‘Kan ik voorkomen dat ik mezelf te gronde richt?’

Convocatie Vijfdaagse december 1999
De hierna volgende kernachtige uitspraak van Krishnamurti, die de hele meditatie-inspanning omvat, kies ik graag als thema voor onze bijeenkomst. We kunnen iedere keer een onderdeel zo grondig mogelijk behandelen. Het is zoveel dat we er een heel leven lang mee bezig kunnen zijn en steeds duidelijker ontdekken dat we pas aan het begin staan.
Mh.
“We maken onszelf kapot door onze stemmingen, door onze opgetogenheid of onze diepe depressies. We zijn te trots om onszelf te onderzoeken of ons aan onderzoek door een ander te onderwerpen. We staan geen kritiek toe. Elke relatie die de deur naar ons hart en onze geest zou kunnen openen, kappen we af. We worden zo slim in onze weerstand, dat het met de jaren steeds beter lukt. We spelen het klaar overal anderen de schuld van te geven. We hakken op andermans fouten om de onze te verbergen. We worden steeds achterdochtiger en zoeken wat achter iedere opmerking of daad. We sluiten ons meer en meer af en raken aldoor eenzamer en geïsoleerder. Had dat allemaal voorkomen kunnen worden? Wie moet het voorkomen? De wereld? Jij of ik?

Kan ik voorkomen dat ik mezelf kapot maak? Is het mogelijk dat ik mezelf niet in de vernieling help? Als ik mezelf niet kapot maak, zal ik het ook een ander niet doen. Maar hoe kan ik het verval in mezelf stopzetten? Want die vloed van verderf is een constante bedreiging, zonder enig respijt. Hoe kan dat stopgezet worden? Stellen we die vraag ooit? Of stellen we hem pas als het te laat is, als het eindsignaal al heeft geklonken? Dan is het uiteraard te laat. Wat is het juiste moment om die vraag te stellen? De reddeloos verlorene kan die vraag niet stellen. Hij kan schuld bekennen, spijt betuigen, berouw hebben, alle denkbare goden aanroepen - maar dat is dan allemaal werk van iemand waar eigenlijk al geen leven meer in is. Het is te laat. De vraag is dus op welk moment je het verderf moet stopzetten. Is dat in de jeugd? Wanneer is het te laat?

Het heeft niets met leeftijd, tijd of omstandigheden te maken. Juist doordat we ons daarop verlaten gaan we te gronde. Die afhankelijkheid is de kiem van het verderf. We vertrouwen op dingen van buitenaf om een vervulling te vinden die nooit komt.
We verwijten de wereld zijn grauwheid. En de wereld is grauw, maar dat is hij doordat wij, jij en ik, en iedereen verder, hem grauw gemaakt hebben. We maken onszelf verwijten. Aan de buitenkant verwijt ik mezelf wat ik van binnen ben, alsof er twee entiteiten waren, terwijl er maar een is. Ik maak mezelf verwijten, maar ik besef het niet eens. Ik ben verantwoordelijk voor mijn eigen ondergang, dus verwens ik mezelf, en terecht! Maar ik besef niet dat ik het zelf ben. Wat moet ik dan doen? Die ondergang is een feit, dat is maar al te duidelijk. Het lijkt of het van buitenaf komt, maar de buitenkant is het product van het binnenste en is hetzelfde als het binnenste. Ik ben de oorzaak van dat alles. Wat kan ik doen? Wat kun je doen? Kun je jezelf echt die vragen stellen en meen je het dan ook werkelijk?

Als je die vraag stelt, beschik je over de nodige energie en is het je ernst. Met het stellen van die vraag schuifje alle andere omstandigheden opzij: tijd, leeftijd, buitenwereld. En dat komt niet voort uit iets ziekelijks, niet uit gedeprimeerdheid of uit hoop. Je staat oog in oog met iets enorms. Als je voor zo'n enorme uitdaging staat, heb je de energie om die uitdaging aan te gaan, want je bent er absoluut zeker van dat je voor jezelf verantwoordelijk bent. Dat stopt het proces van verval. Je gaf de wereld en de anderen de schuld, dat heeft veel energie opgeslorpt en je uitgeput. Nu je ophoudt anderen de schuld te geven is die energie beschikbaar, hier en nu. Die concentratie van energie is het begin van het einde van het verval. Die energie is niet van mij of van de wereld, die energie is intelligentie.”

Uit: The Link, lente/zomer 1999. Copyright Krishnamurti Foundation Trust. Overgenomen uit: Nieuwsbrief Stichting Krishnamurti Nederland, najaar 1999.

Convocatie vijfdaagse 17-22 december 1999 te Huissen.
Convocatie vijfdaagse 12-17 juli 2000 te Huissen.


< terug naar ‘Vijfdaagse december 1999