Eefde december 1986 | Vrijdagmorgen
Nabespreking
[download]
Dat van Heleen en van Jan geeft een beetje aan waar we ons in begeven. En de moeilijkheid om dan zelfstandig te blijven. Dat heeft Cobi ook nog aangegeven in een persoonlijk gesprekje daarnet.
Hoe gebruik je de aanwijzingen die je of via een boek of via een leraar krijgt, zó dat jij het kunt gebruiken. En in hoeverre houdt de leraar er rekening mee dat inderdaad ieder van ons op een andere manier net een iets andere ingang vindt. Want zonder dat we het weten, zijn we natuurlijk hele erge gewoontebeestjes. En zijn we zo gewend aan onszelf te ervaren op een bepaalde manier, dat iets anders toelaten heel moeilijk is. En dan willen we allemaal, zonder uitzondering graag een vaste hand, die zegt: kijk zó en zó is het. En dat is dan voor een moment een hulp, en daarna is het een hindernis, want je moet toch zelf jouw verhouding vinden.
Eerst Heleen:
Je komt, voor haar, uit de droom en je neemt je voor om nu te proberen te registreren hoe je ligt. Dan merk je dus dat je dan die overgang niet direct kunt maken. Dat ben je ook niet gewoon. Als je gewoon wakker wordt, zonder dat je dat bewust hebt, maak je dat even af. Daarom is het ook heel goed dat ze dat zo gedaan heeft. Want dat is een van die merkwaardige dingen, wij kunnen niet aan iets anders beginnen voordat we het vorige afgemaakt hebben, écht beginnen. Heleen heeft nu gevoeld wat het is om iets bewust af te laten lopen en dan niks meer. Ons gewone leven van iedere dag is het tegendeel hiervan. We hebben het ene nog niet af, het andere komt er overheen. En dan gaan we al met het andere voort en daar komt weer wat overheen, ook in ons praten, ook in ons luisteren. Dat is wat aldoor plaatsheeft. En dat betekent dus dat we ons hele leven bezig zijn met onafgewerkte flarden opeen te stapelen. En daar moeten die arme psychologen daar tegenaan. Dat doen we…
Je leert in deze oefening dus eigenlijk wat er plaatsheeft en hoe je de hele dag door jezelf afsnijdt.
Het is dus een voortdurende aanranding, die doe je jezelf aan. En omdat je jezelf aanrandt, rand je andere mensen aan. Zo is het nou een keer, dat is een natuurwet. Als jij niet in staat bent om iets af te laten lopen, het uit te luisteren en dan pas stil te zijn, laat je een ander dat ook niet. Want je kent het niet, het is gewoon onbekend.
En dit gaat heel ver. Die simpele opmerking van Heleen die ontvouwt een hele wereld van grootscheepse massadumping van onverwerkte dingen. En de een doet het op een leuke manier en de ander doet het op een chagrijnige manier, maar het is hetzelfde.
De weg terug van die dumpplaats is niet zo eenvoudig, want je bent gewend om te leven zoals je leeft. En bovendien, de maatschappij, als je in loondienst werkt en je hebt een van die takken van bedrijvigheid waar je dus aanwezig moet zijn om aldoor maar dingen in te nemen en uit te werken en door te geven, dan moet je een ijzeren techniek haast hebben om je daaruit los te maken. Het is niet anders. Maar je moet het eerst als levende werkelijkheid voor jezelf ervaren hebben, dat het dus mogelijk is om iets af te laten lopen. Niet te versnellen, niet in te grijpen, maar af te laten lopen. En dan niks meer.
Dat laatste is het moeilijkste, want zo zijn we niet gebouwd. We zijn niet gebouwd op niks. We zijn gebouwd op, als we het al af laten lopen – wat we nooit doen, bijna nooit doen – dan zijn we gewend dat het volgende er al is. Zo is de beweging van ons bewustzijn. Dus nu gaan we daar helemaal haaks tegenin, of liever gezegd, we onttrekken ons eraan. En dat kan alleen maar door aandacht. Door de dingen op te merken.
Ik heb jullie een proces uitgelegd. Nou kunnen jullie aan de gang ermee.
