Kosmische energie

Huissen juli 2000 | Vrijdag
Inleiding
[download]

Ik wilde vandaag een onderwerp behandelen waar we allemaal mee te maken krijgen, of we willen of niet. Dat komt eigenlijk altijd tevoorschijn als we doodgaan.
Het is eeuwenoud dat er over doodgaan gedacht is, geschreven is, doorgegeven is. En als je de geloven bekijkt zoals ze in het Westen zijn ontstaan en zoals ze in het Oosten zijn ontstaan, het Boeddhisme incluis, en je schuift alle schijnbare tegenstellingen opzij en je gaat naar de kern, dan gaan ze eigenlijk uit van eenzelfde gegeven. Dat gegeven is dat het lichaam aangeeft wie je bent.
Ik heb me daar een groot deel van mijn leven mee beziggehouden. Mede omdat ik in het gevangenkamp heb gezeten en in de dodenbarak heb gewerkt. En nu kom ik geleidelijk aan tot een hele praktische constatering, en dat is dat als je de energie ervaart – meestal ervaar je de energie niet – en dat gedurende langere tijd, gedurende jaren, dan ga je constateren dat die energie en je lichaam twee verschillende dingen zijn.

De energie die je uit je voedsel haalt is een afgeleide energie. Want dat je die energie uit je voedsel kan halen, komt omdat er al energie is.
Dat is een heel belangrijke constatering. Er wordt altijd gedacht: je energie krijg je uit je voedsel. Dat is niet zo. Dat je het uit je voedsel kunt halen, komt omdat er een gegeven is aan energie, kosmische energie, Oorspronkelijke energie. En die kun je zelf ervaren, ieder van ons kan dat. Daar moet je wel moeite voor doen.
Je moet ten eerste de idee over alles wat je al weet opzij zetten en je bepalen tot constateren, tot wat er is. Dan begrijp je ook dat het lichaam een tijdlang energie krijgt, en op een bepaald moment kan dat lichaam de energie niet meer opnemen. Dan valt de organisatie, de energie organisatie, valt in elkaar en de mens sterft. We schrijven dat toe aan ziekte, aan ongeluk. Dat is allemaal waar, maar het komt erop neer dat op een bepaald moment je lichaam de kosmische energie, de oorspronkelijke energie, niet meer kan opnemen.
Dat is dus een constatering. Ieder van jullie kan dat constateren als hij er moeite voor doet.

Dan heb je dus allerlei theorieën, reïncarnatie-theorieën, niet nodig. Het is heel simpel. De grote Oorsprong, die de hele schepping omvat, schept zich voortdurend, manifesteert zich voortdurend, in de materie: planten, dieren, mensen, en wordt zich daardoor bewust van zichzelf.
Dat is het eigenlijke verhaal. Zo simpel is dat. En ieder van ons krijgt de gelegenheid, als hij geboren wordt, om aan dat bewustwordingsproces deel te nemen. Maar wat gebeurt er. Als we op aarde zijn gekomen, worden we opgevoed, we krijgen de geloven op ons bord, we krijgen theorieën op ons bord, we krijgen filosofieën op ons bord, en we zijn daar tevreden mee. We zijn niet nieuwsgierig genoeg om zelf te onderzoeken hoe het in elkaar zit.
En dan ontstaan er natuurlijk hele grote problemen. Want het is niet te verklaren. Het is niet te verklaren, de dood is niet te verklaren. Dat is een feit, daar hebben we allemaal mee te maken, maar het is niet te verklaren. Maar als je dus constateert dat voortdurend, zolang als je leeft en zolang als je lichaam in staat is de kosmische energie om te zetten in de voor de mens nodige energie, zolang je dat kunt, leef je. Als dat vermogen om een of andere reden ophoudt, sterft hij. Maar de reden dat we hier zijn is geen persoonlijke reden, is niet een reden voor mij. Het is iets wat gebeuren moet, wat kosmisch gebeuren moet. En ik ben een van de organismen waarin dat plaatsheeft. En dat organisme kan zich bewust worden van zichzelf, dat is het wonder van de mens. Het wonder van de mens is dat hij zich bewust kan worden van zichzelf.

