Maar intussen gaat er ik weet niet wat allemaal om… Dus dat doen we niet meer.
Als je de traditie, zeker de zentraditie, nagaat van langere sessies, dan is er een absolute zwijgplicht, vanaf het moment van je binnenkomt tot het moment dat je weggaat houd je je kaken stijf op elkaar. Dat werkt soms heel goed. En dan zeggen we: nou, dat is eigenlijk een geweldige methode! 

Maar het gaat terug op een bewustwording. We moeten ons eigenlijk bewustworden van een geweldige leuteraar die in ons zit, die onophoudelijk over alles wat binnenkomt iets zegt – ook al zeg je niks, dan zegt het het wel in jou.
En hoe je eigenlijk alles wat tot je komt, beoordeelt. En je vraagt je nooit af waar dat oordeel op gebaseerd is. Je wilt best je oordeel wijzigen, als iemand anders je kan overtuigen dat het een slecht oordeel is, maar dat blijft in hetzelfde vlak. Dan heb je een ander oordeel. Maar dat oordeel komt voort uit vroegere ervaringen en ook natuurlijk wat je geleerd hebt, wat je onderwezen is, je opvoeding en de kennis die je tot je genomen hebt. Die vormen jouw visie op de wereld. Jouw visie op de wereld is voor een vreselijk klein, klein gedeelte maar op ervaring gebaseerd. Dat is voor het overgrote gedeelte aangeleerd. En daar kun je niks aan doen, dat is gewoon gebeurd. Op het moment dat het gebeurd is heb je nog niet de rijpheid om dat te bestuderen wat je aangeboden wordt. Dat bestudeer je niet, je neemt het gewoon aan.
Zo gaat het in de wereld, iedereen voedt zijn kinderen op en zo herhaalt dit proces zich eindeloos, eindeloos, eindeloos. Met alle gevolgen van dien.

Want dat betekent dus dat je niet ervaart. Dat je een bepaalde oppervlaktestructuur ervaart. En die herhaal je. Er zijn maar enkele momenten in je leven – dat is echt iets wat mij wel beangstigt – er zijn maar hele kleine momenten in je leven dat dat doorbroken wordt. Als je heel erg veel van iemand houdt, of als je bang bent om dood te gaan. Dat zijn twee momenten waar het even doorbroken wordt – van buitenaf, zou ik haast kunnen zeggen. Dan sta je plotseling in een totaal andere wereld.

Maar die momenten zijn zo bijzonder, zijn van een zo totaal andere dimensie, dat we het heel gauw vergeten zijn. Wat we er ons van herinneren is dat het heel mooi is of dat het heel verschrikkelijk is. Dat is dus onze reactie.
Ik weet niet of jullie beseffen, wat ik nu zeg is heel fundamenteel, dat je zelfs die hele bijzondere momenten in je leven, wat je daarvan overhoudt is jouw reactie. Je vindt het heel fijn of je vindt het heel verschrikkelijk. Je bent er heel blij om of je hebt er verdriet van. Maar dat is een reactie, dat is niet de ervaring. 

Daarom zei ik aan het begin: sta er eens bij stil hoe je ervaart. En héél diep in ons hart, ons geestelijke hart, weten we dat we op een dun laagje ijs lopen. Dat weten we. Want dat geeft ons in om dat dunne laagje ijs – dat is die wereld, die voorbijgaande wereld, die onwerkelijke wereld, die theoretische wereld – om die te bewijzen. Want dat geeft ons een beetje zekerheid. Vandaar dat we al die filosofieën hebben en al die theorieën en al die psychologieën en noem het maar op.
Er zijn zoveel mensen die wel eens aan me vragen: ja maar, hoe bewijs je dat. Nou, dat is een vraag die voortkomt uit een grote angst. Want al die bewijzen, slaan eigenlijk nergens op.
Ik las laatst in een boek drie regeltjes van Einstein die me werkelijk ongelooflijk ontroerd hebben, waar hij zegt: filosofieën en psychologieën zijn als het schrijven in honing. Nou, je weet wel, als je in honing schrijft, dat is weg daarna. Wat is de werkelijkheid, de werkelijkheid is de honing, niet wat jij daarin schrijft. Maar dat is van onverdachte bron, een groot mathematicus, ontdekker van de relativiteitstheorie, die dat daar rustig zegt.
En dat is eigenlijk hetzelfde. Omdat wij niet kunnen ervaren, moeten wij die schijnwereld die wij beleven, ook verdedigen, die moeten we doorzetten. Daar moeten we voor vechten, desnoods tegen elkaar. 

Dus de vraag is, en die blijft, die blijft je hele leven: ‘ervaar ik’.
En de daarop volgende vraag is: ‘neem ik voldoende de tijd om te ervaren’.
Want je kunt vrij snel ontdekken dat wat jij ervaren noemt, dat is geen ervaren. En dan kun je natuurlijk van allerlei doen en je kunt heel braaf oefenen, enzovoorts. Maar je gaat dus ontdekken dat het een mankement van je bewustzijn is. Of laten we liever zeggen – het is een beetje slecht gezegd – een slecht gebruik van je bewustzijn. En dat slechte gebruik is door de eeuwen heen gesanctioneerd door alle instellingen. Want het slechte gebruik van je bewustzijn geeft de leiders van een volk wetgevende macht. Die geeft het de mogelijkheid om jou in toom te houden. Een mens die werkelijk ervaart, is een dermate revolutionair, die is een gevaar voor alle systemen. En dat weten de systemen heel goed. 

