In het ‘vuile werk’ ligt de vooruitgang

Inleiding 
[download]

In ieders leven is er een moment dat we de draad oppakken van wat ons in die hele lange, lange reis van duizenden jaren duidelijk is geworden. In het Oosten noemt men dat het ‘oorzakelijk lichaam’ van een mens. Ik heb het voor het gemak het ‘inzichtelijk lichaam’ genoemd, want daar hebben we het vaak over inzicht gehad.
Inzicht betekent dat je de samenhangen ziet, dat je geen behoefte meer hebt aan een conclusie, aan een voornemen. En je hoeft dat niet zo nodig te uiten, je hebt voldoende aan het besef van de samenhang van bepaalde situaties. En dat besef nu, dat inzicht, is het enige wat doorgaat, over geboren worden en sterven, geboren worden en sterven, geboren worden en sterven heen.

Inzicht heeft niet de tastbaarheid van materie, de concreetheid van ons gedragsrepertoire, maar het is alles doordringend. Op een bepaald moment in je leven pak je dat op – hoewel dat onbewust gebeurt. Maar dan ga je verder, of althans, dan kún je verder gaan. Want je kunt natuurlijk ook een heel leven stilstaan. Dan kun je een heel goed leven hebben, je kunt alles bereiken wat je bereiken wilt, maar dan gebeurt er niets.
Maar als het goed is ga je verder, je gaat verder – en dat weet je niet – op iets van waaruit je gekomen bent. Het is een bepaalde facet van die totaliteit van waaruit je gekomen bent. En dat is het meest eigene wat een mens heeft, en waar hij zich zelden van bewust is.

Zoals ik gisteren al zei, doen wij allemaal soms de ervaring op dat we iemand ontmoeten met wie we dat merkwaardige gevoel hebben dat het klopt, ook al zit hij misschien heel anders in elkaar, en zijn afkomst en eruditie niet zo erg duidelijk in overeenstemming. Dat zijn dan twee mensen – dat wil ik écht heel duidelijk rechtzetten – die door soortgelijke situaties, angsten, overwinningen zijn gegaan, wat gemaakt heeft dat hun inzicht aardig bij elkaar komt, ook al zijn omstandigheden waardoor dat inzicht is ontstaan totaal verschillend. Dus dat hele verhaaltje van vorige levens en dat je elkaar ontmoet moet hebben – vergeet het alsjeblieft, zo zit het niet.
Nu gaat het er dus om dat je je daarvan bewust wordt en dat je dat ook echt zich verder laat ontwikkelen. En dan kom je aan te lopen tegen de algemene conditionering, die in elke maatschappij aanwezig is. Of het nu in het Oosten is of in het Westen, dat is allemaal eender – die normale conditionering is verre, maar dan ook verre ten achter is bij wat een individu kan hebben doorgemaakt.

En nou komt het erop neer dat je, als je je daarvan bewust bent, beseft dat je de onbewuste plekken – die ik gisteren een beetje gekscherend ‘de vuile was’ heb genoemd – boven kunt laten komen. Dat is natuurlijk een gigantisch proces, want daar komt alles bij kijken. Maar het belangrijke is dat je dit wilt, dat je dit ziet, dat je de liefde hebt om dat te laten gebeuren.

Nu kan het gebeuren dat je al een tijdlang met iemand leeft en dat er iemand langskomt die nou net die kwaliteit heeft. Dan moet je je vreselijk goed bewust zijn wat er dan gaat gebeuren. Die bestaande relatie, die misschien al van jaren her is, heeft alle mogelijkheden om het meest wezenlijke onder te laten sneeuwen. Die relatie wordt op den duur, zoals de mensen dat noemen: ‘gewoon’. Dus eigenlijk een beetje uitgesleten.
Die andere relatie is niet blootgesteld aan dat proces. Dat is heerlijk, zo ervaar je dat. Dus de neiging is heel snel te denken: kijk, het is die ander!
Nu heb ik het over hele wezenlijke dingen, dan moet blijken of je volwassen bent. Want dat slijtageproces is er natuurlijk niet voor niets, het is een soort van wegsnijden van de romantiek, van het allereerste enthousiasme. Dat geeft je de gelegenheid om te merken dat je, ondanks al die slijtage, je het gevoel hebt: en toch, en toch is dit belangrijk.

