Het verhaal van het stofje in de stroom

Eefde april 1990 | Woensdagmorgen

Inleiding
[download]

E. vroeg een paar dagen geleden, toen ik het had over het eindeloze proces van bewustwording, of dat zou reiken over de dood heen. Ik ben erg dankbaar voor zijn vraag, omdat die in mij iets verhelderd heeft.

Wij zijn als een stofje in de stroom. En dat stofje dat raakt langzamerhand doordrenkt van de stroom. De zon schijnt en droogt het weer, maar allengs raakt het stofje doordrenkt.
Er staan bomen langs de kant, die hun schaduw werpen op de stroom. En het stofje beseft dat elke keer als het langs een schaduw gaat, en zegt dan ‘ik ben een beetje ouder’.
En daar komt een boom die de laatste is en dan is het stofje helemaal doordrenkt en zinkt naar de bodem. Wij zeggen dan: het stofje is er niet meer – we zouden moeten zeggen: het stofje is opgenomen in de stroom.

Als jullie dit goed begrijpen, dan is het niet nodig meer vragen over de dood te stellen. Het stofje in de stroom is de stroom, het is geen stofje meer. Zolang het stofje nog aan de oppervlakte van de stroom is, stelt het zich vragen over de stroom waar het in is. Maar het is altijd in de stroom. Het lijkt alleen alsof het nog niet van de stroom is.

Na een poosje, als het stofje op de bodem heeft gerust en toch meegenomen is door de kracht van de stroom, komt het weer iets omhoog en de zon droogt het weer een beetje en dan zeggen wij: daar wordt een mens geboren. En hoe meer zon er is, hoe meer het stofje droogt en weer drijft op de stroom en de schaduwen voorbij ziet gaan, hoe meer het doordrenkt wordt door de stroom, en het zakt weer naar de bodem. Maar al die tijd is het de stroom en het is ook het stofje.

Waar het nou om gaat is dat je beseft dat er een tijd is dat het stofje aan de oppervlakte drijft en dat het stofje op de bodem voortgaat, in de stroom. Maar dat er geen moment is dat het stofje niet in de stroom is. Alleen zijn plek is verschillend. Maar de beweging van de stroom blijft.
Wij hebben eindeloos veel theorieën ontworpen vanuit het moment dat het stofje aan de oppervlakte drijft. Daar slaan we elkaar ook mee om de oren. En we gaan verdriet hebben als een stofje naar de bodem zinkt, terwijl dat juist een reden is tot grote vreugde, omdat je dan weer helemaal stroomt en je weer klaar kunt maken voor een volgende opgang naar de zon.

Het is zo eenvoudig, wat ik jullie vertel, dat je het waarschijnlijk niet zult kunnen begrijpen en dat je denkt ‘ja, mijn gevoel dan toch…’ Maar dit eenvoudige, wat ik jullie vertel, kan je helpen om de onwaarachtigheid van je gevoel te leren kennen. Daar hoef je niet boos over te zijn. Het is heel menselijk, dat je die gevoelens hebt en dat je pogingen doet om de tijd die het stofje op de stroom drijft, te verlengen. En dat je groot misbaar maakt als het stofje omlaag zakt. Terwijl het stofje al die tijd dat het zogenaamd drijft – het merkt eigenlijk niet eens dat het drijft, merkt de stroom niet eens op – gaat voelen dat die stroom er is. Dat het stofje bereid is – niet alleen bereid is, maar in grote vreugde zich laat doordrenken door de stroom.
Dat is wat sinds de Oudheid en de mystieke traditie bedoeld wordt met het sterven aan het leven, terwijl je leeft. Niet te wachten tot het moment dat de kosmos het stofje weer laat verzinken, maar dat je je voor die tijd bewust wordt dat je van de stroom bent, zodat je vrijwillig de tijd die je aan de oppervlakte doorbrengt gebeurt met het besef van de stroom. Dat verleent je een diepe ernst en het verleent je ook een grote blijheid.

Waar wij ons allemaal druk om maken, en waarom we ook zo vreselijk veel kletsen, is omdat we ons druk maken over het stofje alsof het niet in de stroom is. Want dat is eindeloos. Want los van de stroom bestaat het stofje niet. Het stofje is altijd in de stroom. Alleen af en toe aan de oppervlakte en af en toe in de diepte.
Die hele wordingsgeschiedenis van de mens is begonnen om dit besef. Dat je een stofje bent en tegelijkertijd van de stroom bent. Dus je bent ook niet alleen maar de stroom, wat we ook wel eens denken. Je bent en het stofje en de stroom. Altijd. Of je nou aan de oppervlakte bent of dat je in de diepte sluimert.

Ieder van jullie heeft het nodig om dit te beseffen, opdat je waardig kunt sterven, als een mens kunt sterven. En niet als een angstig dier, wat weliswaar knap is, maar niet beseft waar het om gaat.


naar boven