En in dat bewust worden van zichzelf, wat plaats heeft van heel klein kind af totdat je sterft, krijg je de identificatie met het lichaam. Waarom zijn we bang om dood te gaan. Omdat we ons identificeren, vereenzelvigen, met ons lichaam. Met het sterven van het lichaam houdt voor ons de zaak op. En nou hebben we natuurlijk de theorie dat we dan nog een keer en nog een keer komen, en afijn, dat zijn eindeloos veel verhalen over deze zaak. Maar wat eigenlijk is, dat is dat we de fout ingaan als we ons vereenzelvigen met ons lichaam. Want ons lichaam is een gegeven wat noodzakelijk tijdelijk moet zijn. Het moet tijdelijk zijn.
Ja, waarom. Wel doodeenvoudig. In ons leven krijgen we ideeën over onszelf. En de geloven, de godsdiensten, de religieuze systemen, houden ons allerlei voor. En afhankelijk van waar je geboren wordt, hang je dat aan. Daar komen natuurlijk een heleboel verschillen uit voort, en daar gaan we elkaar ook over te lijf. Dat is heel jammer, want het berust op een fabel.
Maar je kunt daar doorheen prikken. En je kunt dus op den duur gaan ervaren hoe je voortdurend, zolang als je leeft, die energie ontvangt – noem dat nou maar uit de kosmos, je kunt er allerlei woorden aan geven, je kunt ook zeggen je krijgt het van God, dat woord doet er niet toe. En op het moment dat je dat ervaart, dat is dus geen gedachte, dat is dus geen idee, dat is een ervaring. Zodra je dat ervaart, ervaar je jezelf ook als sterfelijk, als voorbijgaand, als voorlopig. En je ervaart dat die tijd die je krijgt om hier te zijn, om je bewust te worden, heel kostbaar is. Die is echt ongelooflijk kostbaar. Dat is een wonder. Het is een wonder dat je leeft, het is een wonder dat het mogelijk is dat voortdurend die kosmische energie in jou omgezet wordt. En dat is een ongelooflijk ingewikkeld systeem, wat je bent, hoe dat omgezet wordt, wat daar allemaal in gebeurt, wat daar ook allemaal fout in kan gaan. En we beginnen eigenlijk pas te piepen als iets fout gaat.
Ik had het er in de gang met Greet[1] nog over. Het is eigenlijk ongelooflijk wat er aldoor in ons lichaam gebeurt. En als je dat vergelijkt met waar we het normaal over hebben, dan schaam je je ervoor. Je schaamt je voor het feit dat je zit te utteren over een of andere pietluttigheid, terwijl je zo’n kostbaar instrument bent. Wat vanzelf, als er niet hele gekken omstandigheden zijn, feilloos werkt, functioneert, zonder ooit je aandacht te vragen. In de grond van de zaak zijn we, als we het van deze kant uit bekijken, ongelooflijk ondankbaar voor wie we zijn, voor wat we zijn, voor wat ze kunnen en waar we over zitten te melken.

Het gaat gewoon terug op een ervaring. Als je een keer ervaart dat je energie ontvangt, oerenergie, oorspronkelijke energie, kosmische energie, die voortdurend omgezet wordt, en wat daar allemaal voor nodig is dat die omzetting plaatsvindt. Dat je voedsel kunt verteren, dat je voedsel komt opnemen, is alleen maar omdat die oerenergie er is.

En dan ga je ook op een andere manier met jezelf om. Dan begrijp je dat je een ongelooflijke verantwoordelijkheid hebt om die oerenergie goed te gebruiken. Om niet te blijven steken in een of andere theoretische kwestie. Om je af te vragen, wat is de bedoeling van mijn leven – zeker niet alleen je carrière of je bezit, of je kennis, dat is zó ondergeschikt… Maar dat je die energie gebruikt waarvoor ze bedoeld is, namelijk je bewust worden.
Bewustworden is een levenstaak. Daar begin je dus niet een of andere dag mee. Dat is ook van die onzin. Als je dat een keer geconstateerd hebt, dan is het duidelijk waarvoor je hier bent. Dat geeft je ook een grote verantwoordelijkheid. Want die totale bewustwording van de schepping, daar ben je een onderdeel van. Dat ben je eigenlijk. Je bent – laat ik het nou heel simpel zeggen – een medewerker van die totale bewustwording. En je hebt jouw gegevens: je hebt je erfelijke gegevens, je hebt gegevens van je ouders. Meestal hinderen die gegevens je om je eigenlijke roeping, je eigenlijke missie, te beseffen.

