In de hier uitgesproken tekst wordt telkens na een passage gepauzeerd, om je de gelegenheid te geven hetgeen wat gezegd is, beter tot je door te laten dringen. Als het zo is dat die pauze te kort is, zet dan de audio speler even stil, en zet hem weer aan als je klaar bent.[1]
De oefening
22'36" [download]
Je bent net uit jezelf wakker geworden, de dag die komt is nog ver weg.
Je voelt hoe je ligt, op je rug of op je zij (op je rug is het beste), en gaat zo liggen als voor jou het gemakkelijkst is, zó dat je langere tijd stil kunt liggen. Als je op je zij ligt moet het de rechterzij zijn, met het rechter been gestrekt, het linker iets opgetrokken, ontspannen ernaast. De voet op het rechterbeen of ervoor.
Nu doorloop je met rustige aandacht je hele lichaam, vooral die plaatsen die vaak aangespannen zijn, en vraagt of ze zacht willen worden en zich behaaglijk uitstrekken, zoals op het strand met een milde zon, warm zand, een enkele vogel die overkomt, en het gelijkmatige ruisen van de zee die alle gedachten en voorstellingen uit je wegneemt naar de einder die zich steeds verder uitstrekt, tot het einde van de wereld en daar nog voorbij.
Je maakt nu de oudste reis van de wereld, binnendoor, terug in de tijd, naar waar het begon toen je op aarde kwam en nog niets wist, maar wel alles wilde leren kennen, op je gemak, zoveel als prettig voor je was.
Je hebt je ogen gesloten om niet gestoord te worden door de dingen van dit ogenblik, die verbonden zijn met wat achter je ligt.
Om te zorgen dat de kringloop van de energie, zowel bij de orgaanoefening als de circulatie gesloten blijft is het nodig de tongpunt tegen het gehemelte aan te vlijen, zó dat hij contact maakt maar geen spanning geeft. Als je haar aandrukt zal ze gemakkelijk blokkeren. Welke van de drie plaatsen* je als het beste ervaart moet de praktijk uitwijzen.
Als je over dag een prothese in hebt, kies dan het zachte gedeelte achterin het gehemelte.
Ernst doet je de mondhoeken omlaag trekken. Dat is spanning. Ontspan je in een lichte glimlach die niet alleen de mond maar het hele lichaam ontspant. De Taoïsten noemen de orgaanoefening, die nog volgt, dan ook 'De innerlijke glimlach'.
Zo, rustig verwijlend achter je ogen, die nu heel vol en zwaar zijn, ga je naar je hart waarvan je het kloppen kunt voelen en dat zich koestert in de warme aandacht die je het misschien voor het eerst van je leven geeft.
Je blijft zó lang bij je hart als je het prettig vindt en je hart erom vraagt, en gaat dan naar je longen, die je van binnenuit helemaal aftast; boven, beneden, voor, achter, en opzij en probeert het oppervlak nog te vergroten door langzaam, diep in te ademen en te voelen of je overal komt en of alles zacht en vriendelijk is. Op de uitademing laat je weer alles gaan, behalve je aandacht die in de ontspanning nog groter kan zijn en verruimende energie toevoeren. Ook hier blijf je zolang als het prettig is en je longen aandacht nodig hebben.
Als je een poos geoefend hebt, soms al de eerste keer voel je dat ook je schouders belevendigd worden en opzij naar buiten willen, waarop er ook energie door je armen gaat stromen. Dat gaat op den duur vanzelf. Daar hoef je dus niets aan te doen.
Het kan ook gebeuren, dat je, terwijl je met de energie in je hoofd bezig bent, je ook energie in je handen of voeten voelt stromen. Geef daar dan even aandacht aan en ga verder met de oefening.
Daarna ga je met je aandacht naar je lever en milt, waarbij je bedenkt dat vooral je lever aandacht nodig heeft, om voldoende energie te hebben voor het vernietigen en afvoeren van voor het lichaam kwade stoffen, terwijl de milt je waarschuwt wanneer je je teveel inspant. Iets waar je misschien nog nooit op gelet hebt en wat je nu goed maakt door er langer doorheen te stromen.
Je zonnevlecht waar je gevoelens steeds een beroep op doen heeft je vriendelijke aandacht ook nodig en wil zich graag koesteren in de energie die je toevoert om haar werk beter te kunnen doen.
Dan ga je naar de nieren en bijnieren, die kleine uiterst belangrijke organen die de vochthuishouding regelen en eventueel bijsturen en die je aandacht en liefde hard nodig hebben. De bijnieren produceren adrenaline, die je doen vechten of vluchten en de daadkracht bevorderen. Blijf daar dus zolang als je voelt dat het nodig is, en bedank ze voor je verder gaat naar de alvleesklier.
Als je naar de alvleesklier gaat neem je tegelijk de galblaas, die daar dicht bij is, in je aandacht op en doortrekt ze met vernieuwende energie.
Daarna ga je terug naar de ogen en voelt hoe die nóg warmer en zwaarder zijn dan aan het begin door de energiestroom die al oefenende is toegenomen. Om de energie in je ogen nog meer voelbaar te maken, verzamel[2] je haar eerst in je linkeroog, 5-5, daarna in je rechteroog 5-5, en gaat met die verhoogde energie door de neus, het gehemelte en de tongpunt naar de slokdarm, die je nog extra voelbaar maakt door een beetje speeksel in te slikken.