Die andere relatie, die je er daarnaast hebt – ik heb het over iets wat aldóór plaatsheeft, mensen, dus steek nu je kop niet in het zand – heeft niet het voordeel van dat slijtageproces. Nu moet jij heel bewust daarop ingaan en er vanuit gaan in jou én in die ander een heel stuk onbewust is. Dus moet je de moeite nemen – dat is niet zomaar iets… – om die onbewuste stukken een kans te geven omhoog te komen, zodat we er samen aan kunnen werken, zodat we het samen in de dialoog boven water kunnen krijgen.
Dan vervult die relatie zijn eigenlijke zin. En dan bloeit de bestaande, oudere relatie op, omdat je een onbewust stuk boven water gekregen hebt.
Zo, en alleen maar zo, worden alle relaties waardevol. En ga je merken dat je plotseling allerlei gevoelens die je achtergehouden hebt, de alleronderste, voor allerlei andere mensen, kunt laten stromen. Daar hoef je geen moeite voor te doen, want het is bewust geworden, je weet dat het er is, het is niet een duister vermoeden, niet iets wat weggestopt is.

Alleen, je loopt natuurlijk wel het risico dat je tegen die algemene, heersende geconditioneerde maatschappij aanloopt. Om dáár je weg in te vinden, heb je je intelligentie nodig. Je kunt niet zeggen: het kan mij geen ros schelen… Want zo ligt het niet. Daar heb je al je vermogens voor nodig om in die maatschappij, met zijn conventies, met z’n overtuigingen, met zijn gedragscodes, met z’n verleden, met z’n cultuur, met zijn religieuze invloeden – om daarin deze ontdekkingstocht op een intelligente wijze te vervolgen.
Dat is niet zo eenvoudig. Maar er is één ding wat je door alles heen helpt: als je inzicht maakt dat je weer kunt vertrekken van het punt waar je in die duizenden jaren aangeland bent, is dat een geweldige kracht. Veel groter dan de kracht van biologische aantrekking en afstoting, of de erfelijke conditionering – die in verhouding van een veel kleinere proportie is.
Die erfelijke conditionering heeft ermee te maken dat als je weer een keer op aarde mag komen, je een bepaald instrumentarium krijgt. Dat is je werkmateriaal, dat is niet iets bepalends. We gaan de mist in als we zeggen: ja, die erfelijke eigenschappen, dat is het dan, hè…
Dat is helemaal niet waar, ieder mens die geboren wordt ís al iets, voordat hij zijn instrumentarium krijgt, voordat hij zijn erfelijke eigenschappen krijgt. God zij dank. Ik kan me niet voorstellen dat er een wereld is die bestaat bij die erfelijke eigenschappen. Dat is niet zo, we zijn geen onbeschreven blad, we zijn al iets – al zijn we ons daarvan niet bewust.
De wijze waarop de wetenschap dit onderzoekt, is altijd vanuit de materie kant, vanuit datgene wat al vorm genomen heeft. En daar kun je heel veel in ontdekken. Maar wat we nooit ontdekken, nooit ontdekken kunnen, dat is de geest, dat wil zeggen die impuls die uit het tijdloze komt. Die impuls blijft onbekend. En hoe verder je hier in doordringt… – ieder mens heeft de gelegenheid hierin door te dringen, het is niet iets … onbespreekbaars, je kunt je hierin verdiepen, je kunt liefhebben, je kunt radeloos zijn, je kunt gelukkig zijn, maar het is leven.

Als het tot je doordringt hoe dit in elkaar zit, krijg je ook een totaal ander gevoel over alles wat er op de wereld gebeurt. Dan zie je voor ogen – zoals met wat op het ogenblik in Joegoslavië gebeurt – dat dat pas een einde neemt als de mensen daar, ieder voor zich, toegang krijgen tot het besef van wat hij doet. Zodat hij niet langer onbewust, eindeloos blijft voortzetten wat er al altijd gebeurd is.
Dus meditatie en tot inzicht komen, is een wereldprobleem, dat is een proces waar je niet omheen kunt. Dat is toch geweldig, dat ieder mens dat kan, dat je daar voor kunt gaan staan, dat je kunt zeggen: oké, als dat het is, doen!

