Leven zonder voornemens

Huissen juli 1999 | Vrijdag
Inleiding
[download]

Laat ik beginnen met te zeggen dat ik heel goed begrijp dat veel van wat ik zeg, voor jullie moeilijk om te zetten is in een directe toepassing. Maar je kunt nooit weten of het op een of andere dag bij je binnenkomt. En dan is het een hulp.

Ik ben zelf in mijn leven ongelooflijk veel geholpen door de mensen die ik ontmoet heb. En ik denk daarbij aan een heel simpel iets. Ik leerde van een Indonesische vrouw om me vriendelijk te ontlasten. Dat lijkt op zichzelf natuurlijk een vreemde mededeling. Maar later, in het gevangenkamp, waar je bijna uitgehongerd werd, dus weinig voedsel ontving, er stagnatie ontstond die je dan kon vergiftigen op den duur, had ik daar heel veel aan. Terwijl ik toch kon zorgen dat ik geregeld me ontdeed van hetgene wat verbruikt was.
En later, toen ik zes maanden met een heilige verkeerde die naast me sliep, die me duidelijk maakte dat je geen enkel systeem kon toepassen, geen enkele methode, dat je alleen maar kon opmerken. Dat was zo sterk bij die man – hij was tweeënnegentig toen hij in het kamp kwam – dat er heel veel mensen gewoon alleen maar bij hem kwamen zitten, helemaal niet praten, alleen maar bij hem zitten. Daar raakten ze hun haat en hun bezorgdheid en vaak ook hun pijn kwijt, als ze gewoon bij hem zaten. Zodat ik van hem leerde, zonder dat hij erover sprak, dat het gaat om wie je bent, wat je bent. Dat dat het werk doet. En je mag er best over praten, maar dat is de tweede fase. Je kunt ergens over praten wat je niet bent, dan heeft het geen kans om door te dringen.

In die zin moeten jullie me maar zien als een oude vriend, die jullie iets verteld waar jullie iets aan kunnen hebben, en verder niks.

Wat is onze hoofdmoeilijkheid? Die is dat we ons niet bewust zijn dat we geconditioneerd zijn, dat we dus beperkt zijn. Dat we beperkt zijn door het leven wat we geleefd hebben. Dat is eigenlijk de hoofdzaak.
En het tweede is dat je voor jezelf zult kunnen ontdekken, dat alles wat je jezelf oplegt niet werkt. Het kan tijdelijk werken, maar het is niet blijvend. Dus alle willen, die van het ego is, houdt je tegen, maakt het bijna onmogelijk om te ontdekken wat er eigenlijk aan de hand is. En hangt natuurlijk helemaal samen met die conditionering, dat willen heb je geleerd. Je hebt geleerd om je een doel te stellen en daar naartoe te werken. Heel simpel: ik wil van hier naar de deur lopen, en merk tijdens het lopen niet op hoe ik loop.
Dat is een heel simpel voorbeeld, maar zo gaat het je hele leven door. Je kunt niet opmerken als je je een doel stelt, dus je kunt niet ontdekken als je een doel stelt.

Het lijkt heel simpel, maar het gaat je hele dag door, dat je dus niet op kunt merken. En als je niet op kunt merken, dat is de status quo. Daar zijn wel variaties in – natuurlijk zijn daar variaties in, maar dat zijn variaties in de status quo. Het is geen verandering, geen echte verandering. En het leven, het grote leven, de hele schepping, is verandering. Dus als jij niet verandert, dan ben je een stagnatie daarin. En omdat je nou een keer heel nietig bent in vergelijking tot de schepping, krijg je daarvan de rekening thuis gepresenteerd.
Zo simpel is het. En juist omdat het zo simpel is, kunnen we het niet begrijpen. We begrijpen het in ons geconditioneerde denken. En het geconditioneerde denken dat zegt: je moet het eerst bepaald hebben, dan moet je het doen, en dan krijg je een resultaat. En dat is in diepste zin niet waar.  Alleen dat wat onmiddellijk, zonder énige gedachte, duidelijk is, is waar.
Dus als je niet onmiddellijk waarneemt, direct waarneemt, zonder die hele lange weg van je denken en je voelen enzovoorts, dan zit je in je eigen afgesloten wereld. Dan heb je geen contact. Zoals wij normaal leven, hebben wij contact over onze afgeslotenheid heen, of liever gezegd, door onze afgeslotenheid heen. Dus we zien het allemaal scheef, we zien het niet direct. Welk probleem het ook is, als het niet direct duidelijk is, kom je in het slop.