Wat nodig is, is dat je je geen enkele theorie laat verkopen. Dat je teruggaat naar de directe ervaring. Daarom zijn die oefeningen van Greet heel belangrijk, zijn de energie-oefeningen heel belangrijk, omdat je dan aan de bron komt. Je gaat dan echt ervaren dat de energie die je krijgt en het lichaam dat het ontvangt, twee verschillende dingen zijn. Dat lichaam dat het ontvangt dat is tijdelijk. Je kunt veertig jaar, je kunt zestig jaar, je kunt tachtig jaar, je kunt honderd jaar worden, maar het is tijdelijk, het is voorlopig. En dat is geen reden tot somberheid, het is een reden tot vreugde. Want je gaat steeds dieper ervaren dat je leven een geschenk is. Het is geen opgave, het is een geschenk. En de vraag is alleen maar of je dat geschenk uitpakt. Of dat je aan de buitenkant van dat geschenk blijft.
Je moet het uitpakken, dat geschenk. Je moet ontdekken wat het is. En dat gevoel dat je tijdelijk bent, is een heel kostbaar gevoel. Het is heel jammer dat bijna alle mensen pas dit gevoel binnenkrijgen als ze sterven.
Daar komt nog iets anders bij. Als mensen heel oud worden en ze normaal geleefd hebben, dus eigenlijk niet geleefd hebben, dan is dat moment versluierd door ziekte, door dementie, door de onmogelijkheid om te ervaren wat het is. Dat is echt verdrietig. Maar dat hangt samen met het leven dat we geleefd hebben. Het hangt samen met hoe we ons voelen in het leven. Of we onszelf een geschenk voelen, of dat we het gevoel hebben dat wij iets vermogen te doen tegen de beweging van de schepping in.
Als je goed om je heen kijkt – je hoeft niet eens goed om je heen te kijken – dan weet je dat we heel lang gedacht hebben dat we alles konden controleren. Dat we grondstoffen konden uitputten, dat we het milieu in de hand hadden. Nou, we gaan nu wel een beetje ontdekken dat dat niet zo is. Dat hangt daarmee samen! Als je dat sterfelijke lichaam als uitgangspunt voelt en niet als een tijdelijk verschijnsel, dat komt je tot al deze onzin. Maar als je echt voelt, daar gaat het om, als je echt ervaart dat je voortdurend energie ontvangt, en dat je zelfs van de omzetting nog maar heel weinig weet.

Als je dat beseft, dan heb je geen behoefte meer aan theorieën. Dan ben je alleen maar heel erg dankbaar. En je wordt ook met ontzag vervult voor al datgene wat er dag in dag uit, seconde voor seconde in ons plaatsheeft, ons in staat stelt om intelligente mensen te worden, om benul te hebben van dit geweldige gegeven. Als we ongelooflijk veel negatieve boodschappen ontvangen uit de wereld, dan komt dat omdat we als mens dit niet beseffen, nog steeds denken dat we de zaak kunnen regelen, naar onze inzichten. En onze inzichten zijn zo beperkt, en zo klein, we zijn zo dom.

Dus je moet heel diep in jezelf gaan. En gelukkig zijn er door de eeuwen heen  mensen geweest die dit beseften. En die hebben daarvan getuigd, en die hebben dat doorgegeven. Maar omdat de mensen die hun volgden, hun volgelingen, dat die het niet zelf ervaarden, zijn er theorieën ontstaan, zijn er geloven ontstaan, zijn er bewegingen ontstaan. En die bewegingen die hebben het, met alle goede bedoelingen, vervalst. Die volgelingen zijn geen schurken, dat zijn mensen die niet over die drempel heen hebben kunnen kijken. Die hebben het dus verklaard. Dat hebben de geloven ook gedaan, die hebben het verklaard. Het is dus niet een levende ervaring van seconde tot seconde, het is een geloof. En het gaat erom dat je het zelf ervaart.

Wat gebeurt als je het zelf ervaart. Ten eerste voel je je heel erg klein. Ten tweede word je heel voorzichtig, want je beseft dat al die mensen om je heen, allemaal geschenken zijn. En het is jouw taak om waar je zelf bewust van geworden bent, heel nuchter, heel simpel bewust van geworden bent, om daarover te vertellen. Waarbij je iedereen volkomen vrij laat om het zelf te beseffen. Je vertelt dus uitsluitend je eigen ervaring, niet jouw fantasie, niet jouw gedachte, niet, afijn, eindeloos veel. Je vertelt je eigen ervaring. En je hoopt dat degene die naar je luistert het voor zichzelf probeert te ontdekken.

Geloof niets van wat ik zeg, ontdek het zelf. Ontdek het in je eigen leven. Dat is niet zo eenvoudig, want je bent opgezadeld met een heleboel theorieën, op allerlei manier. Maar je moet tot de bodem komen. Je moet tot je diepste grond komen. Filosofen hebben daar een uitdrukking voor: de ondergrond, dus wat niet meer gemanifesteerd is. Daartoe moet je komen.
Dan sta je ook anders tegenover je ziekte, tegenover je kwaal, tegenover je moeilijkheden. Want je beseft voortdurend dat dat in een proces is opgenomen. En op het moment dat jij je helemaal bewust wordt van dat totale proces, dan verandert jouw verhouding tot je moeilijkheid, tot je kwaal. Want je beseft dat je in een voortdurend veranderingsproces zit en dat degene die het vasthoudt, die het fixeert, dat ben jij. Dat is niet de kosmos, dat ben jij. Jij kunt het loslaten. Maar daarvoor is nodig dat je dat voortdurende proces van omzetting van oer-energie in mensen-energie, echt zelf ervaart. Dan ben je niet meer hulpeloos. Dan verandert je hele kijk op het leven, je wereldbeeld verandert. Want je meest innerlijke ervaring bepaalt je wereldbeeld. Zolang je je vereenzelvigt met het lichaam en denkt dat dat het is, en niet ziet dat het een tijdelijke mogelijkheid voor je is, een geschenk is, om in dit leven bewust te worden, zolang heb je het moeilijk.