En plotseling raken al die altijd verheimelijkte zaken, waar je stilzwijgend aan voorbij gegaan bent, open… Waar je kunt zien dat het een kostbaar geschenk is – elke relatie is een kostbaar geschenk – vooral diegene waar het moeilijk is, waar je door dat langdurige proces van het onbewuste bewust maken, heen moet.
Dat is een geschenk. En ik zou haast zeggen: het is heel mooi ingericht, het eerste wat tot ons komt als iets belangrijk is, is een grote vreugde, we zijn ontzettend gelukkig. Het jammere is alleen, dat is tragisch gewoon, dat we dan eigenlijk altijd maar gelukkig willen zijn… Wat betekent dat we lekker onbewust blijven. Dus als je altijd maar gelukkig wil zijn, dan blijf je lekker onbewust…
[grote hilariteit]

Maar als je begrijpt hoe het proces werkt, dan weet je dat daarbij hóórt dat je voortgaat in beseffen, dat wéét je. En daar hoort het vuile werk bij, daar hoort bij dat je bereid bent om met elkaar in te gaan op structurele moeilijkheden die in ieder mens aanwezig zijn. Dan blijkt je pas of je echt van iemand houdt.
Dat meen ik echt, als je daartoe niet bereid, dan ben je een snotneus, als je niet bereid bent met die ander zover te gáán als je kunt. Dat wil niet zeggen dat je dan voor niks geleefd hebt, maar het is dan toch niet zoveel waard…
Daar gaat het om, dat is echt hét probleem waar we allemaal voorstaan. En de hele wereld staat ervoor.

En dan zul je ook merken dat voor dat proces ook nodig is dat je je lichaam leert kennen – dat we totaal verwaarloosd hebben, omdat we altijd naar geluk streefden. De benodigdheden van je lichaam… Want je lichaam is een fantastisch iets … dat je dat leert eerbiedigen. Die oefeningen die we doen zijn broodnodig om in dit hele grote proces, dat al zoveel duizenden jaren plaatsheeft, om daar als volwaardig medestander in te staan.
En dat in de vreugde des harten – want dat is een vreugde des harten, hoor mensen. Als je nou naar geluk zoekt… Dat is geluk! Het vuile werk is geluk, daarin alleen is de voortgang. Die tweede persoon, die weerstand, die heb je nodig. Dat heb je nodig! Daarom is dat woord ‘weerstand’ zo afschuwelijk, het is je beste vriend – zodra je niet meer naar geluk zoekt, maar naar beséffen, is het je beste vriend.

En dat geldt dus ook voor wat ik nu geschetst heb aan die telkens voorkomende relatiemogelijkheden die er zijn – ga daar alsjeblieft niet op die brute, domme, kortzichtige, algemene, geprogrammeerde, geconditioneerde manier mee om. Je leeft in die geconditioneerde maatschappij, maar daarom hoef je je daar niet ondergeschikt aan te maken… Want je bent veel méér. En dat veel méér moet een kans krijgen.

Waar ik over spreek is ervaring, mensen, dat heb ik niet ergens gelezen. Jullie moeten het allemaal op je eigen manier ontdekken. En dat geldt voor de adem, dat geldt voor energie, dat geldt voor het lopen, voor het staan, voor het liggen. Dat geldt ook voor het openmaken van een deur, en voor het drinken van een kopje thee. Het geldt voor hoe je met elkaar omgaat, hoe je praat, hoe je ontdekt. Hoeveel verstopte openingen je hebt en dat je je daar niet voor schaamt, dat je een mens bent die natúúrlijk verstopte openingen heeft. Maar dat je dat allemaal – en dat is zoiets fantastischallemaal kunt klaren! Als je beseft waar het om gaat.

Het gaat er niet om een volmaakt mens te worden, maar om in dat proces van bewustwording zich te laten voltrekken wat voltrokken kan worden. Want je weet niet wat er voltrokken kan worden, in dit ene kleine, korte leven wat je hebt.
Dat leven is, in verhouding tot wat er gebeuren moet in ons allemaal, verschrikkelijk kort. Nou spreekt hier natuurlijk iemand die vijfenzeventig is, dat moet ik erbij zeggen. Maar ook als je twintig of dertig bent, het is kort hoor mensen… Daar moet je niet van schrikken, helemaal niet. Maar je beseft dat het leven ongelooflijk interessant is, dat het een geweldig avontuur is. En een avontuur kun je nooit in regeltjes vangen en in systemen vangen. Dat kan toch niet!
Dus blijf een ontdekker, altijd weer een ontdekker, wat er ook gebeurt. Dan is je leven te kort. Dan ben je elke ochtend dat je wakker wordt heel blij dat er weer een ochtend is, waarin iets kan gebeuren.


naar boven