Nou, en je kunt dus niet willen direct te zien. Dat kun je niet willen, dat is een gevolg. Dat is een gevolg van een manier van leven. En het is een gevolg van het bewustzijn van waar het om draait. Want accepteren dat je geconditioneerd bent, is een heel ding. En dat is toch de eerste stap die nodig is om te maken dat je die conditionering kunt gaan ontdekken.
Dat gaat de hele dag door. Dat is dus niet op je bankje, dat is juist níet op je bankje, het is in het directe contact met het leven. Met het eten wat je eet, met de dingen die je doet, met de mensen die je ontmoet. Alleen daarin kan het gebeuren. Je kunt je dus niet voorbereiden erop.
Dat is ook zo iets wonderbaarlijks, dat wij altijd denken dat je je kunt voorbereiden. Dat gaat niet. Het moet onmiddellijk gebeuren. En het onmiddellijk gebeuren betekent dat je dus op het moment zelf – zoals ik dat voorbeeld gaf van die deur – merkt zelf dat je die eerste stap daarnaartoe al dáár bent, terwijl je hier bent. En dat je dat voelt, dat je dat opmerkt, zodat je hier kunt zijn, en in de volgende stap, en in de volgende stap, en in de volgende stap…

Als je dat echt doorhebt, dat je je niet kunt voorbereiden op het leven, dat je alleen maar kunt leven. En dat je zo intens mogelijk kunt proberen te leven, dan hoef je al een heleboel werk niet meer te doen.
Als je je bewust bent dat het alleen maar gebeuren kan op het moment zelf en dat je je niet kunt voorbereiden, dan bespaar je jezelf een heleboel energie. En je hebt de energie hard nodig, want voor zo’n verandering in het bewustzijn is enorm veel energie nodig. Dus alles wat je kunt besparen aan energie, is meegenomen. Het is zelfs nodig.
Dat betekent dat je dus moet proberen om helder te zien waar je voor staat. En dat is voor ieder van jullie net iets anders, want de achtergrond van jullie is net iets anders, van ieder van jullie. Ook al leef je met elkaar samen, dan nog is het voor ieder afzonderlijk het net iets anders.

Deze observatie van mij, dat je het alleen maar kunt doen op het moment zelf, is een enorme energiebesparing. Als je dat een keer weet, en je kunt het voor jezelf nagaan dat het zo is, dan bespaar je een heleboel tijd – en dat niet alleen, maar je bespaart jezelf ook een heleboel teleurstelling. Teleurstelling dat je iets probeert wat niet kan.

