Het verhaal van zenmeester Chao

Eefde april 1990 | Dinsdag

Inleiding
[download]

Ik wilde jullie vanochtend het verhaal vertellen van meester Chao. Meester Chao is een hele onbekende zenmeester.
Toen meester Chao nog geen meester was en alleen maar hoofd van een hele kleine tempel, kreeg hij een merkwaardig probleem. Zo leek het althans van buiten. Meester Chao had behalve een paar monniken ook een non, die te kennen had gegeven vreselijk graag opgenomen te worden in de broederschap. Daar was eigenlijk niets mee aan de hand, totdat die non zwanger werd.

In het nabij zijnde dorp gingen allerlei geruchten. Niemand wist er het juiste van, maar op een bepaald moment was de algemene opinie dat meester Chao – die toen nog geen meester was – dat wel eens gedaan kon hebben.
De vader van de non, die een zeer rijk man was, ging naar meester Chao toe en zei: “Ja, als jij dat nou gedaan hebt, dan moet jij dat kind maar opvoeden.”
Meester Chao zweeg een poos en zei toen alleen: “Is dat zo?”
Maar hij kreeg het kind wel en hij voedde het op.
Na enkele jaren kreeg de non – die toen al geen non meer was, want dat kon natuurlijk niet – wroeging en vertelde wie de werkelijke vader was. Ze vertelde dat natuurlijk ook aan haar eigen vader. Die was heel boos, voelde zich voor de gek gehouden, maar hij schaamde zich ook heel diep.
Hij ging naar meester Chao toe en zei: “Ik heb een hele slechte dochter. Met het kind heb jij niets te maken. Wat kan ik nu doen, kan ik je tempel een heleboel geld geven? Maar ja, mijn dochter blijft slecht.”
Toen zei meester Chao: “Is dat zo?”
Het kind ging weg van meester Chao. En naderhand, vele jaren later, werd het jongetje monnik bij hem en later zijn opvolger.

Wat vertelt dit verhaal. Het vertelt dat, behalve meester Chao, geen enkele van de betrokkenen kon luisteren. Dat hij alleen maar kon afgaan op wat zich zo uiterlijk voltrekt. En dan kom je natuurlijk altijd in de nesten.
Een van de kostbaarste dingen van het leven is het vermogen om naar binnen te luisteren, zodat je al je eerste reacties – mensen zeggen wel eens: ‘spontane reacties’, maar daar is heel weinig spontaniteit aan, het is heel oud – leert kennen. En dat niet alleen, maar dat je kunt blijven luisteren wat achter die zogenaamde spontane reacties zit. En dat je blijft luisteren, altijd maar blijft luisteren, totdat je opeens ziet en hoort wat er plaatsheeft.
Daarom vroeg meester Chao ook telkens weer: is dat zo? Maar het leven, het zogenaamde gewone leven, ging zijn gang op de oude manier, de ene reactie op de andere. Eerst de beschuldiging, dan de wroeging …
Je hebt niet veel fantasie nodig om te zien dat het zo altijd gaat. En dat dit een eindeloos verhaal is. Want meester Chao was nu wel gerehabiliteerd in de gemeenschap, maar er was eigenlijk niks gebeurd. Want bij een volgende gelegenheid gebeurt precies hetzelfde.
Maar het blijkt heel moeilijk te zijn om te blijven luisteren, om niet een conclusie te hebben.

Er was iemand die bij me kwam en zei: “Laatst zag ik, terwijl ik bezig was, alleen mijn handen en de dingen waarmee ik bezig was. En ik heb een heleboel boekjes gelezen. Wat betekent dit nou? Is dit nou iets werkelijks of is het eigenlijk onzin.”
Terwijl het heel duidelijk is, dat die iemand beleefde zoals hij gewoonlijk met de wereld omgaat: namelijk alleen maar daar zijn waar je aandacht is en niet opmerken dat er aan die handen een lichaam vastzit. Dat is toch heel duidelijk, daar is niks bijzonders aan.
Maar wij zijn al zo gewend dat ergens een theorie over moet zijn, dat we de dingen die zich aan ons voordoen, in barmhartigheid, dat we die niet meer kunnen duiden.

Een ander vertelde me dat hij maar voortdurend verliefd werd en dat hij wel het gevoel had dat daar iets vreemds aan was. Want dat je eigenlijk al kon voorspellen hoe dat verder ging. En dat is dan nog maar in één leven. Maar ja, elke keer opnieuw was er die opwinding, van … nu!
Wat betekent dat nou eigenlijk? Dat betekent dat je niet zo lang kunt luisteren dat het je duidelijk wordt dat je behoefte hebt aan het allerlaatste. En dat je dat vermengd met die hele grote, eenvoudige, maar wel blinde kracht van de zelfhandhaving en de voortplanting. In die kracht en in dat spel kun je eindeloos doorgaan. En je zult altijd uiteindelijk ontevreden en arm achterblijven. Als je het althans zo benadert.
Je kunt ook natuurlijk op den duur gaan merken dat in dat gebeuren iets heel anders verborgen is: dat je elkaar kunt helpen daarin het allerlaatste tot je door te laten dringen. Maar dan is er geen opwinding meer. En dan is één keer voldoende.

