De droom van een dwaze monnik
Over de totstandkoming

Het manuscript met de lotgevallen van de ‘dwaze monnik’ Li werd in oktober 2016 teruggevonden in het archief van de stichting ‘zen als leefwijze’, op een backup schijfje met als laatste bewerkingsdatum 14 januari 2008.
Veertien jaar eerder, 13 januari 1994, komen we de eerste notitie tegen in een brief van Maarten Houtman aan een leerling:
“De dwaze monnik is tot stilstand gekomen: ik realiseer me, dat als het ook een leerboek moet zijn, het dan toch net iets anders moet worden, zonder de spanning en de afwisseling van een verhaal te missen. Nou ja, we zien wel!”

De dwaze monnik vergezelde Maarten Houtman jarenlang. Af en toe deelde hij een hoofdstuk uit in een van zijn meditatiegroepen. Maar van een publicatie is het nooit gekomen. In 2008 herstelde Maarten van een bekkenbreuk en kon weinig meer doen. Zeker geen verdere redactie aan zijn laatste werk, ondanks de aanschaf van een MacBook – dezelfde waarop dit voorwoord geschreven is.

U treft hier dus de ruwe versie van dit boek. Een ongebruikelijke leeservaring. Soms poëtisch, soms feitelijk, soms verwarrend, maar altijd met de bedoeling het leven van een monnik te beschrijven, zó als Maarten zelf het leven als meditatie ervoer. Geen rechte lijnen, geen taboe’s, maar het leven in al zijn verscheidenheid. De tien stadia van de os, dachten wij soms, iets tussen leerboek en roman. In een brief aan de ‘Vrienden van Maarten’ van 3 maart 2000, geeft Maarten er zelf de volgende toelichting bij:
“Dit boek, dat voor een deel in China speelt en deels in Amerika, is in romanvorm geschreven. De lotgevallen van een gewoon mens op zoek naar zijn eigenlijke afkomst, midden in het hectische leven van vandaag, maakt meer duidelijk dan een meditatieleerboek dat alleen maar grepen uit dat leven kan weergeven, zoals mijn vorige twee boeken over meditatie, die gelukkig toch vele mensen hebben geholpen, zoals ik heb mogen merken. De titel zal ‘Een dwaze monnik’ zijn.”

In het begin van het verhaal komen we de ‘dwaze monnik’ Li tegen in het tempeltje aan de rivier, waarlangs ooit zijn verhaal begon. Daar in zijn eigen kamertje ziet hij zijn leven in een droom aan zich voorbijtrekken: “Li moet soms hardop lachen als hij de onmogelijke zigzag van zijn leven overzag.”
We volgen Li op zijn levensavontuur – dat gaandeweg ook een reis naar binnen blijkt te zijn, “die ook de weg naar buiten was als je ver genoeg doorging, had de priester gezegd.”

Als je het boek uit hebt blijf je achter met een gevoel dat er iets in je aangeraakt is, wat of hoe blijft een geheim. Wij hopen dat u hetzelfde zal overkomen bij het lezen ervan.

Klaaske Fokkens
Hein Zeillemaker