Beginnen

Sterrelaan '90-'91 | 26 JANUARI '91

Inleiding [download]

Als enkele mens vraag je je af hoe je in het geweld wat op het ogenblik is losgebroken[1], nog kunt doen.
Daarmee ga je dan terug tot een heel oud gegeven: dat je niet alleen een wezen bent wat in tijd en ruimte in deze wereld zijn weg vindt, maar dat je ook iets anders bent. En in hoeverre is dat laatste een werkelijkheid voor je?
Eigenlijk wordt nu, nog dringender dan voorheen, een plaatsbepaling van onszelf gevraagd. Het lijkt dat de tijd die ons gelaten wordt om ons daarvan bewust te worden, steeds korter wordt. Dat geldt zeker voor ons hier, die niet heel direct in het gewoel van de hartstochten gevangen zijn.

Vele Oostbloklanden en het Rusland van nu, zijn gevangen in een heel directe confrontatie met hun dagelijks bestaan. Ze zullen zichzelf dus nauwelijks rekenschap kunnen geven van wat er in die oorlog in het Midden Oosten gebeurt.
Dat wijst al een klein beetje waar onze opgave ligt. Je kunt het van die mensen nauwelijks verwachten dat ze beseffen wat er gaande is. En dat geldt ook voor Afrika, en voor grote delen van het Oosten.
Dat betekent dus dat het stuk van de mensheid wat, niet direct bedreigd, zich hiervan rekenschap kan geven, steeds kleiner wordt. En daarmee wordt het beroep op die kleine groep steeds groter.

Ik denk dat het heel belangrijk is dat je dat beseft, want iedereen probeert eigenlijk het leven zoals het altijd gegaan is vol te houden. Ik denk dat als je dat zo maar doet, je voorbij gaat aan de eigenlijke uitdaging die voor je ligt. Wat betekent dat je gaat beseffen dat je niet meer in de tijd kunt rekenen. Je kunt niet meer rekenen in: hoe zal het over een maand zijn, hoe zal het over een jaar zijn, wat moet ik vandaag doen om voor de toekomst te werken. Ik denk dat als je hier heel aandachtig bij blijft, je voor je ziet dat het niet in die richting kan liggen. Hoewel je natuurlijk het gewone lijfelijke leven zo goed mogelijk zult voortzetten.

Ik althans, voel het als een hele duidelijke aanwijzing dat je nu moet beslissen – en dat is helemaal niet dramatisch –, dat het nu nodig is dat je ziet wat aan het gebeuren is. Wat al in honderden jaren is voorbereid, zonder dat we dat beseften – we waren te klein in ons te registreren wat er eigenlijk gebeurde. Er zijn natuurlijk telkens mensen geweest, die dit in hele extreme situaties gevoeld hebben en die daarvan verteld hebben.
Maar die extreme situatie komt heel langzaam dichterbij. En in dat langzame zit het verraderlijke. We kunnen nog steeds uitstellen.

Dat uitstel is ook een heel, ik zou haast zeggen: instinctief gegeven. Omdat het zien waar het eigenlijk om gaat, natuurlijk een geweldige wending in je leven vraagt, een totaal nieuwe benadering. Waarbij je dus niet meer zegt: ja, dat wil ik wel erbij, maar: het is de hoofdzaak.
De vraag is dan eigenlijk: zijn we ertoe in staat van die uitdaging de hoofdzaak te maken. Voor onszelf, heel oprecht, zonder schijnbewegingen. En dat is natuurlijk iets wat niet één moment is, maar wat dan doorloopt in je leven en je hele leven verandert. Ondanks het besef dat het totale leven ook zonder ons wel verder gaat, denk ik toch dat het menselijke experiment de moeite waard is om nog zolang mogelijk voort te zetten. Want niemand weet wat het beslissende is in die totale ontwikkeling. Ook de Golfoorlog hoort daar natuurlijk in, met milieu-rampen en alles daarbij.

Maar ik denk dat voor ons allemaal geldt: in hoeverre kan ik eraan meewerken dat het menselijke experiment een kans krijgt. Dat betekent dat we op een hele nieuwe manier tegenover onszelf moeten staan. En vooral tegenover onze belangen, tegenover ons lichaam en tegenover alles waar we al een bepaalde gedachte of overtuiging over hebben en een bepaald standpunt in innemen.

Misschien kunnen we onszelf daar vanochtend een heel klein beetje in begeven.

naar boven

Gesprek (fragment)

– Vraag A.: Voor mijn gevoel zeg je: ‘het wordt nu tijd om te beginnen’.

– Maarten: Ja, het wordt nu tijd om te beginnen.

– Vraag A.: En dat stak me een beetje. Wat er gebeurde was dat ik naar mezelf keek zoals ik op dit moment ben, en ik zag mezelf in het proces, en ja, toen ontstond er een soort verwarring, van …

– Maarten: Waar ben ik mee bezig.

– Vraag A.: Ja, waar ben ik mee bezig. Ik heb het gevoel dat er heel veel aan het veranderen is, en nou gaat Maarten zeggen: ‘begin eens een keer.’ Begrijp je wat ik bedoel? Dan is dat allemaal zinloos.

– Maarten: Als ik nou dat ‘beginnen’ vervang door ‘de urgentie wordt groter’, is het waarschijnlijk heel duidelijk.

– Vraag A.: Dus je zegt in feite: ontsteek de volgende trap maar eens van die raket.

– Maarten: Dat wil zeggen, je merkt dat de wereld-situatie – dat is al een tijd aan de gang – een steeds groter appèl doet om voor jezelf een beslissing te nemen.

– Vraag B.: Gisteravond had ik dat gevoel van urgentie heel sterk, toen ik op het journaal die grote oliezee zag en een vogel die helemaal onder de olie zat en steeds probeerde eruit te komen. Dat was echt een beeld van ‘dit kan niet meer!’ Dan zie je zo’n onschuldige vogel en, nou ja, die mensen die beter weten…

– Maarten: Wat je ziet is dat het leven echt willens en wetens beschadigd wordt. Maar hierbij is het natuurlijk ook zo dat de mensen die dat doen, niet echt beseffen wat ze aan het doen zijn. Want dan zouden ze het niet doen. Ze maken het tot een ondergeschikt iets in het krijgsgebeuren.

– Vraag C.: Nou vind ik het moeilijke dat ik soms niet van ‘deze mensen’ kan spreken.

– Maarten: Nee, precies.

– Vraag C.: Ik heb het gevoel dat ik erin zit, en dat iedereen erin zit. Ik bedoel, als ik – om het nou heel simpel te zeggen – anders geweest was, dan was dit in mindere mate gebeurd.

– Maarten: Ja, dat is het.

– Vraag D.: Dat is ook dat gevoel van urgentie.

– Maarten: Je kunt plotseling één moment beseffen dat je in een krachtenveld staat wat je verre te boven gaat. En toch heb je ermee te maken. En houd je dat uit?
We willen altijd iets doen. Waarmee we – en dat doen we automatisch, dat merken we niet – eigenlijk onze eigen belangrijkheid opvijzelen.


[1]Op 17 januari 1991 begon Operation Desert Storm, het luchtoffensief tegen Irak tijdens de Golfoorlog.


naar boven