Aandacht is wonderbaarlijk

Sterrelaan 1998-2002 | 20 MEI 2000

Inleiding [download]

Aandacht is een wonderbaarlijk iets …
… omdat het niet ingedeeld kan worden. Het kan niet ergens in ondergebracht worden, het staat helemaal op zichzelf.
Meditatie is eigenlijk leren aandachtig te worden. En je kunt niet aandachtig worden als je een bepaalde staat wilt bereiken, want dan word je gedreven door hetzelfde waar de hele maatschappij door gedreven wordt, namelijk verder te komen – verder te komen, meer te hebben, meer te weten, meer ervaringen te hebben…
Dat laatste is waarschijnlijk het belangrijkste: meer ervaringen hebben, steeds meer ervaringen. En je kunt het aan jezelf merken, je kunt bijna niet niks doen, de dingen om je heen waarnemen, je eigen lichaam waarnemen, een ander waarnemen, zonder dat er iets beweegt wat je wilt bereiken.

Het is ook nodig dat je ziet dat het niet hebben van aandacht leidt tot oorlog, agressie, al die dingen die we zo goed kennen en die we in de loop van duizenden jaren op allerlei manieren hebben proberen te bestrijden. En we zien alleen dat het in wezen toeneemt. Daar zijn we ongelukkig over of  bezorgd over, maar het verandert niets aan de toestand.
En het is nodig dat je verband ziet tussen hoe je zelf leeft, en dat alles wat je afschuwelijk vindt ook in jezelf aanwezig is en in de mensen om je heen. Je kunt stil in een kamer zitten of in een gebouw, in een flat, en je kunt de mensen om je heen voelen zonder dat ze je zien, zonder dat ze je kennen zelfs. Ze zijn vervuld van dat verder, verder, verder, verder… Dat is het leven, het leven wil zich voortzetten.

Maar dat het leven wat zich voort wil zetten is op zichzelf niet zo erg, maar het erge is dat het zich voortzet in een beperkt gebied. En die beperkte gebieden – die we allemaal vertegenwoordigen, ieder is zo’n beperkt gebied – zijn strijdig met elkaar. Dus dat oerinstinct van zelfbehoud en willen blijven leven, wat je ook bij de dieren ziet, bij de planten, bij alles wat leeft, levert, als het gebied wat het in leven wil houden te beperkt is, strijd op.
Dat betekent heel vaak vernietiging. Vernietiging hoeft niet alleen materieel te zijn, het kan ook geestelijk zijn. En in die vernietiging, in die zelfvernietiging, worden we steeds bedrevener, dat is ook duidelijk.

Dus de vraag is, hoe kun je bij jezelf dit gaan constateren – wat wat anders is dan daar boos over te zijn of jezelf te verwijten of het niet te willen. Maar het heel rustig bij jezelf te registreren.
Het enige wat helpt, het enige wat mogelijk is, is die drang tot zelfbehoud die er is, die ieder mens heeft, in zijn beperktheid te leren zien. En te leren registreren dat die zelfbehoud drang eigenlijk iets ander is. De schepping moet blijven bestaan, dat is duidelijk. Maar hoe je jezelf in deze wereld wilt behouden, daarin kan een mens verandering brengen, door besef te hebben wat er in het geheel omgaat.

Dat is niet eenvoudig, het begint helemaal aan het begin. Dat begint bij zulke onschuldige dingen als hoe je je beweegt, hoe je een ding oppakt, hoe je iemand aankijkt, hoe je luistert. Je kunt een trap oplopen en niets meer zijn dan iemand die ergens wil komen. En je kunt een trap oplopen en voelen wat er gebeurt, voelen wat je voeten doen, voelen hoe je lichaam is, en als je boven aan de trap bent kun je leeg zijn.
Dat is heel simpel, dat is niet ingewikkeld. Het heeft niet eens met je bankje of je kussen te maken of de stoel waarop je zit. Het is het voortdurend kunnen beseffen hoe je leeft. Want het is eigenlijk hoe je leeft, of je nog ergens naartoe moet, wat het ook is – een beter mens zijn, een machtiger mens zijn, meer wetende mens zijn, een snellere mens zijn, vul het maar in – of dat het leven wat je leeft voldoende is. Dat stuk wat je nodig hebt om in je levensonderhoud te voorzien, is in verhouding tot alles wat je beweegt maar heel klein.