Je trekt langzaam door de slokdarm naar de maag, waar zoveel belangrijk werk gedaan wordt voor de spijsvertering en voedselopname. Vandaar trek je langzaam en aandachtig door de vele windingen van de dunne darm tot je onderin in de bekkenbodem de overgang rechts beneden met de dikke darm vindt, die naar boven doorloopt tot de horizontale overgang naar rechts, om vervolgens weer te dalen naar het rectum en de anus. Dit hele stuk vraagt extra aandacht omdat het gaan door de dikke prop afvalstoffen veel energie vraagt. Als je dit iedere dag doet zal op den duur de stoelgang soepel en op tijd verlopen.
Ga daarna naar de blaas en maak hem zacht en veerkrachtig, zodat hij het vaak vergeten op tijd urineren beter kan verwerken. Maar neem je wel voor te letten op het seintje dat hij geleegd wil worden.
Van de blaas ga je naar de zo belangrijke geslachtsorganen. Maak ze voelbaar door de spieren daar aan te trekken en los te laten.
Omdat op deze plaats de voor ons belangrijkste energie wordt verbijzonderd, zie tekst, is het goed deze organen lang te doorstromen en pas verder te gaan als je het gevoel hebt dat alles verzadigd is van energie.
Ga daarna voorlangs, uiteindelijk door tong, verhemelte en neus opnieuw naar de ogen, en vandaar in spiralen naar het achterhoofd waarbij je de belangrijke klieren voor de interne secretie doorloopt (pijnappel-, slijm-, en thalamusklier).
Geef hier veel aandacht aan. Ga verschillende keren van je ogen naar je achterhoofd tot je voelt dat je overal voldoende langs bent geweest.
Ga nu langzaam en aandachtig langs je wervelkolom naar beneden tot je stuit. Dit moet je echt langzaam doen om de verschillende centra op dit traject een goede beurt te geven. Het is daarom verstandig dit ook meerdere malen te doen.
Ga daarna naar het dieptecentrum en vandaar langs de knieholte, de hiel en voetzool naar de tenen - in het bijzonder naar de grote teen - maak een lus over de grote teen naar bovenkant voet, verder omhoog over scheenbeen, voorkant knie, terug naar het dieptecentrum en weer omhoog door de rug tot je in het kruin- of hoogtecentrum bent en je de kracht, die je rug recht getrokken heeft, door je hele hoofd tot aan het schedeldak voelt. Doe het traject vanuit het dieptecentrum omhoog ook meerdere malen.
Bij het omhooggaan moet je iedere keer ter hoogte van het hartcentrum naar de schouders gaan en de lus door armen en handen maken (zie tekst[1]).
Dit gaat niet direct, maar op den duur gebeurt dit vanzelf.
Van het hoogtecentrum ga je via het schedeldak en het centrum tussen de wenkbrauwen naar beneden naar de ogen, waar je voelt hoe de energie nu is, waarna je naar neus en gehemelte gaat en via de tongpunt naar het borstbeen, waar aan de boven achterkant de thymusklier is, die de regeneratie (jong blijven) regelt. Ga verder naar beneden via het hartcentrum, de zonnevlecht, het navelcentrum en het geslachtscentrum naar het dieptecentrum, de knieholte, enz.
Deze grote circulatie door romp en benen doe je in totaal drie maal.
Als je uiteindelijk weer bij je ogen bent, ga je op dezelfde wijze naar beneden, maar bij het dieptecentrum ga je naar de stuit en door de ruggengraat weer naar boven tot je weer bij de ogen bent. Deze kleine circulatie alleen door de romp doe je ook driemaal.
Als je dan weer bij de ogen bent, ga je naar beneden naar het navelcentrum waar je gaat verzamelen[2], 7-7, waarna je de verzamelde energie naar binnen trekt in het middelpunt van het basiscentrum. Het middelpunt ligt op de loodlijn van bovenkant schaambeen naar beneden - als je op je rug ligt - tot ongeveer 2.5 cm boven de wervelkolom.
Dat naar binnen trekken doe je tot je voelt dat het genoeg is.
Einde oefening
- De eerste keren zul je de audio speler stil moeten zetten om wat je te doen hebt ook echt te doen voordat je verder gaat.
- Heb je het enige maanden gedaan dan zit de oefening zó in je lichaamsbewustzijn dat je het zonder de cd kunt doen. Het gaat dan veel krachtiger, omdat je niet ook hoeft te luisteren.
- Zit de oefening er vast in dan kun je het naar behoefte op de dag nog eens doen, misschien wel meerdere keren.
- Behalve het beter functioneren van je lichaam verandert de kwaliteit van je bewustzijn, zonder dat dat je doel is, misschien juist wel daarom (het ‘wu-wei’ uit het Taoïsme).
'Aanwijzingen bij de Tao-zen meditatie' geeft een uitvoerige toelichting op bijgaande oefening. Maarten Houtman staat in het boekje verder stil bij de vraag waar meditatie begint, en hoe je de voorwaarden kunt scheppen die tot een werkelijke ervaring kunnen leiden. De bijgeleverde Cd bevat ook een instructie voor het 'zitten'. Te bestellen bij Etalage
[2] Het spiralend verzamelen van energie gaat steeds eerst van het centrum uit naar de omtrek (b.v. 5 maal), om vervolgens in de andere richting draaiend van de omtrek terug naar het centrum te gaan (weer 5 maal).
< terug naar 'Aanwijzingen bij de Tao-zen meditatie'