Li vond de priester in meditatie. Hij keek niet op, maar het kussen tegenover hem gaf aan dat een eventuele bezoeker welkom was.
Op het kussen weken de vragen met het zakken van de adem terug. Hier zitten was voldoende.
Een kuchje deed hem opkijken.
– Het gaat altijd anders dan wij denken, Li, maar voor de kleine Mei Ling wordt goed gezorgd. Tioe Lin zal blij zijn je te zien, ze verwacht je al. Ik wist dat je komen zou.
Li wachtte, zonder iets te zeggen.
– Ik zal je niet raden, je moet het zelf bepalen. Vertrouw Tioe Lin maar, ze is nog bij haar ouders en er is al een bruidsschat voor haar betaald. En kom langs als je weer weggaat. Ik zal je daarna waarschijnlijk niet meer zien, mijn tijd is gekomen.
– Maar blijf ik in uw aandacht?
– Natuurlijk, dat heeft niet met het afleggen van dit lichaam te maken.
Li boog diep en voelde de hand van de priester op zijn hoofd.
Er ging een wonderlijke kracht van uit. Alles zou gaan zoals het moest.
Toen hij zich oprichtte stond de priester al. Hij knikte Li vriendelijk toe en ging naar zijn kamertje.
Li bleef zitten, totdat gedachten over de toekomst binnenslopen.
Tijd om te vertrekken.