De volgende stap wist de vorige uit

Het is nog donker de adem gaat zijn eigen weg.
Gedachten verlangzamen hun tred, massief beneden wordt ijl en in het hart van een speldenpunt breidt zich de ongedeelde volheid uit.

Het zijn vreemde dagen, die telkens een pauze inlassen, waar het gewoon door zou moeten gaan. Hij kan er niets aan doen.
In het werk, in het gesprek, in het denken over, zelfs bij een duidelijk gevoel verschuift ongewild z’n aandacht en verwaait alles vanuit een onbekende plek.

Zou hij al te oud zijn? Toch is alles helder en verbonden in het bekende.
Soms lijkt een glimlach te ontstaan over de dwaasheid van te willen begrijpen.
Als hij het meeneemt in z’n za-zen merkt hij dat z’n lichaam glimlacht, zacht en bergend.
– Ga je mee?
– Nog even.
– Nee, nu!
Alles wat geweest is verwijdert zich en keert terug met het ongeborene in zich.
De ruimte is onmetelijk groot. De oude bank achter hem, die opdroogt in de tijd, trekt samen. Het lichte knappen sluit alles weer op.

Meegenomen door z’n verlangens en vermogens heeft hij verschrikkingen en lieflijkheden ontmoet die hem zo aangrepen, dat hij er zich niet van kon losmaken.
Nog later waren zij het enige dat hem voortdreef.
Begrijpen bracht geen verandering. Kon je beseffen zonder te begrijpen?… helemaal alleen, zonder uitleg of voorbeeld?
– Je bent een verhaal dat je moet vertellen. Zonder jouw verhaal ontbreekt er een letter aan een groter verhaal dat weer een letter is van een nog groter verhaal.

Hij wist niet wie het zei. Bij scherper toehoren verflauwde de stem.
Hij vernam nog: Laat je niet afleiden, je hebt geen tijd te verliezen…

Die ochtend toen het nog donker was, kwam de herinnering in de glimlach van z’n lichaam terug.  Hij zal nog vaak dwalen, dat is zeker, maar de glimlach zal hem altijd weer terugtrekken in het hart van een speldenpunt.

De adem die z’n tijdelijke behuizing in stand houdt, herinnert hem aan wat er nog gebeuren moet. Doen zonder er iets van te bewaren.
Alleen zo wist iedere volgende stap de vorige uit.

05-12-1994