En je moet daarbij helemaal naar jezelf luisteren en zo luisteren dat alles wat erover gezegd is wegzakt. Jan gaf daar nog een goed voorbeeld van. Aurobindo die zegt dus: als je wakker wordt, beweeg niet. Ja, ik weet wel waarom hij dat zegt. In de beweging zijn we ook al gewoon. Dus als je een beweging maakt, dan val je al in het gewoontepatroon. Daarom zegt hij: doe niks. En hiermee merk je dan zo goed dat zo’n advies in zijn algemene geldigheid het juist is, maar voor Jan is het onjuist. Laat hij maar bewegen. Dan kun je als het ware net zo goed als je sommige handwerken, soms heb je een handwerk wat zo vanzelf loopt dat je daarin juist helemaal ontspannen kunt zijn. Dat is Jan overkomen. Als hij zich nou houdt aan het voorschrift van Aurobindo, dan maakt hij zichzelf een ervaring onmogelijk.
Begrijp me goed, ik zeg niks over Aurobindo. Het is heel terecht wat hij zegt. Maar dat je goed inziet dat je je eigen weg moet vinden. Dat voor jou nou net het bewegen die mogelijkheid geeft om die losheid te krijgen, van dat leven wat je geleefd hebt en wat je nog leeft, wat je iedere dag oppakt, waar je je niet van bewust bent. Je bent je niet bewust dat je ‘s ochtends iets oppakt. Dat doe je wel.
Je bent in de nacht helemaal daaruit weggeweest. In de diepe slaap ben je helemaal afwezig geweest. En eerst krijg je dan meestal een droom en daarna ga je dus aan de gang. En dat herhaalt zich iedere dag. En eigenlijk betekent dat dat je iedere dag een nieuw leven begint. Dat zou het kunnen betekenen. Maar dat zou betekenen dat we de vorige dag, voordat we insliepen, met alles wat er gebeurd was zijn plek gegeven hadden. Maar dat is natuurlijk niet zo. We hebben aldoor afgeknipt. En omdat al die resten zich ophopen, nemen we de volgende dag die hele vuilnisbelt op. En daar gaan we mee aan de gang. Dan zijn we niet nieuw geboren.
En als je dat in een groter verband ziet, dan doen we dat elke keer dat we op aarde komen. Daarom is er zo weinig werkelijke vooruitgang. We blijven helemaal genesteld en verstrikt in het verleden, alles wat al gebeurd is, alles wat we al kennen. En wat we kennen is heel oppervlakkig. Wat we van onszelf kennen is oppervlakkig, wat we van de ander kennen is heel oppervlakkig. En in die wonderlijke verwarde opgekropte toestand zoeken we middelen om ons, althans een heel klein beetje terecht te vinden. En dat is de maatschappij, dat zijn de wetten, dat zijn de verordeningen. En die zijn in alle landen weer net anders.
Maar dit probleem, of liever gezegd deze uitdaging die is voor alle mensen eender. Probeer dat wat in je plaatsheeft af te laten lopen. Niet in de zin dat het beëindigd moet worden, maar dat het aan een punt toekomt van het voor jou geen belang meer heeft. En als het dan mogelijk is, laat er dan niets zijn, zodat je dat andere wat niet van de ervaring is, dat wil zeggen dat niet van de normale ervaring is die je altijd hebt, dat niet van de tijd is, een kans krijgt. En wees je bewust dat het jouw proces is, niet het mijne of van de buurman. En om dat proces een kans te geven zul je vaak alleen moeten zijn. Met ‘alleen zijn’ bedoel ik niet dat je alleen in de natuur bent of alleen in een kamer bent, maar dat je in jezelf alleen bent. Dat je dus niet vast zit aan al die reacties die in je klaar liggen. En dat je probeert in je leven telkens dat alleen zijn een kans te geven. Dat is dus niet inglijden in wat je al kent. Dat is bij jezelf alleen blijven. En dan niet teleurgesteld zijn dat dat niet direct lukt, want je hebt een leven geleefd wat nou juist de andere kant was. En in dat leven, die andere kant, daar ben je nou deze oefeningen tegengekomen, en natuurlijk heb je ze beoefend op dezelfde manier als je de rest van je leven leeft. Nu kun je die oefeningen van een andere kant gaan toepassen. Je kunt het stromen van de energie gebruiken om die leegte in jezelf te verlengen. Dus niet te gebruiken om vier of vijf tegenstanders tegen de wand te kwakken, maar om de leegte in jezelf, die zijn eigen lengte te laten vinden. Want we kunnen alles wat we door oefening krijgen, kunnen we natuurlijk altijd weer gebruiken in dienst van die kleine mens die rondscharrelt op deze wereld. Maar we kunnen ook datzelfde een kans geven ons te laten veranderen.
