ZEN notities onderweg (14)
Instituten

Instituten bestaan bij de gratie van de regels die ze gesteld hebben voor hen die in dat instituut of aan dat instituut medewerken. Instituten zijn eigenlijk bundelingen van georganiseerde inspanning. Georganiseerde inspanning gaat voorbij aan wat in de enkele mens omgaat en eist van hem een aanpassing aan de gewenste wijze van functioneren in dat georganiseerde werk. Bovendien kunnen instituten alleen maar functioneren wanneer daar een hiërarchie van allerbelangrijkst tot onbelangrijk wordt aangehouden, waardoor de verschillende deelnemers op hun plaats (gehouden) op de gewenste wijze functioneren, met als gevolg dat naarmate je belangrijkheid stijgt, de pretentie en de ongevoeligheid in het algemeen toenemen.
Dit alles maakt dat instituten, met welk ideëel doel ook en met welke goede voornemens ze ook starten, per definitie de deelnemers moeten knechten. Het is zelfs zo dat de meeste deelnemers er prijs op stellen in die instituten tot de gevorderden te behoren, dit wil zeggen de steeds verder geknevelden. Ze zijn dus volmaakt ongeschikt voor het belangrijkste werk van de mens op aarde, namelijk hem te doen beseffen dat hij ondanks zijn vergankelijke gebondenheid aan situatie, opvoeding, cultuur en levensomstandigheid in diepste wezen een deel is van dat grote, vrije en tijdloze bewustzijn van de Oorsprong.
Zodra je immers een voornemen hebt, en dat moet je wel als je in een instituut werkt, val je in de halfslaap van het doelgerichte doen, dat dan autonoom, bijna zonder jou doorwerkt. (Doelgericht doen als je je bed opmaakt of iets dergelijks is best, hoewel ook daarbij een beleving kan zijn, die veel verder reikt dan alleen maar een goed opgemaakt bed.)
In die halfslaap kun je niet opmerken wat er aldoor gaande is, niet alleen in je zelf maar ook in de wereld in de wijdste zin. Hoewel je dagelijks leven, buiten het instituut ook al vol is van het volvoeren van het ene voornemen na het andere, wordt dit in het instituut nog eens versterkt en bovendien verheven tot een soort van ideaal. Het betekent eigenlijk dat je jezelf de laatste kans ontneemt om aan je allerbelangrijkste opdracht op aarde toe te komen. Want om daaraan te werken moet je alleen maar ontvankelijk worden, aandachtig en stil. Dat kun je nooit zolang je nog met een voornemen bezig bent. Het zou natuurlijk heerlijk zijn wanneer mensen in vrije samenwerking, waarbij het aspect van de inkeer hoofdzaak was, elkaar zouden kunnen helpen om beter dan je alleen in staat bent van elkaar op te merken waar je nog gevangen bent in een opzettelijke handeling, mededeling of ingreep. Maar alle experimenten in deze richting zijn een sprekend bewijs voor het afglijden in dwang, onoplettendheid en een ingrijpen in het bewustzijn van een mens op een ongeoorloofde wijze. Ik denk onder andere aan de school van Gurdjieff, de Baghwan beweging, de kloosters, de geestelijke bewegingen uit de oudheid en ook nog nu, die zich allemaal vanaf een bepaald tijdstip hieraan hebben schuldig gemaakt.
Dat het steeds opnieuw gebeurt, komt voort uit het ongeduld dat de mens heeft wanneer hij de essentie van het leven ontdekt en dat door wil geven aan anderen, zonder daarbij in het oog te houden, dat dat alleen maar kan van mens tot mens, steeds opnieuw weer. Alle andere vormen van overdracht, die schijnbaar sneller meer mensen bereiken, lopen uit op een ongeoorloofde organisatie. Een enkele Zenmeester wil dit nog wel eens verwoorden als hij tegen een leerling zegt: als jij in je leven één mens kunt laten voelen waar het om gaat is je leven niet voor niets geweest. Dat wijze, liefdevolle geduld is vrijwel niet meer te vinden en toch staat het in stralende letters boven de onzichtbare ingang tot het Eigenlijke.
Je kunt alleen proberen je eigen ontdekking in alle oplettendheid en nederigheid aan een ander mede te delen waarbij je hem in de oefening alle vrijheid laat om er op zijn wijze op in te gaan of niet. Dit heel subtiele en alle aandacht opeisende proces is niet te delegeren of te organiseren.
Vrijwel alle bewegingen waarvan de grondlegger in zijn ongeduld probeerde om wat hem voorstond aan anderen door te geven op georganiseerde schaal, zijn altijd weer mislukt, hoewel ze vaak zeer machtig werden of nog zijn.
Maar om in te zien wat hiervoor gezegd werd, moet je de kracht van zelfhandhaving, verwerkelijking en bevestiging in zijn volle omvang bewust ervaren hebben. Heb je dat niet, dan zul je ongeweten en niet-beseft die geweldige kracht gaan gebruiken om iets tot stand te brengen wat niet tot het gebied waarin die kracht mag werken behoort. Zó werken moet leiden tot beschadiging van de mens als geheel; de hele mens, die de in de Oorsprong rustende is en ook de vergankelijke mens in zijn leven op aarde, inéén.
Instituten en organisaties zijn dus per definitie niet in staat tot en zelfs schadelijk voor het meest wezenlijke werk hier op aarde.

