Uit je systeem vallen

Inleiding
[download]

Ik heb zo van een paar mensen gehoord dat jullie uit een bepaald systeem geworpen zijn in je lichaam. En dat is goed gelukt, wat ik zo allemaal gehoord heb.[1]
Wat ik probeer is jullie uit een ander systeem te krijgen. En dat is namelijk het systeem van waarnemen en beleven. Want daar zitten we allemaal in, allemaal afhankelijk van hoe we geworden zijn tot op dit moment. 

En we hebben gisteren gemerkt in dat gesprek, hoe we eigenlijk naar alle kanten afdrijven. En niet in de gaten hebben dat we over een bepaald punt heen springen waar het nou juist om gaat. En die moeilijkheid is al duizenden jaren oud, die is niet van vandaag, en van ons, maar die is al heel oud.

Maar ik denk dat naarmate we verder gaan in de evolutie, dat het steeds moeilijker zal worden om je daarvan bewust te worden: dat je een mens bent, een wezen bent, een bewustzijn bent, dat op een bepaalde manier waarneemt. En dat nu juist die bepaalde manier van waarnemen je sterke kant is en je grote zwakte. 

En de vraag is dus: hoe kun je je daarvan bewustworden, hoe kun je je bewustworden van de manier waarop je lacht, van de manier waarop je kijkt, voelt, hoort. Want als dat niet mogelijk zou zijn, dan was het uitzichtloos, dan zouden we inderdaad uitsluitend het product zijn van de ontwikkeling.

Wij bewegen ons de hele dag binnen een vast patroon. En daar verandert wel eens klein beetje aan, maar heel weinig. En of we nou naar die kant toe uit studeren of naar die kant, dat maakt heel weinig uit. Het gaat hem om die belangstelling voor jouw wijze van doen, jouw wijze van zijn, jouw wijze van luisteren, kijken. Dat is echt meditatie. Maar er zijn allemaal systemen omheen gebouwd, maar dit is de kern.

Je zult allemaal opgemerkt hebben dat je vrij gelijksoortige ervaringen in je eigen leven telkens op een andere manier ervaart. Dat wil zeggen, de gevoelsinhoud ervan. En er zijn maar heel weinig mensen die zich afgevraagd hebben waarom, hoe dat in elkaar zit.
Je kunt zeggen: de ene keer heb ik goed geslapen, de andere keer heb ik lekker gegeten of heb ik juist slecht gegeten. Dat zijn zo van die dooddoeners, die dan schijnbaar een antwoord zijn.
Maar het zit veel ingewikkelder, het zit veel fundamenteler in elkaar. Als je alleen maar hier op gaat letten, kom je al onmiddellijk tot de conclusie dat je verschrikkelijk weinig van jezelf weet. Dan merk je dat je zó beïnvloedbaar bent voor allerlei factoren die je nooit opgemerkt hebt. 

En dat is maar één van de dingen die jou opmerkzaam zouden kunnen maken op dat merkwaardige verschijnsel dat je, behoudens enkele ingeroeste vaste punten, eigenlijk zonder centrum bent, zonder een wezenlijke basis van waaruit je in het leven staat en opmerkt. Waarmee ik juist niet bedoel dat je altijd hetzelfde zou zijn. Maar dat je een basis hebt van waaruit je kunt beleven, kunt waarnemen, die onafhankelijk is van wat je gezegd wordt, door wie dan ook.

Zodra je opmerkt dat dat zo is – en iedereen die hier zit die kan dit opmerken – zodra je dit opmerkt, verandert je leven. Want dan ga je belang stellen voor wat er nou eigenlijk aan de gang is in jezelf. En dus ook in alle andere mensen. Misschien niet precies op die manier, maar zeker op zo’n soortgelijke manier.
Dan ga je opmerken dat je inderdaad voor het overgrote gedeelte een product bent alleen maar. Een product van je eigen inspanning, van je omgeving en van je verleden, in de zin van de opvoeding die je gehad hebt en alles wat daar achteraan zit. En dat je met dat gegeven waarneemt en met dat gegeven beleeft. En dat je dus eigenlijk, ja, voorgeprogrammeerd bent in je reacties op de dingen die komen.