Het is bijna niet uit te leggen, maar het gaat erom dat je gewoon kunt zijn, zitten, staan, lopen, zonder dat je iets op het oog hebt. Zodat je een ander volledig tot je kunt laten komen. Want daar gaat het om, dat je besef krijgt van wat er eigenlijk gebeurt in de wereld, aldoor, in je eigen wereld, met je naaste, in je werk, terwijl je in bed ligt, terwijl je je bed opmaakt, terwijl je je eten klaarmaakt, terwijl je je eten eet…
Ons leven is ongelooflijk vol – als je het al heel eenvoudig houdt is het al vol. Maar dat is voor ons niet genoeg, we moeten nog veel meer dingen doen. We moeten zorgen dat we niet achter komen, dat we de drive volgen die er is.
En ik weet heel best, die drive is er, maar hoe volg je hem. Daar zit het geheim in: hoe volg je hem. Kun je hem volgen zonder jezelf geweld aan te doen. Want als je hem stomweg volgt, doe je jezelf geweld aan, word je slapeloos. Je bent eigenlijk moe, je valt uit tegen mensen om je heen, want je hebt – en dat is de kern – je hebt te weinig aandacht over voor wie je bent.

Wie ben je, behalve de levensloop die je hebt. Want je bent niet helemaal alleen maar de levensloop, je bent ook iets anders. En dat andere kun je pas ontdekken als je niet meer vastzit aan die levensloop, aan je verleden, aan je opvoeding van je ouders, van de mensen om je heen, de maatschappij waar je in leeft – als je alleen bent, als je stil kunt luisteren, als je je hart kunt voelen, als je je adem kunt voelen, als je kunt voelen wat er aldoor gebeurt in jezelf, terwijl de wereld natuurlijk gewoon doorgaat. Maar als je alleen maar de wereld volgt, en dat doen we eigenlijk, dan kom je nooit te weten wie je bent.
En ik weet heel best, er zijn een heleboel systemen ontworpen, maar de kern is iets totaal anders. Die systemen geven allemaal kanten aan, maar het gaat om die bijna niet te betrappen aandacht die je hebt, die geen haast heeft, geen haast heeft om iets te zien of iets te horen. Die stil in zichzelf is, die zich nergens mee verbindt. Maar wel alles opmerkt.
Er zijn hele bibliotheken volgeschreven over onthechting en het is allemaal de buitenkant. Als je niet opmerkt hoe je je hecht, vóórtdurend, je hele leven, dan  kun je nog zoveel oefeningen doen, maar je zult nooit onthecht zijn. Je zult altijd ergens aan vastzitten, wat het ook is. En dat kun je alleen ontdekken door zelf te zien hoe je gewoontes maakt. Op zichzelf zijn die gewoontes heel nuttig, maar als jij je gewoonte wordt, dan is er iets anders aan de hand. Als jij een gewoonte van kijken hebt, dan mis je het…

Je moet dus eigenlijk in je eigen leven ontdekken hoe je aandachtig kunt worden. Soms heb je het, omdat je helemaal, totaal, iets wat je nog niet begrijpt nadert. Je bent alles vergeten. En dat is nog een bepaald iets. Maar kun je die aandacht die er dan is, kun je die zomaar zijn – je kunt het niet hebben, je kunt het alleen maar zijn. Zodat je een ander mens écht voelt. En dan je tegelijkertijd jezelf niet kwijtraakt, wat in verliefdheid zo vaak gebeurt. Dan raak je jezelf weer kwijt, dan ben je helemaal ergens anders. Maar kun je tegelijkertijd volledig bij jezelf zijn – bij jezelf, betekent ook met je hele verleden, dus totaal.