Dus meditatie, zoals ik het zie, is een hele revolutionaire aangelegenheid. Het betekent namelijk de hele wereld van de ervaring, die je tot nu toe hebt opgedaan, tussen haakjes te zetten. En steeds dieper te beseffen dat jij totaal zult moeten veranderen om echt te kunnen ervaren. En de keren dat je een moment gehad hebt dat je echt ervoer, dat er niets tussen jou en dat wat gebeurde was, geen mening, geen reactie, dat het onmiddellijk bij je binnenkwam, zonder een haarbreedte aarzeling, dan weet je, als je tenminste niet dermate onder de indruk bent van die ervaring dat je de mogelijkheid tot observatie niet meer had, maar als je die mogelijkheid van observatie wel had, dan weet je dat het gegeven wat het mogelijk maakt dat jij zo ervoer, was dat je leeg was.  Dat je niet met iets bezig was. Dat je geen verwachting had. Dat je dus niets al meebracht in de ervaring. Dat de ervaring onverkort in je kwam.

Dus je weet welke situatie eigenlijk noodzakelijk is om te ervaren. Dat wil zeggen dat jij geen haast hebt naar het volgende moment, dat je geen behoefte hebt om iets te bewijzen, dat je geen behoefte hebt om iets te weten, dat je geen behoefte hebt om er iets mee te doen, dat je geen behoefte hebt om het te beheersen. Dat is allemaal nodig. En dat is nou juist alles wat we niet doen. Dus het is geen wonder dat we nooit ervaren. Dat we altijd maar het voorbijgaande dunne huidje kennen en dat we daarmee leven. En dat doen we natuurlijk niet alleen ten aanzien van alles wat ons van buiten bereikt, maar dat doen we ook met onszelf. 

Dit wat ik nu zeg, betekent dat je het niet kunt hebben van urenlang doodstil zitten. Dat je het ook niet kunt hebben van geweldig goed Tai Chi doen. Maar dat het gaat om een bewustzijnsinstelling die zich bewust is van zijn eigen wanorde, van zijn eigen gretigheid, van zijn eigen haast. En dus van zijn eigen oppervlakkigheid. En dat niet om daar somber, zwijgend te denken van, nou ja, als dat dan allemaal zo is dan kan ik mezelf wel opknopen… Maar als stimulans om in te gaan om de werking van je bewustzijn. Om dat echt als hét grote onderwerp van je leven te maken. Dus niet meer te wachten tot er een of andere goeroe naar je toekomt stappen die je iets vertelt, maar gewoon te onderzoeken. Want natuurlijk vind je dan zelf wel uit dat je een ontspannen houding moet hebben. Want een ontspannen houding maakt dat je rustig kunt zijn, dat je geduldig kunt zijn. En een langzame vriendelijke adem, die als die spanningen die in ieder van ons aanwezig zijn, elke keer en elke keer weer weg, laat uitstromen. 

Dan kom je vanzelf op de oefeningen. Maar vanuit een heel andere kant. Dan besef je dat ze broodnodig zijn om jezelf de kans te geven te kunnen ervaren. En dan worden al die regels en al die adviezen, die we nou zo geleidelijk aan uit de traditie kennen, die worden duidelijk. En dan zijn het geen dwangmaatregelen meer. Dan is er niet iemand die zegt: nou zullen we vijf dagen ons mond houden. Want dan is het je duidelijk dat wil je dat hele mechaniek, dat praatmechaniek van jezelf, dat kijkmechaniek, dat luistermechaniek, als je dat wilt ontdekken, wilt bewustmaken, ja, dan zit er aan vast dat je dan niet natuurlijk doorgaat met die …., dat je dan niet blijft doorgaan. Want je weet van jezelf, als je natuurlijk op de oude manier blijft praten, ja, dan gebeurt er niks. Dan mag je best acht uur per dag zitten, maar dan gebeurt er niks. 

Dit is zo’n geweldige taaie, diep ingeslepen structuur in ons allemaal. Niet van dit leven, van duizenden en duizenden jaren. Dat om dat terzijde te kunnen schuiven zonder het te beschadigen – want het is natuurlijk aan de andere kant heel nuttig dat je iets kunt uitdrukken, dat je iets kunt vergelijken, dat je iets kunt formuleren. Dat is heel belangrijk. Het zou doodzonde zijn als je dat beschadigde. Maar hoe kun je dat gebruiken, zonder dat je er slaaf van bent, zonder dat jij geformuleerd wordt, zonder dat jij bepaald bent.