En daarom is het heel begrijpelijk dat iemand als Krishnamurti zegt: ja, kijk, al die geloven, al die theorieën, al die filosofie, is eigenlijk vergeefs. Dat klinkt heel bitter, maar het is waar. Je moet het zelf ontdekken. Je moet met niets genoegen nemen. Je moet altijd doorgaan, doorgaan, doorgaan, tot je op de bodem bent, en ervaart dat je een geschenk bent. En dat alles wat je jezelf toedicht, bij de gratie is van die voortdurende omzetting.
Dan kun je ook niet meer geloven dat je als Jan of Annie het volgend leven ingaat. Dan zie je de kolder daarvan in. Zo is het niet. Het is die grote beweging, die kosmische beweging, die zich in jou manifesteert, die verder gaat. Maar dat is niet die tijdelijke Jan of Annie. Gelukkig niet.

En waarom is het nodig dat de mens sterft? Dat is echt heel barmhartig – dat de mens sterft is een grote barmhartigheid. Want hoezeer wij ook ons best doen, als we al doorhebben waar het om gaat, we blijven altijd steken in herinneringen. We blijven altijd steken in het verleden. En het is nodig dat we opnieuw kunnen beginnen. En dat is de reden dat we sterven en dat die hele herinnering met alles wat daarin gebeurd is, verdwijnt, vernietigd wordt. Zodat  als we opnieuw gelegenheid krijgen om ons bewust te worden van wat het leven is, dat we echt nieuw zijn, zoals een kind wat pas geboren is nieuw is. Een kind wat pas geboren is, is echt nieuw. Het heeft wel een richting. Dat is ook iets. Een pasgeboren kind heeft, hoewel het zich daarvan nog niet bewust is, een richting. Zelfs eeneiige tweelingen, die onder vrijwel dezelfde omstandigheden grootgebracht worden, hebben een verschil in belangstelling. En dat komt omdat ze een richting hebben.

Dus wat we overhouden – dat vragen mensen weleens: wat houd je nou over van dat leven als je sterft – is een richting, een belangstelling, een soort van belangstelling. Dat gaat door. Maar niet, godzijdank niet, alles wat we zo beleefd hebben en wat we ons herinneren en waar we over leuteren. Dat gaat weg. En dat is ook prachtig.

En dan vraag je je natuurlijk af: ja, maar er zijn toch hele waardevolle gevoelens in het leven. Ja, natuurlijk, die zijn er. Liefde, verwantschap, tolerantie, geduld, het vermogen om te luisteren. Maar die zijn juist van dat andere, die zijn juist van dat niet-tijdelijke. Als jij op een bepaald moment in staat bent om jezelf te vergeten en de ander voorrang te verlenen, dan is het kosmische aan het woord. En hoe meer dat gebeurt, hoe meer jij in staat bent om zonder jezelf te luisteren, hoe meer die intelligentie in jezelf, die er altijd is, groeit, tot je komt als het ware. Dus het is heel belangrijk om op jezelf te letten. En niet met een geheven vinger van: ‘doe ik het wel goed’, maar: ‘wat wil het leven eigenlijk?’
Dat je je dat afvraagt: wat wil het leven? En je zult doen naar de mate waarin dat leven tot je doorgedrongen is. Dat is wat je doen kunt.

Iemand vroeg me vanmorgen nog: wat kun je praktisch doen? Nou, dat kun je praktisch doen: het leven tot je door laten dringen. En in die mate ben je een hulp in het grote bestel van het leven en krijgt het leven een totaal ander aanzien. Ga je ook beseffen dat de tijdelijke doelen die je hebt, die zijn er gewoon, die zijn niet zo belangrijk, die kunnen op elk moment weer veranderen.
Maar het gaat dus terug op een hele concrete, nuchtere ervaring, dat je ervaart dat je energie ontvangt, altijd.

[1] Greet Wicart verzorgde de lichaamsbewustzijn-oefeningen tijdens de sessie.

naar boven