Intuïtie

Weekend oktober 2004 | Zaterdagmiddag 
Inleiding [download]

Eerst een kleinigheid – die eigenlijk geen ‘kleinigheid’ is.
Ik weet natuurlijk vanaf de eerste dag dat ik ging zitten, dat je knieën lager moeten zijn dan je bekken. En als je op een bankje zit of een kussen, dan is dat gewaarborgd, maar zoals ik nu zat is dat niet gewaarborgd.
En vanochtend, de eerste keer dat ik zat, was het een vreselijk tumult in mezelf. Ik begreep niet waar het in zat en probeerde in mezelf af te dalen, en ik kreeg alleen van mijn lichaam als antwoord: zo gaat het niet, zo gaat het niet…
In de tweede helft heb ik dat veranderd, ik ben ik op een verhoging gaan zitten en heb daar iets weggehaald. En zowaar … het was weer zo, het was prima.
Ik wilde hiermee zeggen dat meditatie ook afhangt van zogenaamde kleinigheden, maar ze werken altijd, dus het zijn geen kleinigheden.

Ten tweede, aan tafel had ik met A. een gesprek over de wetenschap en wat de wetenschap aan het ontdekken is. En dan merk je dat hoe verder die wetenschap komt, hoe meer ze allerlei theorieën, die ze eerst opgeworpen hebben uit de intuïtie, nu aan de hand van nieuwe intuïtie weer kunnen laten staan voor wat ze zijn. Dat is heel interessant, om te merken dat zelfs de vooruitgang van de wetenschap uiteindelijk afhankelijk is van de intuïtie. Intuïtie is natuurlijk een woord waar je alles onder kunt vangen, maar het betekent eigenlijk dat je open bent voor datgene wat je niet begrijpen kunt, maar wat je wel in jezelf kunt constateren. Dat gebeurt nu op het ogenblik in de wetenschap, en dat is fantastisch.

Of wij als mensheid daar gebruik van zullen kunnen maken, weten we niet. Maar het is in ieder geval een feit. En het is bemoedigend bij alle ellende die er plaats heeft en waar we dus als enkeling, zolang we ons vereenzelvigen met dat voorlopige vehikel wat we hebben: het lichaam, machteloos staan.

Maar geleidelijk aan gaan we vertrouwen op iets anders. We gaan vertrouwen op onze intuïtie die in slaap is gesust door alles wat er gebeurd is, maar die langzamerhand wakker wordt en ons een weg wijst, zonder dat we vooraf weten hoe die weg is. En elke keer – want zo zijn we ook – gaan we erover denken en zeggen: dat kan toch niet … het kan zus niet, het kan zo niet. En elke keer merken we weer dat het wel kan.
Het is niet altijd prettig. Soms met pijn, leed – en dan zie ik nog even af van mensen die altijd pijn hebben in hun lichaam en die daarmee in het reine moeten komen. Waarbij ze niet helemaal kunnen vertrouwen op de medische wetenschap, maar zelf in moeten vullen wat hun intuïtie hun heel vriendelijk zegt.

Nou, meer heb ik niet te vertellen.


naar boven