ZEN notities onderweg (26)
Onomkeerbaar

Het is al een heel ding als je opmerkt dat de oefening van het Za-Zen invloed uitoefent op je dagelijks leven, maar dat omgekeerd het dagelijks leven een belemmerende invloed heeft op je oefening, ontgaat je meestal.
Wanneer je op je kussen of bankje gaat zitten en je neemt de problemen, ergernissen, onrust en verdeeldheid mee naar de oefening, komt er van die oefening weinig terecht. De praktijk is dan ook dat je wanneer je op je kussen of bankje gaat zitten je je eerst bewust moet maken hoe je op dat moment bent; wat er in je omgaat en hoe je lichaam is. Door dat bewust te maken, dit wil zeggen op te merken en het daarbij te laten, komt er al een bepaalde rust over je. Als je dan daarna met volle concentratie en niet aflatende aandacht Za-Zen doet, opmerkzaam blijft op je houding en het gaan en komen van je adem (vooral het gaan, met alles wat dat inhoudt) dan heb je een kans dat de onophoudelijke beweging van denken-voelen, inclusief de babbelfilm voor jou minder hinderlijk wordt.

Zo in volledige aandacht voor dat ritmische proces van de adem, een proces dat je verbindt met het eigenlijke dat je in feite bent, stroom je zonder dat je je dat bewust bent leeg van al het overbodige dat het grootste deel van je leven in beslag neemt.

Die reiniging en dat aandachtig worden, wat een heel intens proces is, verandert jou er zijn gedurig. Als je aan het eind bent van je Za-Zen en je gaat over naar je dagleven doe je er verstandig aan, dat rustig en zonder haast te doen. De volgende punten van je dagprogramma doen zich vanzelf wel voor. Zó kan er uit dat verzameld zijn in het zitten een grote kalmte en verheldering overgaan in je dag, die je ervaring en alles wat daar weer uit voortvloeit grondig verandert. Dat is dus een verandering buiten jouw bewuste inspanning om, hoewel je door het Za-Zen dit onbewust blijvende proces wel op gang houdt.
Dat houdt ook in dat je je Za-Zen iedere dag moet doen om die veranderende kracht buiten je bewuste inspanning om te laten blijven werken. Waarbij het duidelijk is dat de snelheid van verandering evenredig is met de intensiteit van je oefenen (dus buiten de tijd!).
Als je je hiervan bewust bent weet je, dat iedere keer dat je Za-Zen doet, het er om gaat de oefening zo volledig mogelijk, zonder afgeleid te worden door wat dan ook, te doen.
Niet afgeleid zijn betekent niet willen voldoen, ook niet heimelijk, aan een voornemen over het Za-Zen zelf!
Het alleen maar doen van de oefening is het enige dat jij positief en direct binnen het bestek van je bewuste inspanning en wil kunt doen; maar zelfs in die oefening is een moment waarin je die bewuste inspanning moet laten varen om tot de overgave te komen ofwel de volledige aandachtigheid, die zijn eigen energie-voorziening is.
Maar het belangrijkste is dat je inziet dat een wezenlijke verandering in je leven, die je onafhankelijk maakt en tegelijk hoogst gevoelig voor alles wat zich buiten je en in je voltrekt, uiteindelijk afhangt van het niet alleen getrouw doen, maar vooral van het geconcentreerd doen, waarbij je je eerst leeg hebt gemaakt (voor zover dat kan) van de daagse onrust die er is op het moment dat je met de oefening begint.
Alleen door zo met inzicht de oefening in zijn unieke waarde te laten, kan er een verandering in jouw dagelijks leven komen – het enige leven dat je hebt – dat niet weer door veranderende omstandigheden tenietgedaan kan worden!
Want zoals je wel opgemerkt zult hebben kunnen vrijwel alle veranderingen die optreden in het gewone leven, ongedaan gemaakt worden omdat die veranderingen niet uit jezelf voortkomen, maar zich van buiten aan jou voordoen. De ene keer loopt het mee, de andere keer tegen. En jouw antwoord erop wisselt mee, naar gelang je stemming, die ook weer ongewis is. Door het scheppen van de situatie, waarin een vaste, heldere bewustzijnstoestand continu kan worden – door het getrouw en geconcentreerd doen van je oefening – bevrijd je jezelf van het ongewisse in jouw antwoord op hetgeen buiten je en in je gebeurt.
Een onomkeerbare verandering.