Dat is een heel verregaand proces. Het begint heel simpel, door te voelen hoeveel kracht je aanwendt om iets te doen. Of je inderdaad zoveel kracht aanwendt als nodig is, of dat je net iets meer hebt.
Voor ons is vitaliteit dat je zoveel kracht hebt dat het niet op kan. Maar dat bedoel ik niet. Ik bedoel dat er zoveel kracht gebruikt wordt, of het nou in denken is of in doen, als nodig is, en niet meer. Want zodra er iets meer is, forceer je, gebruik je geweld.
Het is heel interessant om dat voor jezelf na te gaan. Je moet natuurlijk geen normen aanleggen, dat is onzin, dan ben je weer terug bij af. Maar dat je jezelf gewoon gadeslaat, hoeveel kracht, energie, gebruik ik om iets te doen. Kan ik, terwijl ik dat doe, voelen wat er gebeurt. Kan ik voelen of ik net voldoende kracht heb om een kopje op te tillen en doe ik er tien keer zoveel kracht in, en moet ik het weer tegenhouden. Want dat is wat gebeurt.

Je kunt de hele dag wat dat betreft ontdekken in je leven. En je zult verbaasd zijn hoeveel je verspilt. Die verspilling, dat is niet zo maar, die verspilling moet ergens naartoe, dat is nou een keer een natuurwet. Dus die beschadigt.
Als je dat een keer doorhebt, wordt het leven heel interessant, dan wordt het leven echt een ongelooflijk groot avontuur. En dat is een avontuur wat je niet kunt meten en niet kunt vergelijken, je kunt niet zeggen: nu ben ik evengoed als die en die. Zo gaat het niet, zo is het niet. Het is iets wat jij alleen kunt ontdekken, met jouw gegevens.
Iedereen heeft een ander tempo. Kun je je eigen tempo ontdekken, dat tempo wat maakt dat je alles opmerkt wat er gebeurt. Het is niet zo eenvoudig om je eigen tempo te ontdekken, en daar rustig in te blijven. Je zult mensen om je heen hebben die een sneller tempo hebben, of een langzamer tempo. En dat je gaat ontdekken hoe dat in elkaar zit, hoe dat tempo bij jou is ontstaan. Dat hangt met een heleboel samen.

Zo kun je geleidelijk aan thuiskomen in je eigen leven. En voordat je thuis bent, ben je op de vlucht. Dat besef je helemaal niet. Bijna niemand heeft het gevoel dat hij op de vlucht is, maar eigenlijk is het zo. Dat je heel zorgvuldig, liefdevol, ontdekt wat je tempo is. Je wijze van opnemen, je wijze van bewegen, je wijze van doen.
Dat is eigenlijk meditatie. Daarom is het ook te verklaren dat er zoveel soorten systemen zijn. Maar het jammere van een systeem is altijd dat het ergens vastlegt, dat het je niet vrij laat om zelf te ontdekken, dat het altijd te maken heeft met de omstandigheden.

We hebben een stille plek nodig om tot onszelf te komen. Ja, waarom hebben we dat nodig? Omdat we onvoldoende aandacht hebben voor hoe wij zijn, hoe ons bewustzijn werkt. Wat het eigenlijk allemaal voor eisen stelt, niet van buiten, maar van binnen.
Zodat je op den duur … want het is niet iets akeligs, het is iets fantastisch, als je … stil bij jezelf kunt zijn. Dat is ongelooflijk, dat is meer dan een hele reis, dat is meer dan iets wat je bedenken kunt. Het is volledig, het behoeft niet iets.


naar boven

<< Terug | Einde