Kami’s mes

Kami had Ben doodgestoken als ik niet tussenbeide gekomen was. Gelukkig vertrouwde Kami mij onvoorwaardelijk en kon ik tussenbeide komen.
Toen hij bij het hek uit de auto stapte zag ik het mes uit zijn mouw tevoorschijn flitsen. Zzzzzzzzzzt, plop. Het mes bleef trillend steken in de houten deur achter me. Ik deed net op tijd een stap opzij.
Voor een Maleier moest ik nu ook uit de weg geruimd worden. Ik bevond me tussen hem en de gezochte.
‘Je wilde te snel, Kami.’
Hij kwam op me af, gekrenkt en woedend. Ik gaf hem het mes terug.
‘Waar is die schoft?’
‘In de druivenkas, achter, hij verwacht je.’
Zou Ben zich kunnen verdedigen? Marti was natuurlijk al ter verantwoording geroepen en Kami had haar niet geloofd.
Wat had Marti al ondergaan, zwijgend en trots zoals het hoorde voor een Maleise?
Het zweet brak me uit. Wat kon ik doen? We waren intussen in de kas. Ben was opgestaan, witbleek.