In het moment zijn

Eefde maart 1983 | Zondagmorgen

Inleiding 
[download]

Je kunt jezelf natuurlijk afvragen op welke manier je voor jezelf een beetje kunt  registreren hoe het met je meditatie gaat. Want in je basis komen, het gevestigd zijn heeft, natuurlijk gevolgen. Het allereerste merk je het meestal in je relatiesector. Maar het kan zich nog veel eenvoudige uiten.
Wat ik nu benoemen ga, dat zijn maar een paar dingen uit een veelheid van mogelijke merkbare veranderingen.

Een van de eerste dingen die je waarschijnlijk zult gaan merken is dat je geen haast meer hebt. Maar dat is dan met alles, dat is niet alleen dat je niet meer opgewonden naar je werk gaat of aan je huiswerk begint, maar dat is met alles. Dat je voor de dingen die je te doen hebt, de tijd neemt.
En hoe komt dat, dat je, wanneer je gevestigd bent, de tijd gaat nemen voor wat je te doen hebt. Dat komt omdat je dan behoefte hebt om het met aandacht te doen. En dat is natuurlijk een hele grote verandering. Wat niet betekent dat je niet iets vlug en efficiënt zal doen, integendeel, dat zal toenemen. Maar je doet het niet meer met haast. Dat is waarschijnlijk voor jullie allemaal toch wel duidelijk. En dat uit zich in de meest kleine dingen: het poetsen van je tanden, en – ik heb het al eens meer genoemd, dat vinden mensen altijd een heel gek voorbeeld – hoe plas je. Doe je dat ook met haast, of laat je dat gaan, ervaar je de opluchting. Afijn, alles wat daarmee samenhangt. Zulke eenvoudige dingen, daar begint het zich in te uiten.
En dat gaat natuurlijk op alle zaken van je leven door. Daaraan merk je dus heel goed dat je gevestigd gaat raken. Je denkt niet – tenminste als ik mezelf naga – dat je ooit echt wezenlijk helemaal gevestigd raakt, maar je gaat gevestigd raken.

En een tweede ding wat je kunt opmerken is dat je geordender de zaken gaat doen. En dat dat niet een opzet van jezelf is – wij kunnen natuurlijk altijd onze kamer gaan opruimen of zeggen:  ik ga een lijstje maken van prioriteiten, eerst dat, dan dat, dan dat. Maar dat bedoel ik niet, dat is namelijk opzettelijk. En we zijn ertoe gedwongen vaak om prioriteiten te stellen en dat voor onszelf vast te stellen en ons daaraan te houden. Afijn, dat kennen we. Maar dat je het heel natuurlijk doet – het komt niet eens in je op dat er een andere prioriteitenreeks zou kunnen zijn, je denkt er niet over. Maar je stelt gewoon vast: nou, dat is belangrijk, dat doe ik nu; en dan komt het volgende. En je maakt het ook af, voor zover de omstandigheden dat toelaten.
Maar als je het niet afmaakt, dan kun je ook heel makkelijk het punt weer oppakken waar je gebleven bent. Dat is ook heel merkwaardig: als je vanuit dat gevestigd zijn je werk doet en je moet gedwongen ergens mee ophouden, dan geeft dat geen knelling. Dan kun je dat rustig doen, je kunt rustig het volgende wat zich bij je aandient en wat nu moet gebeuren afmaken en terugkeren. En dan heb je niet de moeite van: oh ja, hoe zat dat ook alweer…
Dat kennen we natuurlijk ook allemaal heel goed, dat als je onverwacht een stuk werk, waar toch een heleboel voorbereidend werk op heeft gezeten, verlaat en je komt er weer in terug, dan is het normaal dat je je weer helemaal in moet leven. Afijn, die hele toestand. Als je een boek schrijft of een artikel, dan heb je de laatste zin dan wel op papier of op een bandje staan, maar dan moet je toch meestal weer een heel stuk terug om de stroom te pakken. En je zult merken dat dat dan niet zo is.

Dat zijn zo van die hele duidelijke, heel gemakkelijk verifieerbare dingen, die je kunt opmerken in je eigen bestaan.

Maar het belangrijkste – dat heb ik het eerste genoemd – is dat gevoel van niet meer gehaast te zijn. Het gevoel van : ik heb de tijd. En dan loop je natuurlijk ook steenhard aan tegen het feit dat je leven te vol is, daar kom je niet tussenuit, je merkt dan gewoon: je leven is te vol.
Het is natuurlijk heel interessant als je dat opmerkt. Maar als je op dat punt gekomen bent dat je dus de tijd neemt voor de dingen en je merkt dat het te vol is, dan ben je ook in de positie gekomen om te zeggen: nou, dat kan er uit en dat kan er uit.
En dan zeggen een heleboel mensen altijd tegen me: ja maar, dan ga je andere mensen schaden…
Dat is mijn neus, hoor, flauwekul. Want als jij vanuit die intentie iets schrapt, dan zul je op een ander moment dat je dan wel met die persoon bent of wel met die mensen, daar veel vollediger zijn. En daar gaat het toch tenslotte om, het gaat niet om de ontelbare hoeveelheid momenten die je met iemand doorbrengt, maar het gaat om de intensiteit.
Wij denken inderdaad nog altijd wel in de tijd wat deze dingen betreft, we zeggen: ja, voor een goed gesprek heb je zolang nodig. Maar dat komt omdat we helemaal in die stroop zitten van de matrijs. Want je kunt opmerken dat een gesprek van vijf minuten, véél meer in kan houden dan een gesprek van een uur, als je helemaal erbij bent, als je helemaal ter beschikking bent, de ander dus helemaal kunt laten komen.

Ik moet altijd denken aan Gandhi. Gandhi trok door India – dat weten we trouwens wel, zeker nu die film er is – en gaf de mensen die bij hem kwamen inderdaad niet meer dan vijf minuten. Maar dan was hij er ook helemaal! En dat was meestal voldoende.
We hebben het in het Westen altijd over efficiency, maar dit is efficiency. Dat is heel merkwaardig, dat is efficiency vanuit een heel andere hoek, namelijk vanuit de hoek dat je totaal aanwezig bent; dat je wat dan gebeuren moet ook helemaal bereid bent te doen. Er is niet nog een gedeelte van alle gisterens én een gedeelte van wat je nog wilt gaan doen.
Want daar zitten wij tussenin – en eigenlijk worden we altijd daar tussenin helemaal uitgetrokken. Want die twee dingen die trekken voortdurend aan je. Je bent dan weliswaar hier, op die plaats, maar dat komt dankzij het feit dat je én daar én daar tegelijkertijd bent, daar kun je niet tussenuit.
Terwijl je dan daar bent, niet met dat en dat eraan. En dus ook de gelegenheid hebt om ook dat en dat te doen. Dat je niet vastzit in het moment, dat je het moment dus ter beschikking hebt. En niet dat je eigenlijk gedwongen bent om in dat moment te zijn.

Nou, laat ik het daar nou maar eens bij laten.


naar boven