Ketens van beslissingen

Maarssen augustus 2004 | Zondagmiddag 
Inleiding [download]

Eerst iets wat me zojuist overkomen is. Vanochtend was ik de sleutel van mijn kamer kwijt. En toen ik hier naartoe ging wist ik dat die sleutel op een of andere wonderlijke manier weg was. Terwijl ik hier bezig was met jullie en er echt helemaal bij was, kwam telkens dat: waar zou hij kunnen zijn, waar zou hij kunnen zijn…
Het is natuurlijk zo dat ik die sleutel ergens gelaten moet hebben waar ik niet bij was, wat ik gewoon gedaan heb. Vanochtend toen ik naar mijn kamer kwam, bleek dat ook zo te zijn. Gisteravond was ik naar beneden gegaan, had mijn kamer ontsloten en ik zag dat het raam heel wijd openstond. Ik wou het een beetje kleiner doen, er zit een blokje voor, ik deed het raam naar beneden en legde de sleutel daar neer. Hup, klaar. Maar ik dacht helemaal niet dat hij daar zou zijn. Maar daarnet moest ik het raam dus verder sluiten en alles in orde maken voor vertrek, en daar lag de sleutel.
Waarmee ik alleen maar zeggen wil dat we zoveel dingen eigenlijk zonder aandacht doen. Op dat moment is het heel logisch dat je het doet, maar je staat er niet bij stil, je onthoudt het niet. Dat lijkt futiel, maar dat is het niet. Het is niet futiel, alles in het leven is belangrijk. Want wat is nou het gevolg van het feit dat ik er geen aandacht bij had, hem niet aandachtig had neergelegd? Dat ik een halve dag met iets bezig was wat natuurlijk allemaal energie en aandacht vraagt, enzovoorts. En als je thuis bent, nou ja, dan is het meestal snel op te lossen, daar merk je niet dat je onaandachtig bent.

[Verder] heeft mijn buurvrouw aan de overkant een heel moeilijk te verwerken kwestie gehad met het sterven van haar vader, en zich afgevraagd waarom dat automatisme er is, dat een ziekenhuis niet de stelregel heeft: kan een stervende tot inzicht komen, maar: hoe kunnen we de stervende zo pijnloos mogelijk zijn leven laten beëindigen.
Dat is allemaal gebaseerd op het feit dat we in wezen geen aandacht hebben. Want als we dat wel hebben, dan zou zelfs zo’n bedrijf als een ziekenhuis weten dat sterven een heel bijzonder proces is. Dat het niet alleen maar het beëindigen van een lichaam is, maar dat het veel meer is. Dat er een geest in huist. Dat die geest dus tot inzicht moet komen zo mogelijk – het is niet altijd mogelijk.

Het begint er dus bij – dat is heel wonderlijk – wat is je inzicht in het leven? En aan de hand van dat inzicht stel je prioriteiten, heel vanzelfsprekend. Maar als het uitsluitend de poging is om iemand zo pijnloos mogelijk aan de overzijde te brengen, dan wordt er van een heel andere kant uit gekeken.
Haar broer heeft als oudste bepaalde beslissingen genomen, en het is natuurlijk heel logisch dat ze vinden dat de oudste dat maar moet doen. Maar misschien is die oudste niet degene die een poging doet om dat inzicht van de stervende te beschermen. Daar begint het al mee.

Er zijn een aantal dingen ingesteld, oké, maar dat betekent niet dat dat altijd goed is. Zodra je dat inziet, begin je dus een heleboel te betwijfelen, je stelt je vragen. En de reden dat mijn overbuurvrouw daar zo langdurig bij stilgestaan heeft, is dat het onbegrijpelijk is dat dat zo maar kan gebeuren. Maar dat is een keten van beslissingen die genomen is, en elke beslissing heeft iets van de vorige in zich en de volgende en de volgende…
Zodra je dat inziet, blijft het je niet vervolgen, want dat ze er zo langdurig bij stilstond, betekent dat ze zich steeds afvraagt: hoe kan dat eigenlijk… Dat begrijp ik heel erg goed, want het is iemand naar de andere kant gaat, de kant waar wij met het woord niet meer kunnen volgen, is dat is een heel diepe gebeurtenis. En het is goed als er alles aan gedaan wordt om dat zo goed mogelijk – en dat betekent: zo bewust mogelijk – voor degene die weggaat te laten verlopen. Daar kun je natuurlijk een heleboel aan doen. Maar we zijn tegenwoordig jammer genoeg bijna allemaal overgeleverd aan instanties die eigenlijk buiten ons gevoelsleven staan. Dat ze er zijn is begrijpelijk, maar als je het bekijkt als individuele mens, is dat jammer. Het wordt onpersoonlijker, het wordt eigenlijk – niet opzettelijk – een beetje buitengesloten en je mag door de tralies heen wat zeggen. Die tralies die zijn er, ze zijn onzichtbaar maar ze zijn er gewoon. Daar hebben we gewoon mee te maken, eigenlijk elke dag.
Maar bij zo’n gebeurtenis wordt het leven erg duidelijk. Dus ik zou je willen aanraden om het nog eens te bekijken voor jezelf. Er is dus eigenlijk geen schuldige, het is een keten van beslissingen, waarin je heel moeilijk ergens zo kunt ingrijpen dat die keten zijn weg vervolgt. Want het is ook een automatisme.


naar boven

<< Terug | Einde