Dat brengt me bij een volgend onderwerp. En dat is dat je pas ontspannen kunt zijn als de geest leeg is. Je kunt allerlei oefeningen doen om ontspannen te raken, maar het allerlaatste wat nodig is, is dat je een lege geest hebt. Daarom is het ook opmerkelijk dat de meeste mensen die magnetiseren, zomaar, spontaan, meestal hele simpele mensen zijn, zijn geen geleerden. Die hebben dus al mee dat ze een geest hebben die niet zo vreselijk in de bovenkamer zit. Maar dat is nog een onbewuste gave. Maar het is voor ons allemaal gegeven om kracht, energie, te kunnen sturen en te kunnen doorgeven, als we een keer doorhebben dat degene die ons dwarszit is onze eigen geest, dat is ons eigen bewustzijn. Ons eigen bewustzijn wat zich, en daarom kom ik erop, eigenlijk altijd voorbereidt – en dat merk je weer niet – op iets wat er nog niet is. En dat maakt de kramp.
Je hebt één keer opgemerkt dat je ergens gevoelig voor bent. Het eerste wat de geest doet is maatregelen nemen om dat te voorkomen. Om te voorkomen dat je dus ergens last van hebt. Dat is net om. Je moet dan proberen te ontdekken waarom je ergens last van hebt. En dan ben je geneigd om te zeggen: ja, dat is die en die, die heeft dat en dat tegen me gezegd, nou, dat zal ik willen voorkomen. Nou, dan kom je in een eindeloze carroussel terecht. Gaat niet.
Terwijl als je in jezelf probeert te kijken wat nou maakt dat dat je hindert, dan kom je aan de bron en dan kun je daarin op een hele simpele manier verandering in aanbrengen, doordat je het opmerkt. Dat is dus niet – ik zou een grammofoonplaat moeten maken daarvan – omdat je dan iets doet, maar omdat je het opmerkt, je bewust wordt. Dat is de grote kracht, en daar moet je gebruik van maken. De kracht van ego is daar niet toe in staat. Dat is iets veel groters, wat dat in jou om kan zetten.

En dat is bijna een vicieuze cirkel: daar word je je niet bewust van dat dat zo werkt, omdat je in die geconditioneerde kleine wereld zit.
Het begint ergens. Het begint ermee dat je aan een klein voorval opmerkt hoe het werkt. Dat je plotseling iets ziet. Je hebt er niet over gedacht, je hebt er niet naar verlangd, je hebt er geen voorstelling van, maar plotseling zie je iets. En dat werkt. Als je nu van mij weet dat dat een beginpunt kan zijn, dan kun je die verandering die in je plaatsheeft laten opbloeien.
Het zijn allemaal vriendelijke processen. Ik kan er niet voldoende nadruk op leggen dat de dingen die erop aan komen, vriendelijke processen zijn. Alle dramatische processen is quatsch. Vriendelijke processen zijn het.
Dus het betekent ook dat je dat alleen maar kunt opmerken als je niet in afweer bent. En dat zijn we meestal, we zijn meestal in afweer. Zodra je iets wilt bereiken, ben je in afweer. Want als je iets wilt bereiken, dan moet je al het andere wat tot je komt buitensluiten.
Ik zou het op een andere manier kunnen zeggen: kun je zonder bedoeling leven. Ga dat maar eens voor jezelf na: kun je zonder bedoeling leven, kun je zomaar leven. Alle ontwikkelingen in de maatschappij weerspreken dat natuurlijk. Alle ontwikkelingen in de maatschappij zijn gebaseerd op je voornemen dat en dat te doen, en zo snel mogelijk te doen.

Daar staan we dus voor, allemaal, zonder uitzondering. Daar staan we voor. En dat betekent dus honderdtachtig graden draai. Dat betekent dus de tijd nemen, dat is de eerste stap. En vanaf de eerste stap moet elke volgende stap duidelijk zijn. Als die eerste stap duidelijk is en de tweede stap is onduidelijkdan staat het weer stop.

Dat betekent dus dat je de tijd moet nemen om te leven. Dat klinkt nou heel gek, maar je moet de tijd nemen om te leven, je moet jezelf de tijd géven. En, lieve mensen, als je jezelf de tijd geeft opdat je kunt opmerken, dan lukt het niet. Want dan zit je in hetzelfde schuitje.
Daarom is het van zoveel belang dat je in een levend proces bent, dat je dus in iets bent wat van zichzelf uit beweegt, wat jij dus niet in beweging hoeft te zetten.
Dat is dus je lichaam, in al zijn facetten – voor ons het makkelijkst op te merken is de adem. En via de adem de energie. En zelfs als je de adem opmerkt, is het nog niet zo eenvoudig om daar bij te blijven. Als je dus afgeleid wordt door gedachten – en dat is heel normaal – zet die gedachte niet weg, blijf vriendelijk. Probeer dat. Laat de gedachte rustig bestaan. Daar komt een moment dat ze je vervelen en dan kun je ze vanzelf loslaten. Dan keer je terug naar de adem. Die adem komt en die gaat, en die gaat en die komt. En je probeert je bewust te worden wat de uitademing betekent en wat de inademing betekent.