En een ander zei me: “Ik ben zo eenzaam.”
Nou denk ik dat dat woord verkeerd gebruikt is, maar dat die iemand bedoelde: ik ben zo alleen. En dan kun je, als je alleen bent, als je je alleen vóelt, natuurlijk proberen iemand te vinden die dat opheft. Zodat het lijkt alsof je niet meer alleen bent, dat je met een ander bent. Alleen heb je dan niet lang genoeg geluisterd. Want je bent, ook al ben je met tien andere mensen of ben je er met één, natuurlijk alleen. Maar je bent niet eenzaam.
Als je helemaal alleen bent, helemaal alleen, dan ben je verbonden met alles. Maar dat vraagt héél zorgvuldig luisteren. En meestal moeten wij, denk ik, door al die stadia van niet-luisteren heen. Moeten wij eindeloos zwerven in de wereld om te ontdekken dat we nooit van de plek geweest zijn. Om te ontdekken dat we er altijd al waren, dat wat we zochten er altijd was.

Ik denk dat dat de eigenlijke oorzaak is dat we zo eindeloos lang moeten leven. Omdat we steeds denken: ‘oh, dat is het’ of ‘dat is het’. Dat we ons vereenzelvigen met wat we denken dat het is. En daar zó heilig in geloven dat we elkaar kwaad doen, dat we elkaar beschadigen.
Het is eigenlijk zo eenvoudig: je hoeft alleen maar te luisteren en alles wat er opkomt in jezelf heel ernstig te nemen; het niet weg te gooien, niet te zeggen: oh, het is maar één van mijn facetten. Alles wat er opkomt, ook wat een ander zegt, ook wat je in de boeken leest, neem het heel ernstig, maar blijf erbij. Blijf er eens zolang bij tot het zijn boodschap heeft afgegeven. En dat kun je weten: als het zijn boodschap heeft afgegeven is het weg, ben je nieuw, mag het volgende binnenkomen, is er geen rest meer.

En iemand vroeg me: “Kun je voorkomen dat je dwaas doet, dat je ongeduldig bent?”
Ik zei: “Nee, dat kun je niet. Je kunt wel eerder ontdekken.”

Dat is wat we hier proberen te doen, die vijf dagen, doordat we de mogelijkheid hebben om iets meer dan normaal te zwijgen: voor onszelf te ontdekken wat er plaatsheeft. En daar zijn alle anderen ons erg behulpzaam bij. Want een ander is een facet van jezelf, zoals jij een facet bent van die ander. Daarom is het heerlijk dat we met velen zijn. Dan kunnen we veel ontdekken.
Maar het enige wat dan nodig is, is dat we niet zo erg met onszelf bezig zijn. Dat we werkelijk opmerken dat die anderen er zijn. En dat ze niet alleen maar iets zijn wat een reactie bij ons wekt. Maar dat ze iets op zichzelf zijn, ieder van ons is iets heel bijzonders.
Onze reactie op die ander is maar een pover iets. Als we alleen maar afhankelijk zijn van onze eigen reacties op anderen, dan is ons leven vreselijk klein, en vaak zinloos. Maar als die ander voor ons een poort is om door te gaan, om verder te kunnen, om steeds dieper verbonden te raken met dat wat in onze haast verborgen blijft, dan is ieder mens die we ontmoeten een geschenk. Vooral als het iemand is die onze irritatie wekt. Want dat betekent dat die iemand iets in ons vertegenwoordigt waar we onvoldoende naar geluisterd hebben. En nou is ie niet meer in het verborgene, maar nou is die zomaar aanwezig, heel duidelijk. Dat is fantastisch.
Als iemand aardig is, dat is heerlijk. Maar dat is nou juist de kant waar we wél naar geluisterd hebben. Daarom vinden we het zo aardig.

Wat meester Chao ons leert is dat je door niets te doen juist ontzettend veel doet. Dat het niet nodig is om alle landen af te reizen, alle volken te leren kennen, alle situaties te hebben doorgemaakt, om geleidelijk aan te ontdekken dat er een richting is in alles.
Die richting is zo oud als de mensheid. Je hoeft er alleen maar aandachtig voor te zijn. En alles te vergeten – dat is heel moeilijk – alles vergeten wat je al weet, wat je al bedacht hebt, wat de ander bedacht heeft en wat een ander je vertelt heeft. Om te wachten, te wachten totdat alle reacties voorbij gegaan zijn. Je hoeft ze niet allemaal te uiten, maar laat ze uitwerken in jezelf. Dat is de kortste weg.
Je bent van belang voor alle anderen om je heen, zonder dat je iets gedaan hebt. Want als jij luistert, kan een ander ook beter luisteren, naar zichzelf; kan alle antwoorden horen die hij zichzelf gegeven heeft en die hij van buiten gehoord heeft. En hij kan beseffen dat er geen antwoord is. Dat er alleen maar de werkelijkheid is. Die is heel, heel oud en heel, heel jong. Die is niet van de tijd.
Het enige wat je hoeft te doen is daarnaar te luisteren.


naar boven