Het hart van meditatie

Op aarde, in de wereld, sta je in relatie tot je medemens, maar ook tot de dieren, de planten, de mineralen, de dingen en levenssituaties.
Wat je ontgaat is dat in dat onvoorstelbare net van relaties niet alleen het zintuiglijk waarneembare is besloten, maar ook het onzienlijke, dat nog geen vorm heeft aangenomen. Het onzienlijke, dat noch geboren wordt noch sterft en toch al het sterfelijke omvat.
Het je bewust worden van deze ongedeelde eenheid, die zich uit in een onafgebroken ontstaan en vergaan, geboren worden en sterven, maakt je deel van het onvoorspelbare dat zich onophoudelijk voltrekt.
Ook je samengaan met een ander, het ontvangen van kinderen, het uiteengaan, het sterven en opnieuw geboren worden, behoren tot deze onvoorspelbare werkelijkheid, waarvan je bent en waarin je leeft.
Zoals de bladeren aan een boom met ieder zuchtje wind in een andere stand komen ten opzichte van elkaar, zo verhouden wij ons tot de ander en de situatie op steeds nieuwe wijze, terwijl we in de boom verenigd blijven.

Ons tijdgebonden bewustzijn dat alleen het gemanifesteerde waarneemt, veroordeelt de wereld en jezelf tot onbeweeglijkheid. Alle samenlevingswetten zijn op het gefixeerde gebaseerd.
Meditatie die het gefixeerde niet doorbreekt is een schijnvorm, die niet bevrijding, maar het sanctioneren van het knechtschap op het oog heeft.
Het hart van de meditatie is het natuurlijk stil en leeg zijn bij alles wat zich voordoet. Wees alleen maar bij jezelf, stil en verlaten, opgenomen in het ene.
Van daaruit tussen de mensen, het werk en het veelsoortige, dat voorbij en door je heen gaat, blijf je er luisterend mee verbonden.

Maarten Houtman