Als ik dat jullie vertel heeft dat geen zin. Je moet dat zelf opmerken. De adem gaat uit, de adem gaat in, de adem gaat uit, de adem gaat in. Het verschil in karakter van die twee. Wat hun functie is, wat ze doen.
Als je dat lang genoeg doet, en ik kan het je adviseren, dan verandert er iets in je. Dan kom je dus in het ritme van de adem. En dat is voor ieder van jullie net iets anders. Wat voor de een een langzame adem is, is voor de ander nog een snelle adem. Dat kun je dus niet vergelijken. Oh, dat is ook weer een van die dingen. Vergelijk je nooit, maar dan ook nooit, met iemand anders. Doe-dat-niet, ieder is een hele-wereld-op-zichzelf. En in die wereld die je bent, kun je opmerken hoe die wereld is. En dat geldt ook voor je adem. Ga dat na. En er komt een moment dat je in die adem verzinkt. Dat doe je niet, dat gebeurt. Je verzinkt in de adem. Dan ben je alleen nog maar adem.
En je zult nooit weten hoe lang je daarin blijft. Soms is dat een uur, soms is dat vijf minuten, soms is het twee uur, dat je alleen maar rustig in die adem bent. En die adem, die niks op het oog heeft, die levend is, die aldoor aanwezig is, die maakt je leeg. Je bent leeg en je kunt dus rusten, je kunt eindelijk rusten.
Daarin wordt langzamerhand de energie voelbaar. En dat is niks geen wonder, die is er altijd. Maar nu ben je leeg genoeg om hem op te merken. En als je hem opmerkt, geef je er aandacht aan. En als je er aandacht aan geeft kan die energie groeien. Die kan voor jouw bewustzijn dus groter wordt. Dat is niet dat hij absoluut groter wordt, maar voor jou wordt hij groter. En daar gaat het aldoor om. We hebben niets aan een absolutie abstractie, we hebben wat aan datgene wat werkt. En zodra die energie voelbaar wordt, kun je merken waar hij het sterkst is en waar hij zwakker is. En krijg je ook de mogelijkheid om hem te sturen, om hem daar naartoe te sturen waar hij zwak is, in een of ander orgaan, of een of andere plek in je lichaam. En dat is echt geen hocus pocus. Zo werkt het.

En dan begint het je duidelijk te worden waar het in het leven om draait. Dat is dat je zonder voorbereiding in het leven staat. Dat je steeds kunt opmerken wat er gebeurt. Dat als een ander, om wat voor reden ook, onvriendelijk is, dat je dan niet als eerste reactie de onvriendelijkheid opmerkt, maar dat je opmerkt waar de ander het moeilijk heeft.
Dat is een totaal andere situatie. Dat betekent dat je geen voorwaarden meer stelt aan de omgang met mensen – als je je voorwaarden al stelt, stel je ze aan jezelf. Je merkt op dat je onvoldoende leeg bent om bij die ander te kunnen zijn. En omdat je al lang geoefend hebt, weet je ook dat je jezelf niet kunt beschuldigen dat je niet leeg bent. Je kunt het alleen opmerken dat je niet leeg bent, en dat daarom dat hele proces van boosheid, beledigd zijn, het betaald willen zetten, op gang komt. Maar als je dat een keer doorhebt, dan doe je dat gewoon niet meer, dan merk je: oh, ik was onvoldoende leeg. En door dáár aandacht aan te geven, kan er echt iets gebeuren.
Jullie zijn intelligent genoeg om te begrijpen dat dit dus het begin is van oorlog, als je dat niet door hebt. Dat is het begin van misverstand, dat is het begin van verwijten, dat is het begin van ruzie, dat is het begin van agressie, enzovoorts, enzovoorts, enzovoorts.
En dit is al zó oud, duizenden jaren… En het fantastische is, jij kunt dat doorbreken … doordat je het doorhebt. En als je het doorhebt, zul je jezelf ook niet hard vallen. Als het telkens niet lukt, als je telkens terugvalt in de oude tredmolen van beledigd zijn, boos zijn, terug boos zijn, enzovoorts, die hele riedel die altijd op gang komt – dan zul je zeggen: pech gehad, ik kon het niet deze keer, volgende keer beter. STOP! Stop, stop, stop.
Want meestal begint daarna meestal een grote jeremiade tegen jezelf dat je tekort geschoten bent. En dat heeft-geen-zin. Lieve mensen, dat-heeft-geen-zin.