Vraag: Wat je zegt tast eigenlijk de hele maatschappij-organisatie aan. Daarom kan ik niet geloven dat wat je zegt juist is, want dan zouden we tot op de dag van vandaag op de verkeerde manier bezig zijn.
Antwoord: Je haalt waarschijnlijk zaken door elkaar. Er is een heleboel werk dat alleen maar georganiseerd goed gedaan kan worden, zoals de distributie van voedsel, goederen, kennis, gebruiksvoorwerpen en het bouwen van huizen, bruggen, enz… Maar de motivatie die achter al dit werk schuil gaat, dié moet je niet organiseren. Zodra je dát gaat organiseren ontneem je de mens de mogelijkheid om te ontdekken wat er eigenlijk aan de hand is. Dat ontdekken, steeds weer opnieuw en steeds verder is ons eigenlijke werk, dát wat menselijke evolutie mogelijk maakt.

Vraag: Is het wel mogelijk om wakker te worden. Ik merk dat zelfs in het maken van bewegingen, en steeds terugkerende reacties er zo’n onveranderlijk patroon is, dat ik me afvraag hoe ik dáár los van moet komen?
Antwoord: Ik heb het vaak gezegd, en herhaal het nogmaals, dat er maar één werkelijk doeltreffende werkwijze is om al dat automatisch reagerende bewust te maken en dat is ‘er de tijd voor nemen’ op te merken hoe je doet, luistert, kijkt, antwoordt in de meest ruime betekenis.
Op wat van buiten komt let je meestal nog wel, maar alles wat te maken heeft met jouw wijze van luisteren en reageren ontgaat je. Dáár ligt het begin van de onwaarachtigheid, jouw onwaarachtigheid.
Maar om opmerkzaam te kunnen zijn behoef je een basis van waaruit je op kunt merken, een stille, ontvankelijke en ruime basis. In Za-Zen kun je, door je houding en je adem, je oefenen in opmerkzaamheid van dit simpele gebeuren; daardoor bouw je een basis van oplettendheid die je niet alleen kalm en aandachtig maakt, maar je ook in staat stelt in veel meer gecompliceerde situaties die oplettendheid te behouden, zodat je aan de bron van de vervalsing komt.
Dit oplettend leven, want daarin mondt het uit, heeft een eigen stilte en energievoorziening, die je fris en gevoelig houdt.
Echt wakker worden ruimt een heleboel romantiek op, die je nu onbewust in stand houdt. Er zijn mensen die halfweg zo schrikken van de helderheid van dit oplettend gewaar zijn, dat ze weer in de halfslaap terugvallen. Maar ze zullen er nooit meer gelukkig in kunnen zijn en een of andere dag proberen ze de weg naar de oplettendheid terug te vinden.