Dus het bewustworden en het ontdekken leidt niet tot de gedachte dat je het nou maar allemaal moet vergeten, dat je maar een simpel mens moet worden, die niets meer weet. Maar dat je al die vermogens die je ontwikkeld hebt in de loop van duizenden en duizenden jaren, nu eens goed gaat gebruiken. Daar waar ze op hun plek zijn.
Daarom zei ik helemaal aan het begin: als je hierachter wilt komen, zul je de tijd moeten nemen, zul je de tijd moeten nemen om de dingen op je toe te laten komen. En dat zal in het begin vrij veel van je vragen. Het vraagt ook een wilsinzet. Dit moet je willen.
Als je maar steeds beseft waar het omgaat, dan zul je nooit uitglijden in de richting van de prestatie. Want ervaren komt niet uit de hemel vallen. Daar zul je voor moeten werken. Daar zul je je voor in moeten spannen. 

Maar wat heel veel gebeurt, is dat we ons op de verkeerde manier inspannen, dat we al weten wat het is om echt te ervaren. Ja, en dan gaat het de mist in. Dit, waar ik het nu over heb, is veel te subtiel om op een of andere manier veroverd te worden – ik haat het woord. Het is iets wat je krijgt. Als je je handen opent en het ontvangen kunt.
Waar het eigenlijk om gaat is: kun je je handen openen. En dat is meditatie.

Maar we kunnen proberen in die vijf dagen om hier echt op in te gaan. Om dit zo volledig mogelijk met elkaar uit de diepen. Dus het komt niet van mij. Ik stel het alleen aan de orde. Het komt van jullie, hoop ik. Dat we dit zo volledig mogelijk uitdiepen. Wat is dat: ervaren. Wat gebeurt er in mij als ik zeg: ‘ik ervaar’. Wat speelt er allemaal in me.
Het is zoveel, dat je wel een hele onnozele hals bent als je denkt dat dat op een achtermiddag kan. Terwijl je al een heel leven op een bepaalde manier geleefd hebt. En nou zal het opeens

En bovendien – en ik hoop dat jullie allemaal vreselijk goed duidelijk is – je werkt niet ergens naartoe. Want je wéét niet, je weet het niet, je weet niet wat ervaren is… Het enige wat je wel weet is de situatie waarin dat bij jou plaats heeft gehad. En daar kun je iets aan doen. 

En deze vijf dagen hebben we natuurlijk een geweldige kans, want de normale sores is ons ontnomen. We krijgen op tijd eten – als je dan niet teveel urmt over dat het eten niet zo erg lekker is, maar gewoon zegt: nou ja goed, dat is dat, dat is het eten. En er zijn natuurlijk meerdere dingen die niet precies zo zijn als we ze zouden willen hebben. Maar de voornaamste punten waar wij altijd mee bezig zijn, zijn ons uit de hand genomen: ons bed staat klaar, ons eten staat klaar, zelfs onze dag is ingedeeld, daar hoeven we ons dus ook geen zorgen meer over te maken. Dus we zijn helemaal vrij om dit te doen.
Dus we kunnen natuurlijk in die vijf dagen geweldig veel doen, om er achter te komen hoe wij ervaren. Daar kun je rustig met elkaar over praten. Ja, ik bedoel niet alleen hier, maar gewoon. Als je maar in de gaten hebt waar je mee bezig bent. Als je dan weer gaat praten over, nou ja, van heb je die al gezien enzovoorts, dan weet je dat je gewoon je tijd aan het verdoen bent. Maar je kunt vijf dagen hiermee helemaal bezig zijn. En dan is het een onvergetelijke vijfdaagse. Want dan kun je ook een heel stuk verlicht krijgen in jezelf, wat voordien in de schaduw van het onbewuste verborgen was. 

Dus we hebben – zo voel ik het althans – een grote kans om er iets dieper op in te gaan. En alles wat we hier samen met elkaar uitdiepen, als je er helemaal bij bent, als je niets mist als het ware, dat helpt je bij je eigen proces. Het is natuurlijk jóuw proces. Maar omdat we nu met elkaar bezig zijn, kan dat proces in jou een geweldige push krijgen. En dat ben jij zelf dan, dat komt dan niet van mij, dat ben jijzelf. Want jij ziet in voor jezelf hoe ongelooflijk belangrijk het is om met werkelijke dingen te maken te hebben. En je niet aldoor alleen maar af te vragen hoe je de ellende die er in de wereld is, op de oude manier kunt veranderen, kunt verbeteren – wat ons nooit gelukt is, in steeds andere vorm doen we hetzelfde.

En nu ben je bezig met iets wat basaal is, wat aan de wortel van alles ligt. Dus laat je niet afleiden. Probeer deze vijf dagen – onder vrij ideale omstandigheden, nog mooi weer ook – het niet te vergeten, probeer er steeds op in te gaan. En constateer gewoon bij jezelf, oh ja, nou wil ik gewoon een beetje leuteren… Maar dan weet je dat je leutert, dan is het niet erg. En dan weet je dat je gewoon eventjes afgezwaaid bent.

Oké. Ik denk dat we dan morgen hierop door kunnen gaan.

naar boven