Ook dan moet je dus accepteren zo als het gaat. En alleen door dat opmerken dat het niet ging, gebeurt er iets. Hoe dat gebeurt zul je nooit weten, maar het gebeurt.
Dat is helemaal geen verzekering dat het dan de volgende keer niet zal kunnen gebeuren. Zo is het ook niet. Je kunt alleen van moment tot moment de toestand van je geest te weten komen. Maar je kunt het niet voor het volgend moment te weten komen. En dat is natuurlijk wat we graag doen. We hebben opgemerkt dat het ons niet lukte, we nemen ons voor dat het ons de volgende keer wel zal lukken. Als je dat doet, ben je verloren.
Ik kan dat niet genoeg zeggen: neem je niks voor, probeer te blijven constateren wat gebeurt. Daarin alleen kun je ontspannen zijn. En dat is nodig, dat je ontspannen bent, dat je geen principes hebt, dat je niets van te voren weet.
Dus daarmee vervallen ook alle therapieën die je willen vertellen hoe je leven verloopt. Onzin, rubbish. Je kunt het alleen maar hebben van je eigen waarnemingsvermogen. En dat waarnemingsvermogen moet gescherpt worden. En dat kan alleen gescherpt worden doordat het zich niets voorneemt, doordat het voortdurend volgt wat er gebeurt, in jezelf, buiten jezelf, in jezelf, buiten jezelf. En niet óf buiten óf binnen. Nee, binnen jezelf, buiten jezelf, of: buiten jezelf, binnen jezelf

Het is dus iets heel levends, het is iets wat altijd maar doorgaat, wat nergens vast komt te zitten. En als het vast komt te zitten – en dat gebeurt natuurlijk – opmerk dat het vastzit, en zich herinnert: oh ja, nou geen voornemens, accepteren dat ik vastzat, stop. En weer terug naar hetgene wat het gemakkelijkst voor je is. Voor sommige mensen is dat de adem, voor anderen is het de energie. Maar bij hele eenvoudige levensprocessen, die uit zichzelf bewegen, die uit zichzelf veranderen. Dus processen waar de geest pas in tweede instantie invloed op uitoefent, maar die van zichzelf iets zijn. En dat zijn dus niet je gevoelens en je gedachten. Die zijn niet uit zichzelf. Maar bij processen waar je eigenlijk weinig invloed op kunt uitoefenen, totdat je met ze samenvalt. Je kunt pas invloed op ze uitoefenen, als je met ze samenvalt, als je dus voelt waar ze naartoe willen, als je voelt hoe ze gaan. Dan kun je invloed erop uitoefenen.

Dan ga je opmerken dat je adem telkens verandert van ritme. En dat hangt samen met wat er met je gebeurt, wat je ontmoet, wat je moet doen. Maar dat is heel wat anders, dan leef je dus completer. Dan ga je opmerken hoe én energie, én adem, én jouw gedachten en gevoelens, én de gebeurtenissen in de wereld, allemaal bij elkaar horen. Die zijn niet meer gescheiden, omdat je niet meer opgesloten zit in dat geconditioneerde bewustzijn. Je gaat dus opmerken dat alles, echt alles met elkaar verbonden is. De spijsvertering, je humeur, je stemmingen, hangt allemaal samen.