Het is heel tragisch, maar we hebben de atoomenergie ontdekt, en waarvoor gebruiken we het, waar zitten we zo in de knel op het ogenblik, en al jaren, dat we een soort van holocaust zullen eindigen. En dat is logisch. Die mens die we zijn zo gewoon, die is uit op zelfhandhaving, hoe dan ook. En dat kan hij heel elegant doen en heel sophisticated, hij kan het heel bruut doen, maar het is hetzelfde. Het is vernietiging. Zie dat goed in. Nu heb je geoefend, nu gaat er iets gebeuren, je gaat iets ervaren, iets wat je gekregen hebt, dat heb jij niet zelf gemaakt, je hebt het niet zelf gedaan, je hebt het ontvangen, wat ga je er nu mee doen. Ga je het inpassen in het leven wat we allemaal kennen, dat je of subtiel of heel grof jezelf doorzet ten koste van anderen – want dat is ten koste van anderen, sowieso, of je nou voedsel neemt of dat je onnadenkend de lucht vervuilt, dat doet er niet toe. Je neemt. Of ben je je bewust dat jij in dat grote geheel een rol hebt. Niet de rol die de maatschappij je toegedacht heeft, niet de rol die je jezelf toegedacht hebt, maar nog onbekend. En dat je dat een kans wilt geven. Dat je dat open wilt laten. Dat je daar niet onmiddellijk een gedachte over hebt, oh, dat zal zus of zo zijn. Maar dat dat langzaam in jou duidelijk wordt, doordat je voortdurend, altijd weer, het een kans geeft.
Dat geeft een totaal andere visie op het leven. Je merkt dan om datgene wat onuitsprekelijk is om dat in jouw leven een plaats te geven, op jouw manier, dat is de werkelijke uitdaging. En alles wat je tot nu toe geleerd hebt, kun je daarbij gebruiken, maar het staat dan in dienst van iets anders. Het staat niet meer in dienst van die kleine mens die je natuurlijk ook bent. Vergis je niet. Die kleine mens ben je natuurlijk ook, met al zijn bijzonderheden en al zijn leuke kanten en al zijn akelige kanten, die ben je ook. Maar die is niet meer oppermachtig. Die bepaalt niet meer jouw leven. Die moet nog wennen aan een andere manier van in de wereld zijn. En daar moet je hem bij helpen. Maar de hoofdzaak is dat je die andere werkelijkheid in jezelf op elk moment dat zich maar voordoet en waarin je je van bewust bent, een kans geeft. Al is het maar vijf minuten. En dat je voor jezelf probeert uit te vinden welke situaties voor jou nou gunstig zijn om die andere werkelijkheid in jezelf een kans te geven. En dat zal voor ieder van jullie verschillend zijn. We zijn allemaal mens en worden allemaal ‘s ochtends wakker. Dat is gewoon een feit, en we vallen ook in slaap. Maar hoe de rest van de dag is, dat hangt ervan af. Maar dat je er attent op bent. Dat je weet, ja, daar gaat het om. Niet of ik een liefhebbend mens wordt of dat ik, afijn, al die andere onzin. Maar dat dat tot me doordringt. En dat een kans geven.
Je zult merken, je loopt dan tegen ongelooflijk veel aan, maar laat je niet ontmoedigen. Het is noodzakelijk. Je moet er allemaal doorheen. Door al die kleine dingen moet je heen. Het is de moeite waard.
Oké.