Vraag: Ik heb goed naar je geluisterd, maar er komt iets ongelofelijk saais over me als ik me indenk dat ik continu en helder bewust zou zijn zodat er geen stemmingen meer waren. Is dat eigenlijk geen poging om het leven altijd de baas te zijn?
Antwoord: Je stelt die vraag omdat je enige werkelijkheid die wisselende stemmingen zijn. Maar misschien ben je wel eens heel erg verliefd geweest, zodat een ander de hele wereld voor je was, zo zelfs dat je jezelf vergeten was; dan zul je gemerkt hebben dat het leven een rijke, warme en innige betekenis heeft, tot in de kleinste dingen toe, die je met die ander deelt. Op zo’n moment ben je zonder oefening en zonder opzet in die toestand van helder bewustzijn. In plaats van saai is het leven dan van intense, zich tot de uithoeken van je wezen uitstrekkende betekenis.
Ga je dan die ander willen bezitten, of wel beheersen, dan is die helderheid weg en je bent terug in je oude toestand, afhankelijk van wisselende stemmingen.

Vraag: Wat je gezegd hebt helpt mij niet om niet met tegenzin en wrevel te gaan zitten. Er moet nog zoveel gebeuren en ik heb het gevoel dat dit een soort van luxe is, die ik mezelf eigenlijk niet kan permitteren.
Antwoord: Als je ook nog maar met het geringste spoor van verwachting gaat zitten, gaan al deze dingen gebeuren. Voor jou is dan het zitten het bereiken van een bepaald doel, zoals beter functioneren in het leven, sneller kunnen werken, minder slaap nodig hebben, enz… Maar daar is het zitten allemaal niet voor.

Het Za-Zen is iets op zichzelf, het is zijn eigen vervulling. In Za-Zen merk je, en dat is al een heel ding, alle spanningen in je lichaam op en je laat ze zonder verdere gedachten stuk voor stuk afvloeien, steeds opnieuw, steeds opnieuw. In dat laten afvloeien en het erbij blijven terwijl het afvloeit, gebeuren er in jou dingen, die je niet direct opmerkt, maar die van grote betekenis zijn. Door zo te proberen steeds meer ontspannen te zitten en te ademen, word je, langs een omweg, leeg; leeg van al die dringende zaken waarvan je meent dat ze voorrang moeten hebben.
Het is heel eenvoudig, probeer het maar.

Vraag: Dat er door het oefenen een onomkeerbare verandering in je zou komen kan ik niet geloven, al mijn ervaringen wijzen in een andere richting. Je valt tóch weer terug in de oude manier!
Antwoord: Je moet het proberen. Je moet zonder gedachten erover gaan zitten, je ontspannen, de adem volgen, opmerken dat je uit je concentratie komt, daar vrede mee hebben en verder gaan met je oefening. Doe dat maar, en je zult merken dat het zo is.

Vraag: Betekent het niet dat je, door zó te oefenen, op den duur genoegen neemt met alles in het leven, ook met het onrecht, de gruwel van de agressie en marteling?
Antwoord: Die vraag komt voort uit een ‘denken over’ wat ik gezegd heb. Als je leeg en gevoelig wordt, een veronderstelling dus voor jou, dan zal alles wat je tegenkomt je dieper raken en doen lijden. Het verschil is alleen dat je het dan niet kwijt wilt raken door met iets anders door te gaan, wat neerkomt op onverschilligheid, ook al herken je het niet als zodanig. In dat ontvankelijk leeg zijn merk je op wat jouw aandeel is in dat alles.