Probeer dat te beseffen. Ik vraag heel veel van jullie, ik weet het. Maar ik noem zoveel mogelijk facetten, zodat je zelf kunt kiezen waar je beginnen wilt, wat voor jou de makkelijkste ingang is. En ik ben maar een gewoon mens, dus wat ik vertel is niet uitzonderlijk, het geldt voor jullie allemaal.
Het is maar een kleinigheid die gebeuren moet. En een van de dingen is, daar keren we toe terug, dat je niets kunt voorbereiden. Kijk, in het gemanifesteerde, in de materie, kun je iets voorbereiden. Dat is duidelijk. Als je eten aan het koken bent dan weet je, dit moet ik eerst doen en moet ik dat doen, dan moet ik dat doen. Daar is dus een voorbereiding. Maar in geestelijke zaken geldt dat niet, en dat is het misverstand voor ons allemaal. We zijn gewend dus in de materie op deze of die manier te werken en we passen dat op de geest toe. En dat gaat niet.
Daarmee vervalt ook helemaal dat akelige misverstand, dat er een ordinaire werkelijkheid is en een verheven werkelijkheid. Het is één, het hoort allemaal bij elkaar. Alleen, het is heel duidelijk dat wetmatigheden die in het ene gebied gelden, niet automatisch in het andere gebied gelden. Ieder gebied heeft zijn eigen wetmatigheden.

En alles wat ik vertel, kun je zelf ontdekken. Dus nogmaals, geloof me niet, ontdek het zelf. Ontdek bijvoorbeeld dat je niet aldoor kunt opnemen. Dat je af en toe gewoon een beetje moet… Maar op het moment dat je het opmerkt, geldt het al niet meer, ben je alweer fris. Dat wij zo vaak moe zijn, vooral voor deze dingen waar we nu mee bezig zijn, komt omdat we te gespannen luisteren. We zeggen niet tegen onszelf, dat zou je eigenlijk moeten doen: nou, als ik van wat die rare man aan het vertellen is, eens een tiende van oppik, is het voldoende.
Zeg dat maar tegen jezelf, dat ontspant je. Alles wat je op moet schrijven is niet de moeite waard. Alles wat naar binnenkomt en daar is, daar gaat het om. Wat je op moet schrijven, dat ontgaat je eigenlijk. Je hebt een heel vaag gevoel dat het belangrijk voor je is, daarom schrijf je het op. Maar op het moment dat je het weer overleest, is zelfs dat vage weg, want je hebt het opgenomen terwijl je versmald was.

Dat is helemaal tegen de keer in van maatschappelijke overtuiging. En omdat we dus ons onbewust zijn, niet bewust zijn, van de maatschappelijke manier van doen, zijn we ook manipuleerbaar. Dat is een andere kant. Dat de regeringen ons van alles kunnen laten doen en kunnen laten geloven – kijk maar naar Kosovo – komt omdat we manipuleerbaar zijn. En we zijn manipuleerbaar, omdat we te beperkt zijn. En omdat we ons laten zeggen, omdat we ons een houding in het leven laten zeggen. Daarom zijn we manipuleerbaar. Dus als een van jullie losraakt, is hij een groot gevaar voor de maatschappij, want dan is hij niet meer manipuleerbaar. Dat zit erbij. Dat is wel belangrijk, dat je jezelf kunt blijven. Dat je zelf zo wijs bent om te zien dat je tegen bepaalde ontwikkelingen in de maatschappij, niets kunt doen. Dat het overgrote deel van de mensheid nog steeds zo is als ze is, en dat die trein dus in die richting doorgaat. Je hoopt alleen maar dat het gevoel van naderend onheil langzamerhand zo groot wordt, dat meer mensen uit het systeem vallen.

Je hebt eigenlijk alleen maar de verantwoording voor datgene wat in jou gebeurt. Daar heb je verantwoording voor. En in heel wijder verband is het zo dat, als jij die verantwoording op je neemt voor wat er in jou gebeurt, je een van die centra wordt die geen weerstand meer bieden aan de voortgang van het leven. Dat is dus heel belangrijk. Maar dat betekent weer niet dat je de verantwoording hebt voor wat er in de wereld gebeurt. Dat moet je goed zien. Je hebt verantwoording voor jouw aandeel in de wereld. Daar heb je verantwoording voor. En die neem je op je door te zien wat er is.

naar boven