Dat is het systeem, het systeem waar je inzit. En hoe kom je daaruit. Dat wil zeggen, hoe kom je op een vlak, op een niveau, in een gebied in jezelf, wat nog nieuw is, wat nog niet alles al in zich heeft wat daarvoor gebeurd is.
Er is maar één manier, en dat is dat je je bewust wordt. Dat je je bewust wordt hoe dat hele mechanisme in jezelf in elkaar zit. En dat bewustworden is een kwestie van oplettend zijn. Maar niet de oplettendheid die wij normaal kennen – want daar zijn we eigenlijk gisteren in gestrand. De oplettendheid die wij kennen, dat is dat we eigenlijk versmald een bepaalde sector waarnemen. En daar zijn we heel erg mee bezig, daar geven we al onze aandacht aan.
Maar dat we een oplettendheid ontwikkelen, waar alles wat er, zowel in jezelf als buiten je gebeurt, in opgenomen is. Waar je het geluid hoort wat nu daarbuiten gemaakt wordt, waar je een gezichtsverandering daar ziet, en tegelijkertijd je verhaal voortzet.
Dat is dus een alomvattende aandacht. En die alomvattende aandacht is alleen maar mogelijk als jij niet iets bedoelt, als jij niet iets in de zin hebt. Want zolang jij iets in de zin hebt, kun je niet alles wat er komt tot je toelaten. 

Ga dat eens bij jezelf na, wanneer je niet iets in de zin hebt. Daar zul je van schrikken. Dat je niet iets in de zin hebt. Kijk, als je problemen hebt, dan is het al helemaal verkeken, want dan heb je altijd iets in de zin. En ik kan natuurlijk wel tegen jullie zeggen: heb geen problemen, maar dat is gewoon een kreet. 

Maar het betekent dat je door alles heen opmerkzaam gaat worden op deze punten, die ik nu noem. Dat je opmerkzaam gaat worden op hoe je dingen doet, hoe je luistert, hoe je kijkt. En daar kun je je bewust van worden, dat is mógelijk. 

En daardoor ontstaat een ontspanning, als je je daarvan bewust wordt. En dat brengt dichterbij dat je niet leeft met iets op het oog. Dat je niet beter probeert te worden, dat je niet knapper probeert te worden, dat je niet vredelievender probeert te worden, dat je niet liefdevoller probeert te worden… Niets van dat alles. Dat je uitsluitend probeert tot je door te laten dringen. En alles weg te ruimen wat dat in de weg zit. 

Maar om dat weg te kunnen ruimen, moet je eerst weten dát het in de weg zit, moet je het eerst dus bewust gemaakt hebben. Zolang je vragen stelt, ontdek je niet. Dat is heel bekend, dat is precies hetzelfde. Daar kan wel een vraag in je zijn, maar dat hoeft niet te betekenen dat je hem dan als vraag al het andere laat wegwissen als het ware. 

En, deze soort van waakzaamheid, hoe kun je die de hele dag door volhouden. Want het is een waakzaamheid – niet een waakzaamheid in de zin van op je hoede zijn, dat is wat anders. Als wij het woord ‘waakzaam’ horen, dan denken we aan op onze hoede zijn.
Dat is het niet, dat is het juist niet. ‘Op je hoede zijn’ heeft alweer iets in het vizier. Maar hoe kun je waakzaam zijn. Dat is hetzelfde als hoe kun je nieuw zijn. Hoe kun je alles wat tot je komt, beleven alsof het de eerste keer was.

Zie je, op dit gebied kom je niet met techniekjes uit, hier schieten alle techniekjes tekort. Er is geen techniekje voor. Er is ook geen systeem voor. Dit betekent een inzicht en inzet vanwaaruit je leeft. Eerst bewustmaken van hoe je normaal functioneert, dan inzien waartoe dat leidt.
Nou, daar hebben we al zó vaak over gepraat, daar praat ik nu niet meer over. Dat is uit de hele wereldgeschiedenis af te leiden, uit de wijze waarop je normaal leeft, met alles wat dat inhoudt. 

Dus je hebt ingezien waartoe dat leidt. Je neemt je voor om dat nu voorgoed te beëindigen. Dat moet je wel doen – voor jezelf. Je ziet in dat je daar dus niet uitkomt met emotionele uitbarstingen, niet met haten, niet met liefhebben. Dit gaat veel verder. Dat zie je in!

Dan kan het beginnen. Dan wordt je leven ongelooflijk belangrijk, want dan zie je waar je voor staat: het doorbreken van een structuur die duizenden jaren oud is; het je bewust worden van wat dat inhoudt.
En de geschiedenis heeft laten zien dat mensen daar verschillend op reageren op deze uitdaging. Er zijn mensen die het gevoel hebben dat ze gewoon door betonmuren heen moeten – Gurdjeff is daar een voorbeeld van. En je hebt mensen die het gevoel hebben: als het inzicht er maar is, dan is de verandering daar – Krishnamurti is daar een voorbeeld van. Boeddha heeft het accent gelegd op het lijden, wat een gevolg is van de wijze waarop wij leven met elkaar.

