ZEN notities onderweg (20)
Verveling

In het hoofdstuk ‘Het vergetene’ bespraken we het verschijnsel van de voorstellingsstroom en gaf ik het hulpmiddel aan, je in het Za-Zen zó te concentreren op de onmiddellijke ervaring van het lichaam en de adem, dat de voorstellingsstroom minder hinderlijk wordt. Waar we toen niet bij stilstonden is, dat het gedeeltelijk onttrokken zijn aan de voorstellingsstroom zo’n ongewone toestand is, dat je je gaat vervelen, waardoor de voorstellingsstroom weer op gang komt. Dat herhaalt zich tijdens volgende zittingen en het lijkt of er niets meer veranderen zal. Soms zul je zelfs de neiging volgen dan maar niet geconcentreerd te zijn en de gedachtestroom zijn spel laten spelen; je bent dan tenminste niet verveeld!
Toch herinner je je ook dat die momenten van volledig geconcentreerd zijn, opgenomen in de onmiddellijke ervaring van je lichaam en adem een grote effenende rust uitoefenden. Als je die observatie dieper in je door laat dringen wordt de vraag eigenlijk: hoe kan ik in die concentratie van het onmiddellijke blijven zonder terug te vallen in het vacuüm van de verveling? Heel vanzelfsprekend zul je dan je oefening uitbreiden met het doen van al die dingen, die spontaan je belangstelling hebben, maar met het verschil nu, dat je het geconcentreerd zijn meer aandacht geeft. Je gebruikt het zo bezig zijn om het verblijven in concentratie op natuurlijke wijze te verlengen.
Van oudsher zijn er bewegingskunsten, waarvan Tai-Chi er één is, die het je gemakkelijk maken geheel verdiept te zijn in de beweging en de juiste uitvoering ervan, zodat je geconcentreerd bent en niet kunt terugvallen in de gedachtestroom, omdat je er dan plotseling uit bent, aarzelt en uit je evenwicht raakt. In zo’n eenvoudige, maar onmiddellijke oefening, merk je dus het overvallen worden door de gedachtestroom en kun je het ook direct herstellen door weer verder te gaan en opnieuw de concentratie in de ervaring van de beweging te voelen.
Door zo’n eenvoudige oefening leer je ook registreren hoe je helderheid van waarneming, wanneer je in de gedachtestroom bent, afneemt, je eigenlijk afscheidt van het echte waarnemen; die verminderde helderheid wordt op den duur een signaal, dat aangeeft dat je weer terug moet naar geconcentreerd doen. In het Za-Zen is het lopen, het Kin-Hin, zo’n eenvoudige oefening waarin je je concentratie op heel natuurlijke wijze kunt terugvinden, door niet anders te doen dan volledig, vloeiend en gemakkelijk te lopen.
Op den duur vind je zelf aanvullende oefeningen, die op hetzelfde principe berusten; je wordt een inventieve oefenende, die steeds gemakkelijker in de effenende rust en aandachtige kalmte van de concentratie kan leven.
De verveling treedt dan nog alleen op, als je door overgrote vermoeidheid de energie mist om je aandacht bij wat je doet te houden, of liever aanwezig te zijn in je bezigheid. Verveling is daarmee niet tot een toestand geworden, die je moet ontvluchten, maar een signaal dat je moet oefenen, terugkeren naar een geconcentreerd doen. In plaats van je te verzetten tegen de verveling, of je te verstrooien in de gedachtestroom, gebruik je nu het signaal ervan om iets te gaan doen waardoor je bij je ongestoorde zelf terugkomt.
Dat ‘iets doen in onmiddellijke ervaring’ leer je zo goed hanteren, dat je het in bijna alle situaties kunt toepassen; een jezelf terugnemen en ervaren om vanuit die heelheid weer terug te gaan naar je bezigheid van vóór de storing. Hiermee heb je je Za-Zen uitgebreid over de hele dag.
Deze wijze van oefenen, die een beroep doet op je inventiviteit, vermijdt ook nog een ander vaak onoverkomelijk obstakel: de dwang. Je hebt geleerd door dit natuurlijke teruggaan naar je concentratie, dat je jezelf niet behoeft te dwingen iets te doen, maar dat je alleen maar behoeft te zorgen je concentratie terug te vinden, waardoor het werk dat je doet van grote betekenis wordt.
Je weet nu dat het minder gaat om de omstandigheden, het soort werk of het te bereiken doel, maar om jouw wijze van ‘erbij zijn’, jouw Za-Zen.

Vraag: Als ik uit de concentratie van de onmiddellijke ervaring van lichaam en adem kom, val ik terug in seksuele voorstellingen waarvan ik moeilijk loskom.
Antwoord: Als je Za-Zen doet, overgelaten aan jezelf, nemen de taboes en de onderdrukking af, je merkt dan gewoon waar je vaak mee bezig bent in je voorstellingen! Neem je er rustig kennis van, zonder vooroordeel of afwijzing en ook zonder er verder aan te spinnen, dan zul je merken dat je gemakkelijk terugkeert naar die onmiddellijke ervaring in het Za-Zen zelf. Blijft het terugkeren, wat heel goed mogelijk is, vind dan eigen oefeningen uit waarin je je concentratie weer terugvindt en word je vooral bewust dat het voorstellingen zijn van een ervaring waar je naar hunkert. En juist die voorstellingen beletten je iets wezenlijks te ervaren op dit gebied. De knik zit in de vertaling in voorstellingen van een heel natuurlijke drang, waardoor je niet bij het hart van die drang kunt komen. Houden van en dat willen uitdrukken door een lichamelijke vereniging is heel natuurlijk en van grote schoonheid, maar het willen beleven van vooraf gemaakte en van anderen vernomen voorstellingen vervalst de zaak en is het begin van een levenslang gevecht tegen het onwerkelijke met alle verminkingen die daarbij horen.

Vraag: Ik merk dat in die onmiddellijke ervaring in het Za-Zen zelf iets verborgens aanwezig is, waar ik met mijn bewuste aandacht niet bij kan. Wat is dat?
Antwoord: Dat is de schoonheid van Za-Zen: in die je telkens weer ten deel vallende concentratie, ben je weg van die onrustige en verdeelde mens die je anders bent. Zoals in de diepe slaap rust je in het eigenlijke, dát wat voor geboorte en dood is. Je wordt doorlaatbaar voor het eigenlijke en dat verandert je buiten je bewuste weten om. Dat is het grote wonder van de vernieuwing, die jij nooit kunt bedoelen. Het werkt, dat is het enige dat je er (en dan nog achteraf) van weet. Maar is dat niet voldoende?