ZEN notities onderweg (13)
Energie en inzicht

Van oudsher zijn er twee oefenwegen die parallel lopen en allengs in elkaar overgaan. Die van het weer laten stromen van de energie en die van het inzicht dat tot leegte brengt en daarmee tot volledig ontvankelijk zijn. De ene tijd vraagt om de ene weg, een andere tijd om de andere.
In het zitten van de Zen-meditatie rijpt het inzicht, daarmee de leegte en daarmee de volledige ontvankelijkheid. Bij de weg van de beweging, zoals Tai-Chi, Aikido en andere wordt de energie gewekt, zonder voorstellingen en zonder inzicht in eerste instantie, maar alleen door te doen.
Ga je de ene oefenweg of de andere, dan ben je geneigd te menen dat de oefenweg die je gaat de beste is. Dat duurt meestal een hele poos. Pas later ontdek je dat de ene oefenweg zo dicht bij de andere ligt dat je geen wezenlijk verschil meer voelt.
Doe je bijvoorbeeld Tai-Chi, dan ontdek je dat de energiestroom waarin je staat je leeg maakt van gedachten. Gedachten zijn voorstellingen uit je aardse leven.
Dat leeg zijn maakt het gadeslaan van wat er in je nog beweegt vanzelfsprekend en gemakkelijk. Zo is Tai-Chi een hulp voor het in volledige concentratie leeg zijn.
Terwijl je Tai-Chi doet, merk je aan het stokken van de beweging dat je voorstellingen in je hoofd hebt. Je merkt dus dat niet leeg zijn stilstand brengt. Je had bij het zitten al gemerkt dat zolang de voorstellingsstroom je in beslag neemt er geen eigenlijke beweging is. Alleen mechanische herhaling. Zoals je in Tai-Chi merkt dat je lichaam alleen echt kan bewegen als je geest zich niets voorstelt, zo merkte je in het zitten op dat je alleen volledig aanwezig kunt zijn als je leeg bent aan voorstellingen.
Om argeloos leeg, ontvankelijk naar binnen en naar buiten toe, in spontane concentratie roerloos te zitten is niet zo gemakkelijk. Om de volledige beweging zonder enige stagnatie, vloeiend en zacht als een oliestraal, te volbrengen, of liever te zijn, is evenmin gemakkelijk. Beide oefenwegen bewandelen versterkt de eigenheid van de eerstverkozen oefenweg. Maar bovendien verklein je voor jezelf het gevaar ergens te blijven steken. Blijven steken op de ene weg manifesteert zich onmiddellijk en onverbiddelijk op de andere en omgekeerd.
Omdat de ingang bij de beide oefenwegen verschillend is, is het gemakkelijk de aard van het steken blijven of van de fixatie te ontdekken. Je komt van een andere kant hetzelfde tegen. Dat is bijzonder verfrissend. Je weet steeds duidelijker dat je geen antwoord krijgt, maar wel vinden kunt. Het antwoord ligt besloten in je wijze van doen. Loop je ergens vast dan is het wijs het te laten rusten en van een andere kant opnieuw in de buurt te komen. Niet naar hetzelfde toe te werken, dat is weer volgens voorstellingen. In de buurt komen betekent nog open zijn voor het andere gezicht van hetzelfde.

Vraag: U heeft dus geen voorkeur voor één van de twee oefenwegen?
Antwoord: Nee. Hoewel ik duidelijk ervaar dat de een gemakkelijker met de ene begint, de ander met de ander. Daarbij speelt natuurlijk ook een rol met welke van de twee je het eerste in aanraking kwam. En ook wie dat vertegenwoordigde. De ene leraar zal je beter liggen dan de andere. Dat zijn allemaal factoren die meespelen. Waar het om gaat is ontvankelijk en flexibel te blijven. Al kijkende en doende te ervaren hoe de ene oefenweg de andere bevrucht. Hoe meer je dat toelaat hoe sneller je komt bij degeen die je eigenlijk bent. De onbekommerde die al je lotgevallen deelt maar er niet onder gebukt gaat, noch ervan afhankelijk is.

Vraag: Als iemand werkelijk met een groot probleem worstelt, welke oefenweg zou je dan aanraden? Je bent tenslotte een Zenleraar.
Antwoord: Als je een bewegingsweg gaat laat je het probleem los en concentreer je je volledig op de beweging met alles wat dat inhoudt. Je maakt de stroom los en laat het probleem rusten. Als je dus het probleem kunt loslaten is zo’n bewegingsweg een bevrijdend doen. Als je het probleem helemaal niet los kunt laten, zul je in het zitten, het Za-Zen, door het innemen van de juiste houding en het tot rust en ritme laten komen van de adem de aard van je probleem op het spoor komen. Ook dán zul je het probleem het probleem laten, en opmerken wat je eigenlijk beweegt.
Waarmee gezegd wil zijn: het hangt er van af wie je bent, hoe je probleem is en in welke situatie je bent. Welke weg voor jou de beste is, is dus onvoorspelbaar. Ga maar, je merkt het wel. Aarzel niet. Doe en let op!

Vraag: Je hebt het vaak over leeg worden en leeg zijn. Wat is dat? Waarom leren we dan eigenlijk?
Antwoord: Leeg zijn is een toestand. Je kunt het dus niet beschrijven, alleen maar ervaren. Als je het ervaart heb je geen behoefte het te beschrijven en als je het niet ervaart kun je de vraag wel stellen, maar geen antwoord verwachten.
De vraag stellen betekent je ermee bezig houden. Je ermee bezig houden is een doen. Je krijgt dan belangstelling voor wat er in je gaande is. Dan ben je bij jezelf zoals je functioneert. In het gadeslaan en opmerken en ervaren van jezelf tijdens dat functioneren worden zaken duidelijk. Zaken die duidelijk worden vallen weg. Dan ontstaat er vanzelf leegte of ook volledige ontvankelijkheid voor wat in jezelf en daarbuiten is. Ook de scheiding binnen en buiten valt weg. Je leeft het antwoord binnen. Je gaat er niet naar toe. Het gebeurt in je. Je bent binnen en buiten tegelijk, zonder tijdsverschil. Je hebt alle tijd om aanwezig te zijn.

Vraag: Ik vind het een erg mooi antwoord, maar ik kom niets verder met een begrip van de leegte. En de reden van ons leren?
Antwoord: wat leegte is kan ik niet zeggen. Ik kan het ervaren en van daaruit leven. Ik kan misschien voelbaar maken waar het om gaat. Meer kan ik niet.
Ik zou het een ramp vinden je een voorstelling te geven van de leegte. Dat was de zekerste manier je te beletten het voor jezelf te ontdekken. Ik zou je beletten te leren, echt te leren. Echt leren is geen kennis opdoen, maar in hoogste aandachtigheid ontdekken. Wat wij leren noemen is memoriseren van feiten of theorieën. Dat is nodig voor ons dagelijks bedrijf.
Maar voor het eigenlijke ontdekken is het volkomen ongeschikt, zelfs in hoge mate belemmerend.

Vraag: Heel veel Zen-verhandelingen gaan over de leegte of over dát wat vóór de gedachte ligt. Dat is toch opdat je het begrijpen zult?
Antwoord: Nee. Wel opdat je echt in zult zien dat het niet te vatten is. Dat je alleen kunt doen. Doen en opmerken. Vanuit die stille aandacht van het opmerken verder gaan. Armer worden. Losser worden. Meer in de beweging blijven. Niet meer je vraag vasthouden, zodat je vóór de gedachte kunt luisteren. Kunt lachen en verder gaan.