En waar het om gaat is dat je de urgentie inziet hiervan. Die vér uitgaat over wat we hier zitten te doen met elkaar, hoe goed bedoeld ook. Maar het is een ongelooflijke urgentie, waar je voor staat. Want het moet gebeuren, anders zijn al onze goede wensen en al onze verlangens en hoop op een betere wereld, dat is gewoon geleuter, dat is uitstel. Dat is nog eens een variatie van nog eens een variatie van nog eens een variatie. Maar dat je inziet dat-het-moet-gebeuren, in dit leven, in jou!
En dat je op dat moment mérkt dat het je ook helemaal niet meer interesseert wat dat inhoudt voor jouw leven. Dat je niet meer eerst zegt van: ja, zal ik het wel kunnen… Afijn, vul maar in, wat ik altijd hoor. Dat is volmaakt onbelangrijk geworden – en op het moment dat het onbelangrijk is geworden, merk je dat je de kracht krijgt. Merk je dat ziekte, dood, al die dingen, dat zijn uitsluitend gebeurtenissen in dat proces waar je doorheen moet.
Voel je, op dat moment is het grootste brok probleem is verdwenen. Want je weet, die problemen dat is de oude geschiedenis, dat is van eer-, eergisteren, van duizenden jaren. Dat is eigenlijk geen probleem, dat is mijn gezeur, dat is mijn blijven hangen. Dat is inderdaad de dans om het gouden kalf, van de schijnwerkelijkheid, wat het ook zijn moge. Want op het moment dat je dit echt inziet, dat je de urgentie inziet en dat je inziet dat het jóuw verantwoordelijkheid is, en niet die van je buurman of buurvrouw, verandert er iets fundamenteels in je leven.

Dan zie je ook dat jouw leven een lot heeft. Een lot in de zin van een aantal situaties waar je doorheen zult gaan en waar je op jouw manier op zult antwoorden. En zolang je in het patroon zit, zul je steeds op dezelfde manier antwoorden en zal dat proces zich eindeloos voortzetten – als jullie dat toch eens een keer konden inzien… En dat proces moet beëindigd worden.

En dat je van daaruit dat gevoel krijgt van: wat gebeuren moet, dat moet gebeuren. Dat kan ik niet ontlopen, daar moet ik doorheen. En dat niet alleen voor één moment, maar met een terugkerende werkelijkheid in jou. Dan kijk je tegen de dingen anders aan. Dan ben je voor het eerst in staat om de situatie waarin je bent, de mensen die om je heen zijn, te aanvaarden voor wat ze zijn. Er niet meer iets aan te willen kriebelen, te corrigeren, te doen. 

En dan kun je inderdaad dat wat er gebeurt, daar kun jij dat in doen wat blijkbaar voor jou is. Dan ben je niet meer uit om iets of wat ook maar te bewerkstelligen, maar je bent opgenomen in een proces waarin jij precies dat doet wat gebeuren moet. En dat kan de ene keer aangenaam zijn, de andere keer is het onaangenaam. Maar dat maakt niet meer uit, dat heeft niet te maken met die ontwikkeling. Dat heeft te maken met jouw persoonlijke voorkeur, afkeur, plezier, niet plezier, enzovoorts. En je hebt nu ingezien dat dat er niet toe doet. Dat het uitsluitend gaat dat dat proces zich in jou voort kan blijven zetten.
En dan nog de wijsheid opbrengen om jezelf niet te dwingen, maar om het proces voor(t) te laten gaan. Niet telkens te denken: oh, het gaat die kant uit, nu moet ik dus dat doen… Steeds te blijven luisteren, zodat het zich werkelijk kan voltrekken. Dat vraagt een waakzaamheid die ongelooflijk is.
En aan de andere kant schenkt het je een kracht die boven alle dingen uitgaat die je kent. Want je bent dan heel dicht bij die werkelijkheid die niet geboren wordt en die niet sterft. Je voelt die voortdurend in je leven.
En je weet ook dat je af en toe in slaap valt, maar dat wéét je dan: nu ben ik in slaap. Daar maak je je ook geen illusies over en daar word je ook niet verdrietig over. Dat gebeurt zo. Maar je kunt altijd weer wakker worden en die waakzaamheid in je laten werken. Het is niet iets wat jij doet, het is iets wat in jou gebeurt, alleen jij zorgt dat dat mogelijk is. En dat je niet aldoor maar bezig bent met dat kleine krekelhuis waar je anders inzit.
Dat is het enige wat jij doen kunt, maar dat moet je ook doen…

Nou, misschien heb ik het een ietsje duidelijker gemaakt.

naar boven

<< Terug | Volgende toespraak >